28778 resultaten

Arkel, van | 1373-10-28

Van Mieris III p 284
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft verlof aan de here van Arckel, de heer van Vyanen, de jvr van Ameyde en andere heren landen en luiden, hun sluizen "te ligghen alsoe menich, als hem nuttelic si in der sytwinde twisken der nuwer inlaghe die si ghemaect hebben, roerende aen dan dam ter Ameyden ende den Leckendyck. Ende des slusen sellen utgaen in der Lecke doer die Leckendyc tot horen verbaer"

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Duvenvoorde, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde baljuw in Kennemaerlant oorkonden dat "de Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Egmond, van | 1291-07-16

v.d. Bergh II no 779; De Raadt I p 414
Achternamenindex

Beatrys gravin van Holland, Ghisebrecht van Amestel, Willaem van Egmonde, ridder, en Philips van Duvenvorde, baljuw in Kennemaerland oorkonden dat de "Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Egmonde ende van den menen convent, al dat land dat si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoert in deze manieren, dat si ende hare nacomelingen ewelike dien dyc delien sullen met tien lande"

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)

Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex

"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Does, van der | 1394-09-21

Grafelijke Commissieboeken dl I bl 14
Achternamenindex

"idem van het watergraefscip vanden Vijf ambachten en van t dycgraefscip van 500 roeden dijcs van den Nuwen dijc van den oestende ende van den dike benorder der veren westwaert streckende, die wi nu bi genoegen dien van Vijf ambachten toegeset hebben te diken etc, op Mouwerijn van der Does" (aan wie de hertog C nobel en 700 Dordr gld schuldig is )

hoofdtak

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"