37 resultaten
Dalem, van | 1355-04-16
Arch Nassaus Domeinraad, Drossaers, regest 518
Achternamenindex
hertog Willem doet uitspraak tussen heer Jan van Erkel ener en Willem van Oesterhout en Roelof van Dalem ter ander zijde en beslist dat Willem van Oesterhout in het bezit gesteld wordt van alle goederen in Altena waarop heer Jan Erkel tot heden beslag heeft gelegd en dat Roelof van Dalem alle goederen in Holland, Altena en Dalem zal blijven behouden als voor de oorlog en bepaalt hetzelfde voor Coene van Ghasparde, zijn zoon Coene en Gheryt Snoeijen zijn "zwager". Voor hun goederen in het land van de Leck of elders
Deutz van Assendelft | 1733
Inv Arch Marquette no 427, 428
Achternamenindex
toestemming verleend door schepenen van Heemskerk [ondertekend door Deutz] aan de vrouw van Marquette om de weg van het huis Marquette, die zonder permissie is gelegd, zo te doen blijven, en door te trekken tot het huis van Jacob Reyersz, mits zij een geschenk geeft aan de Geref kerk te Heemsker; 1734: akte van ontvangst door de kerkmeesters; Inv 428: overeenkomst tussen de heer van Heemskerk en de vrouwe van Marquette om de laan van het huis Marquette zo te houden en door te trekken tot het dorp Heemskerk en het huis van Cornelia Groenland, mits zij ongelijk bekend en bijdraagt tot de reparatie van de Geref kerk (1734)
Heemskerk
Wassenaer, van | 1468-02-01
Coll Aanw 238/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
de heer van Wassenaer contra Gerrit de bastaard van Culemborch (fol 205); 1468-02-04: heer Jan van Wassenaer, ridder, had in 1464 aan zijn zuster jvr Elisabeth gemaakt het gruitgeld en hopgeld te Delft (leen van Holland), opbrengend 250 £ per jaar; wegens zijn vordering op de heer van Wassenaar had Gerrit hierop beslag gelegd (fol 220v); 1468-02-09: Gerrit spreekt ook de jvr van Wassenaar, chanoinesse te Bergen in Henegouwen aan, als zuster van de heer van Wassenaar; zij stelt dat zij sinds 1441 in het rustig bezit is van haar goederen (fol 249v); 1468-02-17: de jvr van Wassenaer als voren (fol 291)
Hage, uten | 1394-1395
Rek Rentmeester van Woerden fol 8 en fol 1 (1395-1396)/R.G.P. 182 p 165, 171, 177, 178
Achternamenindex
van coste up ten huse ten Nesse gegaan: in den eersten an die nederste brugge, 3 ghebinde mitten subben die daer toe behoren, costen 4 £ 16sc, de horden, 46sc, ijzer 3sc, arbeidsloon 3 dagen met kost 36sc; vertimmerd aan het bouwehuys, voirborch etc, de muur aan de zaaldeur, de grachten schoon te maken, samen 5 £; op het huis te Nesse lagen 12 knecht, wachter en portier; 1395-1396: renten binnen Woerden, het huis ten Nesse met 42 morgen land, op 1395-09-06 was Henric Jansz uter Hage ten Nesse gezonden om het te bezettten, 25 knechten voor 10 dagen, verderekosten: eiken planken waarop loden goot gelegd is, 16 ankers, ter bevestiging van de tinnen, wederhaen, 1500 leynagel, innerste en uterste graft schoongemaakt (verkort)
Weer, uter | 1516-02-01
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2731, 2738/1
Achternamenindex
Cornelis uyter Weere leende in 1482 van Coert Endeman (Duits Hanze koopman) 490 goud gld; processen. Nadat op zijn goederen beslag was gelegd zou hij 13 morgen onder Ketel aan zijn zwager Pieter Plumion hebben verkocht; Coert sprak Plumion aan, sententie 1516-02-01; 1519-1522: Pieter van Craken, priester te Leiden, had bij testament zijn huis nagelaten aan zijn broer Cornelis uter Weer; Endeman liet dit huis verkopen, verkoop ongeldig; magistraat van Leiden verkocht dit huis aan Alydt Jansdochter, wier overleden man een zwager was van Cornelis Uyterweer, voor 1210 schulden; de koopprijs toegewezen aan de crediteuren van Pieter van Craken; 1505-10-20: schepenen van Leiden oorkonden dat Pieter Uyterweer [= van Craken] pastoor van de St Pancraskerk erkent aan Jan Kerstantsz en de weesmeesters 190 R gld schuldig te zijn, onder verband van zijn huis aan de Hoge Woerd; 1522-03-05: Alyd Jansdochter kocht dit huis
Lippe, van der | 1691-04-05
V.R.O.A. 1909 p 170 no 381/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex
akte van survivance van Simon Hendrik regerend graaf van der Lippe voor Pierre Paget de Bragard, heer van Kamp en Bonnefond, die gouverneur van zijn oudste zoons geweest was, van de drossardij van Vianen en de schoutambten daartoe behorende. Ook van de drossardij van Noordeloos en de 2 heemraadschappen in de Alblasserweerd en de Overweerd daartoe behorende; 1693-05-29: akte van cassatie van voormelde akten omdat gezeide Paget maar een ontleende naam voerde en een heel ander persoon was dan waarvoor hij zich uitgaf, verzegeld en op 1693-06-27 verzegeld in de charters op Batestein gelegd; 1694-07-27: verklaring over de afkomst van Paget door gravin van der Lippe; 1700-10-20: brief van Simon aan de heer Paget volgens de welke hij hem geen drosaard van Vianen en Noordeloos kon maken wegens het verbod, op straffe van onterving, van zijn ouders, hetgeen zijn eigen schuld was, omdat hij te veel gesproken had; 1700-11-05: brief van Paget de Wulve aan Simon over zijn belangen
Weent~ | 1555
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 513
Achternamenindex
Jan Wentsz: bij zijn huwelijk met Adriane beloofde haar vader Cornelis van Megen hun 2000 gld als bruidschat te geven, maar betaalde niet; na Cornelis dood kwam zijn weduwe Wyve in financiële moeilijkheden en verkreeg cessie; Jan vroeg preferentie voor zijn vordering; 1550-12-10: Jan Wentsz Jacobsz gehuwd met Adriana van Megen, dochter van Wyfve Cornelisdochter weduwe van Cornelis van Megen, waardin in de Hollandse tuin te Dordrecht; 1550-12-10 had Wyfve haar huis verhypothequeerd, als zekerheid voor haar schulden. Haar schoonzoon Jan Wentsz stelde zich als borg. In verband met haar insolventie verkreeg zij op 1551-08-08 van de vorst brieven van cessie, die in oktober d.a.v. ten uitvoer werden gelegd. Processen over de preferentie van de vorderingen: aan Jan Wentsz was bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1546-06-28 fl 2000 toegezegd, dat nog niet was uitbetaald. Dit laatste werd door Jenneke ontkend. Zij eiste van haar kant preferentie voor een bedrag van 166£ voor geleverde goederen, en 35£ voor een bedrag op haar als borg van Wyfve Cornelisdochter verhaald. Intussen werd ook geprocedeerd met Hans (Jan) Fobis die zo snel mogelijk contanten wenste te zien (eis afgewesen in december 1553) en met Andries van Baesroede e.a. Vermoederlijk deed de Grote Raad omstreeks 1562 uitspraak. Bijgevoegd onder f: attestatie van notaris Marten Omen van 1527-01-08, 1527-07-25, 1527-09-27 en 1531-07-08, betreffende de nagelaten goederen van Henricsken Jacobsdochter, weduwe van Jan van der Schore [de oude ?] tbv Jan van Scaftenberch e.a., erfgenamen onder beneficie van inventaris