36 resultaten

Reimerswaal, van | 1423-10-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 335v, 342v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent heer Claes Kervinck van Reymerswael, heer van Nye Strijen en van Lodie met het goed en tienden in het kerspel ter Nysse, tser Abbenkerke en Symonskerke, zoals zijn ouders die hielden, hij wordt beleend tegen betaling van 42 schell Tourn per jaar en een goede maaltijd of 2 Coninc Tourn; "dese is doet ende dit heeft ontfangen Aryaen van Reijmerswaele heer tot Lodyck, zyn soen". Het leen was blijkbaar tengevolge van verzuim aan de abdij terug gekomen, want heer Claes "begeerde gunstelic an ons dat wij hem vercopen ende verlien wouden alsulke goede"; 1425-07-24: na dode van zijn vader Claes Kervinck wordt Aryaen van Reymerswale beleend met goederen in het kerspel Ter Nysse, tser Abbenkerk en Sijnoutskerke, tegen een pacht van 42 scell Conincs Tourn per jaar

mannen: Gysbert Godscalc en Wouter van Bruelis; 1425: Jan van Amerongen, Gysbert Godscalc

Lienlaer, van | 1476-04-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 230, 230v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert van Lielaer "belyede alse dat Jan die Coninck ofte syn erfgenamen dat stuck lants houdende 3 ½ morgen gelegen inder maelscap van Emmyngelaer", belend oost: de abdij St Paulus, zuid: Lambert van Lielaer, west, noord: de gemene wech, "ende Jan die Coninck den voirs. Lambert bij brieven opgedragen heeft na utwisinge des leenbriefs die Lambert daervan heeft binnen 8 jaar e.k. wederom gelost mag worden met een som van 140 goede gouden Joh. Beyerse gulden"; doet Jan de Coninc dit, dan moet hij de heergewade van 1 oude Vrancr schilt betalen "ende als doen sal dat voirs stuck lants voortaen weder staen in tselve heergewade daer Jan die Coninck dat alinge goet van Emmenclaer ende Langhevoirde mede houdende is"; op dezelfde dag draagt Jan de Coninck dit leen op tbv Lambert van Lijelaer, die ermee beleend wordt

mannen: Eerst van Drakenborch, Evert [van] Hese

Bekerke, van | 1468-10-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 390, 390v, 396v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wolfert van Bekerke als gemachtigde van de vrouwe Anna bastaard van Burg[ondiën] vrouwe van Bredamme etc, wordt binnen jaar en dag na dode van haar man heer Adriaen van Borssele heer van Brigdamme beleend met: 1) goed en tiende in het kerspel van Coudenkerke (de halve tiende), jaarlijkse pacht 6£ Coninc Tourn 36sc; 2) ¼ van de tiende idem (¼ tiende), pacht 3£ zw Tourn; 3) de helft van ⅛ deel van de tienden idem en 7 quartier leenland (dit heeft myn here van der Vere ende was twijstgoet), pacht 15 scell Conincs Tourn en daartoe 3 goede maaltijden; "dit heeft ontfangen vrouwe Anna van Borselen vrouwe van der Veer in libro domino Wilhelmi de nova ecclesia fol 41"; 1469-12-08: beleend mr Gysbert Reijersz, priester als gemachtigde van heer Heinric van Borselen heer van der Vere grave van Grampraij; 1474-05-10: (doorgehaald) beleend Symon Pietersz als rentmeester van heer Wolfart van Borssele, na dode van zijn vader de heer van der Vere

mannen: Hubert van Pallaes, Tyman Mouwer van Heersell; 1469: Tyman Mouwer van Heersell en Henric van Duven; 1396: mr Korstiaen Andriesz, priester, Johan van Helmond

