37 resultaten

Rijswijk, van | 1560-06-14

R.A.H. Coll Aanw 156 fol 45
Achternamenindex

leen van de Lek en Polanen: opdracht tot boedelscheiding tussen de erfgenamen van Johan van Ryswijck Ottenz: de broers Johan, Adriaen en Jacob en hun zuster Johanna; tot stand gekomen door tussenspreken van heer Laurens Mol, pastoor van de kerk te Veen en heer Everhaerdt Goes, pastoor van de kerk te Wijk; 1569-07-23: Johan ontvangt land en betimmering met 8 morgen zoals zijn vader bewoonde, 10 hont land en een deel op de Uytacker, een deel die Wen, en een thijnsbrief van 13 gld per jaar op de erfenis; Adriaen ontvangt 6½ morgen op de Gansacker en 14 hont in de Kijvijt

Borssele, van | 1394-05-14

Berigten Hist Gen IV p 88
Achternamenindex

boedelscheiding tussen Floris van Borselen, ridder, heer van St Maartensdijk en Dirk van Borselen heer van Zuilen, van alle goederen hun aanbestorven van hun vader Frank van Borselen, en nog te erven van hun moeder Alienora van Zuylen; Floris krijgt de heerlijkheid St Maartensdijk, de Schachtspolder in Zuid-Beveland en een jaarlijkse rente van fl 100 uit de goederen van den Hoorne in de heerlijkheid Voorne. Dirk krijgt alle overige heerlijkheden gelegen in Zeeland, Holland, Het Sticht en Gelderland, en de goederen van den Hoorne in Voorne (Mydrecht, Othusen, Denemarken, Wilnis, Themaat, Maarsenbroek en Zulen, behorend tot de heerlijkheid van Zuilen, beleend 1394-07-06); bekrachtigd door hertog Albrecht op 1394-07-01

getuigen: Nicolaas van Borselen heer van Brigdamme, neef en anderen

Krieck | 1466-03-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 467v, 468, 468v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jutte die Geryt Kreecx wijf was maakt haar zoon Heynrick Geryt Kriecsz de offgraft van 1 ½ morgen veen in de halve hoeve geheten Schallantshoeve, en in een andere halve hoeve in het gerecht van Zoes, te weten ½ morgen over eynd voir off gemeten so Jan Lambertsz die nu greeft, en de zesde morgen daarna; zij geeft aan haar zoon Johan Geryt Kreecxz de offgraft van 2 morgen veen in dezelfde hoeve, die hem bij de boedelscheiding toebedeeld waren; haar zoon Geryt krijgt 1 morgen en haar dochter Janne een ½ morgen in deze hoeve; haar zoon Willem krijgt de nahand aan de venen die zij nu heeft, met bepalingen van vererving

Noorde, van | 1483-1494

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 134
Achternamenindex

Jacob van Noorde, neef en medeerfgenaam van Pieter Dircsz, betwist aan diens weduwe Jacoba Claesdochter die hertrouwd is met Dirck Willemsz, schout van 's Gravenhage, een stuk land te Leiderdorp dat Pieter Dircsz haar tot lijftocht gemaakt had; baljuw en mannen van Rijnland wezen dit land aan Jacob van Noorde toe, neef en erfgenaam van Pieter Dircsz; de pachter Dirc Adriaensz weigert de pacht aan Jacoba te betalen; 1459-11-17: droeg Pieter Dircsz het land over aan zijn vrouw Jacoba Claes; 1484-02-21 (1483): Jacoba verpacht het land aan Dirc Adriaensz; 1483-02-14: boedelscheiding te Leiden tussen Jacoba en de overige erfgenamen van wijlen Pieter Dircsz; 1485-06-07: huwelijksvoorwaarden tussen Dirc Willemsz en Jacoba Claesz

Torenvliet, van | 1629-07-18

G.A. Leiden 373 no 35, 36/Notaris Traudenius
Achternamenindex

boedelscheiding erfenis Paul Willemsz van Thorenvliet binnen Leiden, genoemd: Willem Benninc, man van Maria Willemsdochter van Thorenvliet, Dirc Zegesz van Campen x Catharina Willemsdochter van Torenvliet, Symon Vougen, chirurgijn, vader van de kinderen bij Sara Willemsdochter van Thorenvliet, Sebastiaen van Cortenhout, 40 van de stad, als voogd over de minderjarige kinderen van Paul, verder E. Machiel Matysz Chimaert namens Jeremias Vredelant x Adriana Willemsdochter van Thorenvliet (geschrapt: mr Jacob Verwey als voogd over de jonge Jan Willemsz van Thorenvliet), voor henzelf en de meerderjarige kinderen, machtigen Joost van Sandwech om de boedel te scheiden (ook tegen de zin van Jan Lucx); 1629-07-21: Huych Zegesz van Campen x Agatha Willemsdochter van Thorenvliet geeft Joost van Sandwech ook volmacht

schipper | 1519-1521

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 299
Achternamenindex

Wouter Claesz, schipper, zijn broer Henric Claesz en zijn zuster Fye Claesdochter erfden van hun vader Claes Heynricsz elk ⅓ deel in ½ van één huis en erf in de Peperstraat te Gouda; Claes had deze helft geerfd van zijn zuster Meyns Heynricsdochter, die gehuwd was met Claes Meynertsz, poorter van Gouda; Wouter was als schipper buitenslands bij de boedelscheiding en keerde pas ± 1501 terug en bevond toen dat zijn vader ⅓ deel verkocht zou hebben aan Voppe Ysbrants; pogingen om Voppe eruit te krijgen (hij had er 17 jaar gewoond) faalden; 1496-06-04: akte van schout en schepenen van Gouda dat de helft van het huis van Claes Meynaertsz door Dammas Daems was "ingewonnen" voor schuld, en verkoopt deze helft aan Voppe Ysbrantsz, en belooft hem vrijwaring

Heukelom, van | 1463

Reg Geld Leenaktenboeken 11e stuk p 604
Achternamenindex

huis en hofstad te Roemde: 1342 beleend Ricart van Hezewijck, proost van St Pieter te Utrecht; 1463: Adam van Hoekelom Ottenz vernieuwd de eed van de heerlijkheid Roemde en Gellinchem, ⅓ van de Hogelandse tiende te Gellinchem, ⅓ van de smalle tienden te Gellinchem, de molen en het gemaal te Roemde en Gellinchem, alle goederen die Otto van Hoekelom bezat en hield van de heren van Hoekelom, te vererven op zijn dochter Alijt, als zij kinderloos overlijdt te vererven op zijn jongste broer Otto [zij kreeg de genoemde lenen als huwelijksgift, behoudens de lijftocht voor haar vader en moeder jvr Ulent aan de tienden; in de akten wordt het huis te Rumpt niet genoemd, een gedeelte van de genoemde lenen komt in 1736 als boedelscheiding voor als leenroerig aan het huis Heukelum]