26449 resultaten
Diert | 1470-09-20
Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex
Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"
Blanckevoort, van | 1393
Van Zomeren Gorinchem p 148
Achternamenindex
dit zijn zulke renten als die poort [van Gorinchem] heeft der Visbruggen van den kameren die daar op staan ende Jan van Blankenvoerde ende Ysebrand van der Eycke, als burgermeesters der poorten des jaars 93 de luijden verhuurt hebben 5 jaer lang
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex
afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex
afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d
Doos | 1356-1357
G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex
stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam
Cuyk, van | 1200-11-03
v.d. Bergh I no 183
Achternamenindex
verdrag tussen Hendrikdux Lotharingiae en graaf Dirk van Holland de terra inter Mosam et Scaldam. De graaf staat de hertog af opidum Durtrech, ex utraque parte aque Durtrecswerde, Hereswaerde, Dusne, ac totem terram inter Strine et Walwic usque ad terram ducis. De graaf ontvangt dit vervolgens van de hertog in leen. De graaf staat ook af al het recht dat hij pretendeert op Breda
homines comitis: Rutgerus de Merken, Hugo de Vorne, Theodericus de Halthena, Gerardus de Hurst, Wilhelmus de Thelinge, Simon, Johannes en Ysbrand de Harlem, Albertus Barnardi, Walterus de Egmonde, Florentius de Wolde, Philippus de Wasnare, Arnoldus, Henricus en Johannes de Riswic, Theodericus Bokel; Theodericus Trajectensis episcopus, Machtildis ducissa, Henricus dux de Limburg, Albertus comes de Dasburg, Philippus comes Namurensis, Wilhelmus frater ducis, Henricus de Kuc, Albertus filus eius, Walterus Bertold, Godefridus de Scoten, Arnoldus de Grimbergen, Arnoldus de Diest, Leonius de A, Godefridus castellanus de Bruxella, Arnoldus de Wesemale, Arnoldus de Walem, Wilhelmus Vulpes, Walterus Bac, homines de Brabant
Zaemslach, van | 1330
De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex
Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges
Dorcout | 1380-1390
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex
klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"