35 resultaten
Akersloot, van | 1409-02-04
Rechtspraak Graaf van Holland II p 241
Achternamenindex
hertog Willem doet uitspraak over de doodslag door Willem van Adrichem, Claes van Adrichem en Pieter Loys gepleegd op Wouter Woutersz en Clais Woutersz. "In den eersten soe is onse ende ons raidts seggen, dat die hele soene van Wouters ende Clais voir..r dode costen sal 900 Vrancr cronen, die men Andries Claiszoon, Meeus Andrieszoen van der eenre zide, ende Gheryt Hugenz ende Wouter Wouterszoen van der ander zide ende voort dengenen uter maichscip van Akirsloit, die onse getruwe heer Jan van Heemstede van onser wegen daartoe schicket, betalen sal in den Hage voir onsen rade, ende dieselve onse rade sullen den magen voirn van der zoenen voirscr doen hebben also vele, als him redelic ende bescheidelic duncken sal, ende dat sullen sij voirt smaldeelen onder horen magen als dair toebehoirt" . Bovendien moeten zij voor de gedoden 500 zielemissen laten lezen
Mekeren, van | 1420-12-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geheryt van Damassche erkent ontvangen te hebben van Ghysbert van Mekeren, rentmeester van het land van Gelre, de renten "van enen jaer St Martyns misse in den winter laetste verleden, als 12 g.g. oude Vrancr. scilden voer 3 goede vette beren sjaers die ons onse lieve ghenedige here die hertoghe van Ghelre jaerlix sculdich is van onsen ghericht van Lyenden ende van Driel"; 1420-12-06: Ghijsbert van Mekeren, overste rentmeester van het land van Ghelre, oorkondt dat hij kwijt gescholden heeft aan abt en goedshuis St Paulus en Tyman Willamsz "van allen zulken 100 scilden als wij dieselve heren gheloeft hadden int Tyman voirs voor zyn gefenckenisse tot behueff mijns alre liefsten genedichtsen heren s hertogen van Gulick ende van Gelre ende greve van Zutphen. En schelden den voirs. Tyman mede los, ledich en quyt an sijnre gevenckenisse wijtgesacht sijn oirvede die hi noch doen sall" (vgl 1420-11-30) [het geld zal niet werkelijk ontvangen zijn, maar gediend hebben als losprijs voor Tyman]
Wijngaarden, van | 1540-12-23
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 114/Leenboek Egmond D
Achternamenindex
Joost van Wijngaerden draagt op, in presentie van zijn zoon Floris, aan Karel graaf van Egmond, de gehele ambachtsheerlijkheid van het Oostambacht van Ysselmonde, tbv jonge heer Henrick van Merode, heer van Pietershem, onder conditie "soe wanner Joost of zijn erven de heer van Pietersem gedaen zullen hebben verzekertheid en vastigheid van alsulke 23£ groten Vls sjaars, ter losse den penning 16, als hij den heer van Petersem verkocht heeft uyt ½ van de tienden, die hij zijn zwager Willem van Ysselsteyn tbv jvr Margrieta van Wyngaerden, zijn dochter, voor den grave van Huerne opgedragen heeft van wien hij dieselve tiende in leen houdende is, dat als dan de heer van Petersem gehouden zal zijn de ambachtsheerlijkheid weer zal over geven aan Joost of zijn erven"; vervolgens wordt Henrick beleend tot onversterfelijk erfleen zoals Joost en zijn voorzaten dat gehouden hebben, de eed doet mr Cornelis Barthouds, griffier van de lenen van Holland de eed [niet 1514-12-13 !]; 1541-10-13: doet de her van Petersem zelf de eed
Arkel, van | 1643-02-20
R.A.Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 245
Achternamenindex
attestatie van Dirck Woutersz de Gier, Pieter Jansz de Gier en Pieter Jansz Loenen, dijkgraaf, dat zij in April 1635 gereden zijn naar Bommel, ten huize van mr Jacob Malins, al waar jonker Marcus van Arkell, voor zichzelf en als procuratie hebbende van zijn medeerfgenamen, opdroeg aan producenten zekere drie partijen lands in het gericht van Ammerzoden achter Wordragen, vermogenscoopcedulle van 20-01-1619, die Anthonis Woutersz gekocht had van Walraven van Arkell als voogd van zijn onmondige broeders en zuster ende van Jacob van Paffenrode drost tot Worcum als man en voogd van Willemina van Arkell. Ende de voors Marcus verzoekende de reste van de beloofde cooppenningen daarop de voors producenten antwoorde dat sij willich en gereet waren dieselve te betalen, soe heeft ende wanneer hi haer garandeerde ende ontlaste van de warschap die Anthonis Wouterz za had gedaan aan Aert Geritsz en Ariaen Aertsz voor sekere 5 honden lants in twee percelen gelegen tot Ammerzoden op ten Stromacker vermogens de eigen hant van sijn moeder zaliger Anna van Stelant van dat den 2 juli 1621 (1622?) waerop de voors Marcus seyde sulcx ongehouden te zijn. Producenten hadden daarop aangeboden een rechtsgeleerde in de arm te nemen docht Marcus had ook dat geweigerd. Producenten hadden daarop tegen Marcus geprotesteerd.
Dongen, van | 1473-11-06
R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Kennemerland fol 32-37/Ned Leeuw 1887 p 88/Reg Kar A Cas G Caput Kennemerland fol 10/Batavia Illustrata p 888~
Achternamenindex
huwelijksvoorwaarden Jan van Dongen Jansz en jvr Marie Philips Ruychrocksdochter van de Werve; Jan van Dongen brengt aan: 1) de ambachtsheerlijkheid van Neder Swaluwe, hem aangekomen van zijn vader, 2) een huis en hofstede te Dongen met 2 hoeven land, met thijns van hoenderen, capoenen en ganzen, met een warande van conijnen, en een deel hoeven moers, alles hem aanbestorven van zijn vader en in leen gehouden van zijn oom Roelof heer van Dongen. Philips Ruychrock geeft aan zijn dochter 20 £ per jaar. Met voorwaarde dat indien jvr Janne, moeder van jvr Marie, sterft vóór haar man Philips, ende bij der dood van deselve jvr Janne aan jvr Marie aanquamen en bestorven alsulke 100 overl. Rynse gld jaarlijkse renten als haar moeder in leen houdt van Holland uit alle goeden van Schagen, dat als dan dieselve 100 R gld strecken sullen in betalinge van de 20£ gr die Philips aan zijn dochter als medegave ten huwelijk beloofd heeft. Na haar vaders dood zal jvr Marie nog 10£ gr Vls per jaar erbij krijgen van haar vaders leenvolger, bovendien zal zij dan haar aandeel ontvangen in Philips eigen goederen. Jan van Dongen zal haar binnen een maand nadat hij haar beslapen zal hebben, haar een duarie maken van 20£ Vls per jaar. Met regelingen van hun erfenis, met of zonder kinderen. Op 1474-03-10: bevestigd door hertog Philips
bezegeld door hertog Philips, Geryt heer tot Assendelft, zwager van Jan van Dongen, zijn broer Jan van Assendelft; voor Philips zegelt zijn broer heer Willem Ruychrock van de Werve, ridder, Dirck van Swieten, Raad van de hertog