35 resultaten

Cranenburch, van | 1342-12

Reg Rotterdam en Schieland 16
Achternamenindex

graaf Willem verklaart verkocht te hebben aan heer Dirc van Mathenesse de ambachten en gerechten van Ravesberghe, Vronemade, Oude Gravencoep, Nieuwen Gravecoep met alle toebehoren, door wijlen Eggebrecht Jan Eggebrechtsz van hem in leen gehouden en hem van dezen aangekomen, voor 1000 £ Holl, die hij betaald heeft aan zijn kapelaan heer Pieter van de Haye, met belofte hem daarin te zullen handhaven en met bepaling dat als heer Dirc of zijn nakomelingen de pacht binnen het genoemde gebied wilden verhogen, zij dit doen moeten met toestemming van de rentmeester van Rijnland

Gemen, van | 1246-05-26

Urkb Stift Xanten no 758 p 506
Achternamenindex

Jutta de Monemento [Mörmter] en haar dochter Elisabeth van Gemen, weduwe, oorkonden dat zij aan het kapittel van Xanten verzocht hadden anno 1343 wegens zware belasting met schulden en wateroverlast, hun toe te staan, land te verkopen (?); deken en kapittel staan dit toe onder voorwaarde dat deze 2/3 deel van 8 jugera gheel gerooid en daarna bebouwd zouden worden en daarvan tienden aan Xanten te geven, volgens hun brief van 1345, daar door hun nalatigheid de helft van het te kappen gebied niet binnen de afgesproken tijd klaar zal zijn. Als ook de andere helft niet op tijd gerooid wordt, zullen zij een som geld als schadevergoeding geven

bezegeld door: Thoedericus comes Clivensis, Elbertus de Eyl, miles, Johannes en Hermannus de Gemen, kinderen en erfgenamen van Elisabeth

Strijen, van | 1289 (1290-05~)

Van Mieris II p 404, 409, 403
Achternamenindex

oorkonde van 1326-10-04: Jan van Cruninghen en Florens van Borselen zijn naar Oosterhout gereden naar de heer van Striene, gehuwd met de zuster van Floris en zagen mensen metselen aan het huis te Oisterhout; ze vroegen aan de heer van Striene in welk gebied dit huis lag, waarop hij antwoordde: in Brabant "ende somme van dien huise in 's Gravenlande van Holland", bijv de kapel stond in Holland; de beemte waar het huis op staat was gekocht van Copperde van Oisterhoute en het bos van Janne Vemdau [Venedau]; 1304~ : verklaring Willem die Moilnaer " die burch in Brabant, ende dat voirburch in Holland"

ook verklaringen van: Loiper van Bridorp, Jan heer Ghenemansz uten Polre, Willem van Wyffliet

Culemborg, van | 1305-12-06

Regesten Bisschoppen van Utrecht no 60; Van Mieris II 51
Achternamenindex

de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn lenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20 £ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3) de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december a.s, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen

Arkel, van | 1305-12-06

Regesten Oork Bisschop van Utrecht no 60/Van Mieris II 51
Achternamenindex

de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn leenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20£ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3). de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen