35 resultaten

Alkemade, van | 1438-11-13

Arch Kerken Leiden Regest 139/St Pieterskerk Inv no 203 fol 2
Achternamenindex

Simon Vrederic Dircsz en Florys van Boschuysen doen als scheidsrechters uitspraak in een geschil tussen de stad Leiden als optredende voor de St Pieterskerk en Mr Jan van Leyden, mede namens Claes van Leyden, heer Geryt Hoochstraet en heer Ysbrant van Alcmaed, betreffende de kapelriën gesticht door heer Pieter van Leyden, en beslissen dat deze zolang zij bezitters van deze kapelriën zijn, jaarlijks op St Martijnsdag op 4 november aan de kerkmeesters van St Pieter een gouden Engelse nobel zullen uitreiken op straffe van niet in memoriegelden te mogen delen

Colterman | 1601-05-18

Besondere Privileges van Westzaan 1661 p 160-165
Achternamenindex

schepenen en regeerders van Akersloot, Limmen, Castricum, Heyloo, Utgeest, Eemskerck, Wormer, Gisp, Westzaanden, Crommenie, Oostzaanden en Aelsmeer, alle dorpen van Kennemerland, klagen bij de Staten over het optreden van David Colterman, baljuw, in zake het handhaven van de zondags- en biddagsrust. Zijn dienaren persen de inwoners geld af met bekeuringen. Tal van feiten worden gememoreerd. De Staten beslissen dat er op zon- en biddagen niet gewerkt mag worden, geen bezwaar bestaat er tegen huishoudelijk werk. Voor noodzakelijk werk moet de schout consent geven voor bjv drogen, het malen van meel in de molens en het arbeiden in de oogst en in het hop

Asperen, van | 1382-07-26

R.A.H. Coll Aanw 64 fol 61v t/m 65
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak in het geschil tussen de heer van Arkel en zijn zoon Jan van Rinensteijn en de heer van Asperen betreffende het goed dat heer Gerijt van Asperen achterliet. De vrouw van heer Jan is een erfgenaam van heer Gerrit, o.a. wat het goed Gripestein betreft. De zaak moet onderzocht worden door de leenkamer van Asperen. Heer Jan krijgt een vrijgeleide in het land van Asperen voor 50 personen. Beide beweren dat zij het goed Gripenstein rechtstreeks van de bisschop van Utrecht houden. De heer van Asperen zegt dat Jan het van de heerlijkheid Asperen houdt. De bisschop zal hierover beslissen. Ieder houdt vervolgens het bezit wat hij nu heeft tot de uitspraak

Boetzelaer, van den | 1298-01-18 (1297)

Cleve-Mark Urkunden no 94 p 53
Achternamenindex

ridder Wessel van den Botzelaer, Otto van Venne en zijn broer Dirk, en Johan deken van Wissel oorkonden dat Otto, voogd van Xanten en zijn broers en zusters Heinric, Wessel, Hella en Irmgard, kinderen van Henric van den Venne, scheidslieden opdroegen om hun geschillen te beslissen: - Henric en Wessel krijgen de vaderlijke goederen in Vinen en Pothusen, met alle rechten, met de helft van de molen te Kalenberg; - over geestelijke inkomsten; - Hilla krijgt de Hof te Xanten in palude, geen recht op de bossen; - Irmgard krijgt de hof in Wintervelt, met alle recht, sterft een van hen dan komt hun portie aan Otto; - alle goederen moeten van Otto in leen gehouden worden

mede bezegeld door graaf Dirk van Cleven en Willem van Kervenhem, ridder

Arkel, van | 1359-05-29

R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex

Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken

Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft