36 resultaten

Grieken, van | 1393

Ons Voorgeslacht 1976 p 55, 56
Achternamenindex

leen van Poelgeest: Alkemade, de heemwerf van Tete Aernt Aerntsz dochter met timmering en 4 morgen land ten noorden ervan gelegen, belend noord: heer Jan van Borssele met land dat Tete van hem in leen houdt, oosten: de dijk, zuid: Aelwijn Engbrechts, man van Tete; - 1393: Tete Aernt Aerntszdochter gehuwd met Aelwijn Enghebrechtsz, te versterven op Jacob van Grieken, haar zoon uit haar eerste huwelijk, en op haar dochter Armgaerd Aelwijn Enghebrechtszdochter, gezamenlijk, behoudens de lijftocht voor haar man aan de helft van dit leen. 1429-02-19: Ermgard voorn wordt beleend

metselaar | 1359-1360

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

mr Jan de metselaer van zijn clederen, 55 sc (807 fol 25), 1357-1358: van idem (805 fol 23v); 1360-1361: (808 fol 24) mr Jan de metselaar van de put te vermaken op die Zween ghiest, 10 dagen 20 sc, en zijn broer Gheryt 8 dagen 16 sc, (fol 30v) mr Jan van zijn clederen, 55 sc; 1361-1362: (809 fol 23v) Jan mr Enghebrechtsz, metselaer, van zijn clederen 3 £; 1362-1363 (810 fol 17) en 1366-1367 (812 fol 22): van idem 3 £ 15sc; 13681369: (813 fol 6) 4 £ 5sc; 1370-1371: (815 fol 4v) idem

Weer, uter | 1367-06-29

Ned Leeuw 1923 p 328/Twickel Leenregister Wassenaar AA fol 29
Achternamenindex

Dirc van Wassenaer, burggraaf van Leiden, beleent zijn neef Enghebrecht van Cranenburch met de woning tot Cranenburch met 7 morgen land en de tiende in het ambacht van der Haghe, waarvan jvr Baertraet uten Were de andere helft van hem houdt, met een paar zwanen te houden in Winnendaelremeer; als er geen nageslacht is komt dit goed op zijn zuster jvr Aechte vrouw van Joenys van Ocshoirn [Oudshoorn]; 1324-04-29: beleende Philips zijn neef Philips Hughenz met de woning te Weer met 16½ morgen land, de tiende te Scheveninge, waar Jan Enghebrechtsz het andere deel van heeft

Ramp | 1406-04-03

Arch Nassau Domeinraad dl I stuk 5 p 7
Achternamenindex

leen van Leck en Polanen te Alphen: no 18) 3 morgen land oostwaarts grenzend aan het land dat Dirck Vockensz in leen heeft; 1332-04-07: Dirk van Leeuwen; 1406-04-03: Gerrit Engbrechtsz; 1433-03-18: in eigendom gegeven, in plaats van een hofstede met huis (zie no 19) dat weer tot leen wordt gemaakt, waarmee Ysbrant Geryt Engbrechtsz al in 1431 beleend werd; 1431-02-14: leen no 19) een hofstede met huis, belend oost: de Goudtkade, west: de Goude, tot leen gemaakt door Ysbrand Gerrit Engelbrechtsz in ruil voor 3 morgen no 18); 1524-06-10: Engelbrecht Willemsz Ramp na dode van zijn vader Willem Enghebrechtsz Ramp; 1569-03-09: Adriaen Cornelisz, na opdracht door mr Dirck Engbrechtsz Ramp

Hoogstraat | 1468-10-31

Coll Aanw 240 fol 1355, 1381v
Achternamenindex

Willem Hoichstraet, raammeester van de drapeniers te 's Gravenhage: een aantal drapeniers beklaagt zich dat zij geen ramen hebben en die van voornoemden duur te moeten huren; zij kochten land om zelf ramen te plaatsen (ook 1468-11-03)

drapeniers: Aernt Wolbrantsz, deken en raammeester, Adriaen van Reijgersberge, Willeh Hoichstraat, Cornelis Aerntsz, raammeesters, Jan Scout en Jacob Wiggersz, hooftmannen, Jan Huge, Jan Nachtegael, Gherijt Ridder, Adriaen Claesz, Meeus Claesz, Meeus Pietersz, Willem Claesz, Dirck Enghebrechtsz, Roel Willem Aerntsz, Jacob Florisz, Evert de Verwer, Pieter de Verwer, Pieter Rembrantsz, coman Dirck, Kerstant Gherytsz, Pieter Matheeusz, Dirc Brouwer, Bruijn Aelbrechtsz, Dirc Hoichstraet, Alijt Jan Aerntsz weduwe, Aechte Ruijschen, Willem Ridder, Pieter Aerntsz, Jacob Jan de Bodenz

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (5)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: Henric van Berkenrode ontvangt nomine uxoris (Erkenraet): 1) een losrente van 2 £ 3 sc 4 penn sjaers op de stad Haerlem sprekende op Dirc van Bekesteyn, brief dd. 01-09-1517; 2) losrente van 15 R gld sjaers op Haerlem, de penn. 16 op Haerlem, sprekende op Dirc van Bekesteyn, d.d. 01-11-1485; 3) rente van 4 £ Vl. sjaers op de vleysexcijs binnen Haerlem ter losse den penning 18, sprekende op die voors. weduwe van Bekesteyn, d.d. 31-10-1522; 4) ½ van de rietbroucke en utergorsse van Spickenisse ende Brabant daer ut gaet tot een erfhuer 10 R gld sjaers, daer en boven geltet vrij gelt 39 R gld sjaers mijn deel; 5) 48 gemeten lants leggende in Scuddebeurs, gebruict bij de weduwe van Beije Wollebrantsz om 60 R gld sjaers; 6)2 erfpachtbrieven van 14 hont sjaers, daer men of betaelt 21 en 21 st woorden (?) goutgulden, sprekende op sekere hofstede en erve gelegen in Alblas, facit 14 R gld en 16 st sjaers; 7) twee morgen in Assendelft, welke zijn 2 gaerden ende bruict Willem Clorisz om 6 R gld 10 st sjaers; 8) 1¼ gaerde in Assendelft, bruict Lysbeth Claes weduwe om 3 R gld en 5 st sjaers; 9) 2¼ gaerde in Assendelft, bruict Claes Martsz en Jan Martsz om 7 R gld 3en 14 st sjaers; 10) 4¼ gaerden land in Assendelft, bruict Claes Jacobsz Banninck om 9 R gld sjaers; 11) ¾ morgen gebruict Henrick Enghebrechtsz om 30 st sjaers; 12) 13 gaerden in Assendelft, bruict Henric Gerritsz om 34 R gld sjaers; 13) een huis en erve, beijde saetland en weylant gelegen aen geen syde van de Heemste (Heuster) beeck [bij de Regulieren buiten Haarlem], bruijct Jan Henricxz om 42 R gld sjaars; 14) ½ van die Overwerff, groot 7 geersen, gelegen tot Utgeest, bruict Dirc Bruijnsz om 12 R gld sjaers; 15) 5½ made in Wessanen, en bruict Claes Jan Dirc Gerritsz om 14 R gld sjaers; 16) 1 morgen geheten die Werff mede in Wessanen, ende bruyct Marten Jan Yewijnsz om 5 R gld en 15 st sjaers; 17) een stuck weylants en 4 ackeren weijlant, daeraf 1 acker leengoet is, welcke acker behoort toe Wouter van Bekesteyn ende dit leyt nu all in een stuk lants in de ban van Castricum; 18) 2 ackeren saetlants dat men ploecht somtijts in 2 ackeren ende somtijts in 3 ackeren, leggen omtrent Limmervoerde, bruict Nanne Gerritsz om 16 R gld en 5 st jaers; 19) 6 geersen lants in de ban van Limmen, ende bruyct Claes Jacobsz Kaij? om 5 R gld en 5 st sjaers, belast met een oortje tins die de huerman betaelt; 20) een losrente den penn. 16 van 1 £ gr Vl. sjaars op de 5 grote steden van Holland, sprekende op St Michielskl. binnen Haerlem, dd. 25-04-1528; 21) losrente van 1 £ 10 penn. Vl. sjaers den penn. 16 op de voors. 5 grote steden, sprekende op Dirc Dircsz weduwe, 1528-04-27; 22) stuk hoylants gelegen in Heemskerk, groot 5 geersen en bruijct Dirc Gerritsz om 4 R gld sjaers, belast met 1 oortje tins, die de huerman betaelt; 23) twee stucken weylants gelegen bij t Manpadt ende bruijct Bartelmeus Petersz om 4 R gld 15 st sjaers; 24) 4 percelen saetlants gelegen in de ban van Aeckersloot; 25) 1 geersen lants in de ban van Graft. Ende sijn tesamen groot 1 morgen 2 voeten, bruijct Dirck Claesz om 6 R gld 10 st sjaers

Haarlem en Heemstede