33 resultaten
Kaerman | 1451-03-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 186v, 185v, 187
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat Lubbert Kaerman Claesz als gemachtigde van het Regulierenklooster in de Birckt belening verzoekt na dode van Henric Jansz, met 2 acker land gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van die brenck in die Eem, belend boven: Gysbert Dirck Willemsz.z, beneden: Deric Stevensz, en hij wordt namens dit klooster beleend; 1468-11-29: beleend met de goederen vermeld in 2 leenbrieven (dd 1449-07-29, 1451-03-03): heer Henric van Tessel, prior van de Regulieren in de Birckt, na dode van de sterfman Lubbert Kaerman, Jacob van Voerde doet hulde en eed voor het klooster; de goederen: 1) ½ van een stuk veen after Zoesenge, onderdeylt met Geryt Jansz, dat van Noijde Veenhamer was, strekkende van den Hardenlande tot aan Hezerveen toe, zuid: Jacob Godertsz, noord: Meeus Lubbertsz en Jan Claesz, 2) land in de Slage, zuid: Goede Banne erfgenamen, noord: Rutger Jacobsz en Jan Gerijtsz, oost: de heren van Abcoude, west: de Eem, 3) 2 acker land in het kerspel van Zoes, strekkende van de Brinck in de Eem
mannen: Jan van Huekelem, Huge Bull; 1468: Jan van Amerongen, Henric van Duven
Stoop | 1483-10-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 234v, 473, 239
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Jan Evertszdochter, weduwe van Jan Stoop, draagt op die rechte halfsceidinge van een hofstede met de helft van een stuk land in Zoeskerspel gelegen, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, van de brinck strekkende aan de Torfwech; na haar dood voor de helft te komen op haar kinderen Claes Jan Stopenz en de andere helft op Lysbet Jan Stoependochter, als één van hen sterft, dan erft de ander ook die helft; zij zullen aan elk van de andere 4 kinderen, Egbert Jansz, Cornelia, Agnes en Jacopgen Jansdochters, uitreiken 12 gouden Rijnse gld binnen een jaar na de dood van hun moeder; sterven zij beide dan komt het goed op Egbert en Cornelia, die aan Agnes en Jacopgen elk 12 R gld moeten uitreiken; 1485-10-29: beleend Lysbeth Jan Stoependochter, na dode van haar moeder, en Meyns Roetersz doet hulde en eed voor haar; "modo Neelgen hoir zuster, Volckens huisvrouw van Isselt, in libro abbatis Wilhelmi de novo ecclesia fol 190"; 1485-10-29: beleend Ghysbert Jan Stuepenz, de andere helft; eronder staat: "dit heeft ontfangen Jan Gerytsz per resignationem" en "modo anno 1524 Lucie Willem Beerent Schagendochter, ut in libro abbatis Wilhelmi fol 164"
mannen: Floris van Jutfaes, Wouter van Ynghen; 1485: Vrederic van Sevender, Wouter van der Donc; Ghysbert Jacopsz, Jan Zael
Lodensteyn, van | 1468-03-16
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz
mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch