36 resultaten
Grebber, de | 1614-03-05
Not Arch Amsterdam 377, 379,385/notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Sara van Ninove, vrouw van Pierre Grebert, koopman, burger van Amsterdam, verklaart dat het contract van transport van een rente dat haar man j.l. 17 december in de stad Daix voor Toussoin Loys, notaris, betreffende het laatste 1/9 deel van een huis genaamd "les grandes tailles" gelegen te Valenchiennes, voor de som van 1111 livres en deux souls deux deniers et deux tou de denier tournois, gemaakt is en door haar erkend wordt (377 fol 77). 1614-12-15: (377 fol 475) verklaring van Pierre Grebert: "que jamais ne molesterat son frère Claude Grebert demeurant à Aix". 1616-01-16: Pierre Grebbert is ca 50 jaar (379 fol 35). 1622-12-04: Daniel Grebbert (385 fol 142)
Neve | 1476
Renten St Bavo Haarlem
Achternamenindex
renten van de St Bavo te Haarlem: (los inliggend fol 37) de kerk te Haarlem heeft ontvangen van Dirck Neven broeder: Claes 27 st van het derde jaar pacht van Nierop; - (los fol 38) Claes Dirc Neeuf in Nierop, heeft betaald 3 R gld en 3 st; - gegeven Griete Beijers 3 R gld "die noch braken an Dirk Neev zn of zijn broeder tot Nierop, en die sel die kerc ontfangen ende Griet heeft dat ontfangen van die kerkmeesters ende voors sellen die kerkmeesters altijt voert van jaer te jaer de renten ontfangen ende him sijn erwys ghegheven na utwysing onse boek"; (fol 39) Claes Dirc Neevz is die kerk schuldig 1 nobel per jaar te Nierop, gekomen van Griete Beyers, ingaande december 1481
Culemborg, van | 1305-12-06
Regesten Bisschoppen van Utrecht no 60; Van Mieris II 51
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn lenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20 £ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3) de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december a.s, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen
Arkel, van | 1305-12-06
Regesten Oork Bisschop van Utrecht no 60/Van Mieris II 51
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn leenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20£ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3). de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen
Ackoy, van | 1515
Nederlands Patriciaat 1913 p 1
Achternamenindex
I) Otto Jansz (van Acquoy), geboren ± 1515, eigenaar van het huis Ackoye; II) Jan Otten van Acquoy, geboren Acquoy ± 1545, schepen, verkoopt het huis Ackoy aan zijn zoon Willem, schout van Meerkerc, testeert 1614-07-17, overleden Acquoy in 1617 x Elisabeth Zegersdochter van Oosterwijck. III) Otto Jansz van Acquoy geboren 1578 te Ackoy, schepen en heemraad, testeert 8 september 1636 en 24 oktober 1651, overleden 1651 te A x 2e Maria Woutersdochter van Aldenbergh, overleden Acquoy 1667. IV) Herman Ottensz van Acquoy geboren 1618 te Acquoy, gestorven aldaar voor 1682, schepen en heemraad, testeert 20 juli 1678 x Anna Willemsdochter van Reygerstijn, gestorven te Beesd 1685. V) Anthony van Acquoy, geboren 1644 te Acquoy, gestorven te Leuven, schepen, testeert 24 december 1694 x te Gorinchem 29 april 1683 Belia Chaerles van Berge, geboren te Heusden en gestorven te Leuven, dochter van Jacobus en Swaenida Pieck. VI) Herman van Acquoy, gedoopt te Gorinchem 31 mei 1690, gestorven te Vianen x ondertrouwd te 's Hertogenbosch op 21 september 1720 met Anna Geertruy Hubert, gedoopt te 's Hertogenbosch 22 februari 1701, gestorven te Vianen VII Jacobus Acquuoy gedoopt den Bosch 29 augustus 1732, gestorven te Amsterdam op 17 juli 1818 x 22 april 1764 Maria Elisabeth Donselaer
Weent~ | 1555
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 513
Achternamenindex
Jan Wentsz: bij zijn huwelijk met Adriane beloofde haar vader Cornelis van Megen hun 2000 gld als bruidschat te geven, maar betaalde niet; na Cornelis dood kwam zijn weduwe Wyve in financiële moeilijkheden en verkreeg cessie; Jan vroeg preferentie voor zijn vordering; 1550-12-10: Jan Wentsz Jacobsz gehuwd met Adriana van Megen, dochter van Wyfve Cornelisdochter weduwe van Cornelis van Megen, waardin in de Hollandse tuin te Dordrecht; 1550-12-10 had Wyfve haar huis verhypothequeerd, als zekerheid voor haar schulden. Haar schoonzoon Jan Wentsz stelde zich als borg. In verband met haar insolventie verkreeg zij op 1551-08-08 van de vorst brieven van cessie, die in oktober d.a.v. ten uitvoer werden gelegd. Processen over de preferentie van de vorderingen: aan Jan Wentsz was bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1546-06-28 fl 2000 toegezegd, dat nog niet was uitbetaald. Dit laatste werd door Jenneke ontkend. Zij eiste van haar kant preferentie voor een bedrag van 166£ voor geleverde goederen, en 35£ voor een bedrag op haar als borg van Wyfve Cornelisdochter verhaald. Intussen werd ook geprocedeerd met Hans (Jan) Fobis die zo snel mogelijk contanten wenste te zien (eis afgewesen in december 1553) en met Andries van Baesroede e.a. Vermoederlijk deed de Grote Raad omstreeks 1562 uitspraak. Bijgevoegd onder f: attestatie van notaris Marten Omen van 1527-01-08, 1527-07-25, 1527-09-27 en 1531-07-08, betreffende de nagelaten goederen van Henricsken Jacobsdochter, weduwe van Jan van der Schore [de oude ?] tbv Jan van Scaftenberch e.a., erfgenamen onder beneficie van inventaris