26659 resultaten

Coudekerke, van~ | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke

Stavenisse, van | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

Boudewijn van Stavenisse, Daniel dictus Vraet, Biggo van Coudekerke

Loper, de | 1290-01-08

v.d. Bergh II no 685
Achternamenindex

graaf Floris oorkondt dat hij "des Loipers moeder ver Vrousten die stiefdochter was heren Hughen van Zierixzee hebben ghelovet van hare moederlicke erve recht te done bi onsen mannen …"

Alras | 1299-06 (03)-24

Cartul Marienweerd no 110
Achternamenindex

Otto van Buren verkoopt aan het gemene land enig land tot het leggen van dijken: "voert nederwaert ter Linghenen hebben in een deel lants ghecocht alse die Corengrave gaet, ende wat sijs hier meer behoeven dat zoelen zi ghelden den merghen vor Xlb binnendijcs, met sulker vorwaerde dat Alremallijc zinen vrient, die aen den dijc ghelant is, goet sal maken dat hi des coeps volghen sal, ende dat men met desen vorseiden lande sal diken ende houden Aelswijc ewelike"

Haerlem, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Brederode, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Duvenee, van | 1320-10-29

Van Mieris II p 245
Achternamenindex

Willem grave van Henegouwen oorkondt "dat in dien tiden dat Lemmelijn Willaemssone van Duvenee was beneden sinen neghen jaren, ende op enen tijd ghinc eten, daer hi spize in die hand hadde, soe quam een groet hont, die omme dier spisen wille hem beet, ende scoerde een stuc van sinen luchteren oere, als wi wel ter waerhede verstaen hebben. Ende omme dat hi van den onghevalle voorsz. hier namaels ghien blame, noc scande hebben en moghe, soe hebben wi hem desen brief ghegheven open bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven in Middelburch"

Monumento, van | 1342-01-26

Cleve Mark Urkunden 1223-1368 no 258 p 144/Scholten: Kleve Anhang no 43
Achternamenindex

Ritter Johann von Mörmter [Monamento] bekundet dass er der Gesellschaft von dem Rade, deren Mittglied er ist, eine Präbende von jährlich 2 £ kl Pfennige aussetzt aus seinen Gütern zu Uedem, zu erheben, losbaar met 20 £

Does, van der | 1427

Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex

dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde

1e zijtak

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"