30015 resultaten

Does, van der | 1400-09-24

Arch Abdij Egmond Inv no 605
Achternamenindex

Dirc van Rollant oorkondt dat hij de abt van Egmond heeft opgedragen en wederom van hem in leen ontvangen "alle lienrecht ende toeseggen dat ic hebbe an datdeel der rottienden die wileneer Pieter van Rollant, myn oudoem, daer God die ziel of hebben moet, te liene helt van den Godshuus voirs, ende mij nu opbestorven is van Dirc Dircxz van der Does, minen neve, leste besitter van desen liengoede". Dirk van Rolland draagt op alle leengoederen, op het ⅓ deel van de rottiende na, die zijn oudoom Pieter van Rolland eertijds bezeten heeft en die hem van zijn neef Dirc Dircsz van der Does aanbestorven zijn; 1317-05-23: de abt van Egmond beleend Machteld dochter van Dirk van Rolland met de rottiende die haar vader in leen hield van de abt, te versterven op zoons of dochters

Does, van der | 1351-12-30

R.A.H. Coll Aanw 42 fol 4/EL 43 fol 2v
Achternamenindex

"Gheret van der Does Costijnsz heeft ontfaen in derselver manieren dat Huge sijn broeder, toit alle mansrechte sine woninge ende t lant dair se op staet van Dues[f?]huyscamp streckende tot Amercamp toe. Belend noord: die persoenre van Leyderdorp, zuid: Heynrick van der Does ende Ghered van der Does met gemengeder vuere. Ende dit goet plach hi te houden van heren Dieric van Brederode"

1e zijtak

Bakenesse, van | 1386-06-16

Van Mieris III p 445
Achternamenindex

Aelbrecht oorkondt dat hij Dirc van Bakenesse, na de dood van zijn jongere zoon Jan van Bakenesse, zijn oudste zoon Dirc van Bakenesse, vijf campen land, omtrent zeven morgen, "liggende bij Haerlem in den corenveen den Heeren Gheryts lane mitter selver lane die daar toe behoort", welk land en laan Dirc van Bakenesse, vader van voornoemde kinderen, van ons houdt en Jan zal dit land en laan na Dircx dood van ons houden; als hij sterft zonder nakomelingen gaat het over op Dirc van Bakenesse, zijn broer etc.

mannen: de heer van Putte, de heer van Commengies en de Proost van Berghen in Geneghouwen

Haarlem

Herlaer, van | 1350

De Raadt II p 70
Achternamenindex

Thierry van Herlaer seigneur van der Ameyde, hulper van de hertog van Brabant, "in dien verloghe dat hi nu heeft jeghens den bisscop ende dier stat van Utrecht"

Bitter | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Rechede, van | 1395

De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex

Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt

Woude, van den | 1381-02-15

Van Mieris III p 366, 367
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: - van Claas Mathysz quetsinge 12 £, dit sullen ghelden Roelof Bertoutsz van den Woude, Albrecht Gerrit Bertoutsz en Bertout de Coster, elk voor een derde; - quetsinge van Dirx van den Woude "sullen Ysebrant van Sparrewoude ende Heynric Pontiaen maken een beloken hant, ende zweren ten heyligen dat si hem ende sinen maghen daermede ghebetert hebben met dien dat si daer in brengen sullen ende oflaten; want si int openbaer niet bedreghen en zijn"

Haarlem

Keppel, van | 1404, 1418

De Raadt II p 200/Düss Clèves Mark no 633/Arnhem Rekenkamer
Achternamenindex

Gauthier van Keppel prend un amodiation héréditaire du comte de Cleves etc "sijn guet gelegen in Lijmersch, achter deir meyr an deir lantwere toe Nyengraeve" (Nieuwgraaf); 1418: Dirc van Keppel van Verwolde, écuyer, scelle le traité des nobles et des villes de la Gueldre, idem Herman en Dirc van Keppel

Arkel, van | 1373-10-28

Van Mieris III p 284
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft verlof aan de here van Arckel, de heer van Vyanen, de jvr van Ameyde en andere heren landen en luiden, hun sluizen "te ligghen alsoe menich, als hem nuttelic si in der sytwinde twisken der nuwer inlaghe die si ghemaect hebben, roerende aen dan dam ter Ameyden ende den Leckendyck. Ende des slusen sellen utgaen in der Lecke doer die Leckendyc tot horen verbaer"

Does, van der | 1394-09-21

Grafelijke Commissieboeken dl I bl 14
Achternamenindex

"idem van het watergraefscip vanden Vijf ambachten en van t dycgraefscip van 500 roeden dijcs van den Nuwen dijc van den oestende ende van den dike benorder der veren westwaert streckende, die wi nu bi genoegen dien van Vijf ambachten toegeset hebben te diken etc, op Mouwerijn van der Does" (aan wie de hertog C nobel en 700 Dordr gld schuldig is )

hoofdtak