36 resultaten

Ruyven, van | 1488-1489

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes van Ruyven Willemsz "van t naiste artikel hier voren mitsgaders die gelijke artikelen en de 1e, 2e en leste rekening (aangaande de labbaerts) Clais van Ruvens Willemszoon is Crispyn Jansz extract gelevert uut crachte van myns genadichs heren besloten brief" (9191 fol 24); 1489-1490: (920 fol 1) Claes van Ruyven wordt bij brief dd 4 februari 1489 (88) aangesteld als rentmeester van Kennemerland, Amstelland, Waterland, Zeevanck, Muiden en Gooiland, (fol 24) voor zijn wedde 120£; 1490-1491: (921 fol 1) zijn rekening als rentmeester "overgegeven ten Hove bij Jacob van Egmonde van wege de weduwe en Bruninck Spruyt als voecht van de kinderen des voirs Claes van Ruyven, 3 juli 1492", (fol 26v) zijn wedde als rentmeester 120£

Mathenesse, van | 1670-01-21

Berigten Hist Gen III p 128/Arch Mathenesse
Achternamenindex

testament van Gysbert van Matenesse: erfgenaam zijn neef Willem van Matenesse heer van Rascart, die al zijn goederen erft (Sterkenburg, Haaswinkel, de Slinde en Rouwenhof), behalve de heerlijkheid en het huis te Brakel, die komen op zijn neef Jacob Pieck, en het huis van der Does aan zijn neef Emond Pieck; Willem van Matenesse beleend met de hofstad ten Wesenthorst onder Gendringen en andere goederen onder Etten, na dode van Gijsbrecht van Matenesse; 1670-02-20: extract leenboek van Gelre en Zutphen betreffende Sterkenburg, Haaswinkel, de Slinde en Rouwenhof; 1670-02-21: belening met de hofstad ten Wesenthorst onder Gendringen; 1670: uitvaart van Gysbrecht van Matenesse en Aeswijn, de 20e penning uit zijn nagelaten goederen bedraagt fl 18100-18-12, met lijst der goederen behorende aan de familie van Matenesse

Brederode, van | 1667-05

V.R.O.A. 1909 p 158 no 293-297/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

voorstel van wege de graaf van Solms, wiens vrouw erfgename was van Haar Genade van Potelitz, gedaan aan de douagière van Brederode; brief van de laatste aan de heer van Nieuwpoort over de betaling van kooppenningen, waarover geschil bestond tussen haar en de gravinne douagière van Potlitz; 1667-09-06: missiven van de douagière van Brederode; 1667-09-16: sententie van het Hof van Holland in de zaak van haar als moeder van haar zoon impetrante van mandement penaal, tegen Gerrit [Demmer]; ± 1668: minuten van verzoekschriften van de gravin van Brederode betreffende het proces tegen Nicolaas bastaard van Brederode, en extract uit een verbaal gehouden op het Sterke Huis van Vilvoorde ter voldoening aan art 69 van het tractaat van de Vrede te Munster, betreffende de overgifte van archieven

Bochoven, van | 1535-12-13

R.A.H. Coll Aanw 137 Caput Z.H fol 66, 68, 69
Achternamenindex

jvr Cornelia van Bouckhoven, dochter van wijlen Claes van Bochoven, en Gerrit van Vladracken ontvangen verlof tot testeren om over hun lenen te mogen beschikken, volgt: extract uit hun testament dd 1543-11-14 tbv Margriete van Vladeracken: "item Margriete onse dochter besetten wy onsen houve gelegen in den Elshoff tot Geffen. Item wij maken Margriete alle die deelen liggen onder Capelle buitendykster Maze waert, met de hooicampen daarbij liggend" (notaris Johan de Baelen). Op 1566-09-16 beleent Philips jvr Margriete van Vladeracken Gerritsdochter na dode van haar moeder jvr Cornelia van Bochoven met 2 hoeven moers, oostwaerts van de hoeven moers die wijlen Claes van der Merwede liggende had in het ambacht van Zuytwinde in de parochie van Capelle. Hulde doet haar gemachtigde Willem die Haen Pietersz; 1569-04-15 volgt de verheffing van haar lenen op haar dochter

Brederode, van | 1619-12-21

V.R.O.A. 1909 p 150 nrs 237-242/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

extract resolutie van de Staten van Holland, om aan de heer van Brederode de stukken van zijn huis [= familie] en hem [persoonlijk] aangaande, die onder de papieren van wijlen den advocaat van Olden barnevelt gevonden waren, over te leveren (no 237); no 238: aantekening van Walraven van Brederode over ontvangen en uitgegeven penningen 1619, 1620; no 239: aantekening van Walrarven van Brederode van hetgeen Loncius hem en zijn broer Wolfert als officieren moet verantwoorden, 1620-01-15/25; no 240: aantekeningen van Walraven van Brederode en zijn hofmeester [van Haeren] over hun rekening, januari 1620; no 241: bestek voor een Duitsche neerslaande koetswagen, aanbesteed te Utrecht en te leveren in het laatst van maart 1620; no 242: kwitantie voor de vrouw van Brederode voor speldenwerk, 1620-06-18; 1619: huwelijksvoorwaarden van Hans Wolfaard van Brederode heer te Cloetingen, Herwynen, Haeften en Hellouw, en Anna geboren gravin van Nassau-Catzenellebogen

Arkel, van | 1351-04-21

A.R.A. Leenkamer 31 fol 10/Alg Ned Familieblad jg 1886 p 185/R.A. Extract uit het reg. repert Zuidholland, fol 1-453 D op bl 212/R.A. Petit libro EL 33 fol 4/Repertorium A fol 75
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt "want wij wael gevonden hebben bij onsen ouden hantvesten die onse lieve neve die here van Arkel heeft" dat deze "voir recht heeft gheweest an die heerlicheden ende goeden van der Lecke, van der ouder Ammers nederwaart uter jegenheijt die men hiet Vriescken ende dat is tot ende van der heerscap van Blocweer ende van Donkersloot, mit horen gherechten, te weten Streveland, nuwe Leckerland, Brandwijc, Ghibeland, Bleskensgrave, an beyden sijden van den Grave", met de tienden uitgezonderd die aan anderen beleend zijn. De hertog beleent hem vervolgens hiermee tot een recht erfleen