Baarn, van | 1469-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 191
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern Roelofsz wordt na dode van zijn vader Roelof beleend met: 1) de venen in het gerecht van Zoes after Zoester enge, in de Grote Slage, Cleyne Slage en in Heserveen, oost: Reijner Lambertsz en Godevaert Heinric Botterz, west: Peter Hamertveld en Aernts erfgenamen van Amerongen, 2) ½ hoeve veen in Heserveen, oost: Pieter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Pieter Hamertvelt, 3) 8 vierdel veen in Zoeserveen in de Cleyne Slagen, zuid: erfgenamen van Steven van Zulen van Nyevelt, noordt: de gemene grafte, 4) 3½ morgen veen in de Cleyne Slage, zuid: nakomelingen van Henric van Rijn, noord: Henric Gysbertsz, 5) ½ van ½ hoeve veen in de Grote Slage, waarvan Henric Godevaert Botterz de andere toebehoort; Jan de Coninc Henricsz doet de eed voor hem totdat hij mondig is; "nunc filius ipsius Jodocus de Baern, ut in libro abbatis Matheus de Goch fol 12"; Roelof van Baern heeft verkocht aan Jan Gerijtsz een erve groot 2 morgen met een huisje, zonder toestemming van de abdij, daarom heeft hij zijn goed verbeurd (uitgebreide akte)

mannen: Henric de Wit, Goesen van Voerde, Jan van der Anxter

onder staat: "anno XCVIII heeft Rolof voors dese husinge ende hofstede (daar Jan Gerritsz mit eenre husinge opt oesteinde op woent nu anno 1497) ende Arnt Roelofsz heeft dit in leen ontvangen" [deze aantekening houdt verband met een ingeschoven papier]

Wyffliet, van | 1625-06-01

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden no 13 fol 2v, no 9 fol 2v, no 9, no 8
Achternamenindex

"wij Ariaen Huybertsz ende Ariaen Jansz Omen, schepenen van Amersoden hebben ons laten gebruijcken van Goert Jansz Wyfflet ende sijn met hem gegaen op synen hoff opt Welsche eynde die Jan Synoemsz [!] ten halven tuelt, ende aldaer gesien dat den voors. hophoff was ontheijnt ende lach heel open soodat peerd beesten ende vercken daerin loopen ende eeten de hop aff, oick was een party hoppen nu eerst geeort"; 1606-09-22: "Jacob Hendricksz, Gysbert Ariensz Koninck, Willem Jansz Roosmalen, Govert Jansz Wyflit, Willem Vosch verborgen haer lantrecht ende worden malcanderen borch"; 1607-05-04: (Inv no 9) ingeboden van sheren wegen Govert Jansz van Wyflith zijn vrou; 1606-08-25: (no 8) ingeboden: Govert Jansz Wyflit; 1635-03-12: (Inv no 244) burger Jansz als man en voogd van Frederick Jans transporteert aan Dirck Adriaensz een stuk land groot ½ morgen, op t Huust te Ammerzoden, belend oost: Henrick Petersz, west: de geestelijkheid, zuid: Gysbert Adriaensz Craeij, noord: de gemene straat, met last van 12 voeten dijk gelegen tegen Lourens de Bouff hof in de schouw van Ammerzoden, belend boven: Adriaen Jansz Coninc, beneden: Goyert Jansz Wiflet

Grawert | 1465

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 189
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van Oudmunster, wordt na dode van zijn broer Gherijt Grawert beleend met: 1) ½ van ter ouder Zijlhorst, 2) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Emmelaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 3) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 5) "Hoeveracker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) "Coepskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 7) "dat Huysstuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) "dat Winckelstuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyer Evertsz, 9) "dat stuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaeste", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, 10) de Duijstcampen, onderdeylt, tegen nyewe Zylhorst, belend zuid: Derick die Coninck, noord: Goesen van Voerde en Egbert die Beer, 11) een Duijstcamp, onderdeijlt met nijer Zylhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) stuk veen geheten "Henrickscamp", onderdeylt met nyer Zylhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) alsulke utslage en veen als totter Ouder- en Nyer Zylhorst hoeren, 14) an der helfte van den leen en goede ter Nyer Zylhorst: aan Evert Freijse van Dolre behoort de andere helft van deze goede; Melis uten Enge doet eed en hulde; ["item dit heeft nu Jan van Doornick ut infra fol 189"] 1468: overdracht aan Jan van Doornick