28565 resultaten

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Boekel/Bokel | 1295, 1296

De Fremery no 309
Achternamenindex

uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden, rechten: 10) in t ambacht van Bokels Florens filius so palen wi den grave toe van den hoirne, an Clays ambocht van Putte totter halve Heydrecht; 11) in Ghizebrecht Bokels ambocht ende Outgiers heren Outgiers filius te Rotterdam soe palen wi den uterdyc den grave toe; 12) Voert, Bokelsdyc ende Bloemersdyc vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijn heredes coninx weghen; 13) voorts van den dijc, daar Gizebrecht Bokels stalhuys op staat, alom in Rubroec en Rubroec dore; 14) in Bleeswyc tussen Rotte en Wllynsborne, al dat land dat daar tussen ligt, tegen die van Berkel en die van den Zegwaart, vinden wi den luden den eyghendom diet bezeten hebben, ambocht en tiende van Ghizebrecht Bokel

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Delft, van | 1357-09-10

De Raadt II p 114/Chartes Ducs de Brabant no 1385
Achternamenindex

Chretien van Horwinen reçoit, du Brabant, 1978 vieux écus, van coste dien ic ghedaen hebbe op den huse van Lilloe ende in den lande aldaer, soe binnen den tide dat her Goedvert van der Delf daer ruwaert was ende oec anders, van den beghinne des orloeghs teghen Vlaenderen tot nu toe

Monemento, van | 1370-01-03

De Raadt II p 502/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex

Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse ont subis

Woude, van den | 1287-09-17

v.d. Bergh II no 620
Achternamenindex

graaf Floris V belooft de poorters van Delf de vrijheden "die si bescreven ende beseghelt hebben van ons ende van onsen ouderen. Ende dat hem dat ane hoere vriheide niet letten we sal dat zii doer onser sonderliner bede Hughen van den Woude ontvaen hebben te hoeren portrecht"

Bennebroek, van | 1418-08-26

Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex

Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Baer, van | 1356~

dr v Veen: Reg Lenen Bannerheerlijkheid Baer p 9
Achternamenindex

een tiende te Dyer [Dieren], geheten der Nevelinge tiende: Ricolt van Baer [het andere afschrift heeft: Nycolae van Baer, misschien heeft deze afschrijver R gelezen in plaats van N; in verband met de verwantschap met de "van Ochtens" is de naam Ricolt te verklaren]