Asperen, van | 1492-01-01 -12-32

Rek Rentmeester van Arkel, Asperen no 2227 fol 25, no 2229 fol 22v, no 2230 fol 31, no 2231 fol 26, no 2232 fol 34v, no 2233 fol 37, no 2234 fol 33

Achternamenindex

Folpert Gorijsz heeft in pacht den Eijngweert, houdende 1 ½ morgen land, voor 10 jaar, voor 8 R gld 1 ½ vort, hiervan het eerste jaar 4£ 3 sc 9 d (ook in 1493, 1494, 1495, 1496, 1497, 1498, 1499); 1499: dat Volpert Gerijtsz lest in hure hadde heeft nu Thijs Volpertsz om 7 pond 4 sc den koep mijns heren helft

Polanen, van | 1409-07-13

Reg Rotterdam en Schieland no 1761/Reg Lenen van Honingen fol 138v

Achternamenindex

Gillis vrouwe van Castrechom en Cralingen, verklaart, nadat Doe Gerijtsz voor haar voogd heer Dirck van der Lecke en voor haar mannen Jan Willemsz van den Oudendijck en Willem Ghysbrechtz, haar had opgedragen een huis met werf en land aan de westzijde ervan, gelegen aan 's graven uuterdijck in haar ambacht ter Ouderschye, dit goed in erfleen gegeven te hebben aan Danel Danelsz

Haer, van der | 1454-02 - 1555-02

A.R.A. Grafelijke Rekenkamer no 2173

Achternamenindex

rentmeestersrekening land van Arkel: ontvangst van de tienden te Oud Arkel (ook in de vorige rekening) van de Hairweg tot Sander van der Hair, houdende 21 ½ morgen koren, 2 morgen vrijer tiende en de tiende uit 1 ½ morgen, kocht Alairt Claesz; - van Sander van der Hair tot de Oude Vliet toe, 41½ morgen koren, 4 morgen vrijer tiende en de tiende uit 1½ morgen, kocht Aelbert Gerijtsz

Heye | 1472, 1474

R.A.H. Coll Aanw 148 fol 129, 362v, 350v

Achternamenindex

lenen aangebracht in 1472, 1474: - lenen gehouden van heer Jan van den Vliet: Dirc Claes Heijenz een half viertel in den lande van den Vliet; -Willem Heije Gerijtsz een windmolen in Maesland en in hetzelfde ambacht een hofstede met 8 morgen land, gelden per jaar vrij 36 £; leenmannen van Willem van Cralingen: - Gherijt Heije houdt van Willem van Cralingen 16 morgen land in Slupik, gelden per jaar vrij 3 £ 4sc

Culemborg, van | 1417

Leenregister Culemborg fol 1, 15, 14v, 1v, 76

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: mannen van de heer van Culemborg: Gysbert, bastaard, Jan Philipsz en Jan Gerijtsz, Gerit van Kulenborg en Jan Cesar; 1421-09-10: Jan van Kulenborg, Reyner van Mauderic en Deuke van Ecke; 1423: Peter van Culemborg, onse broeder, Jan van Eck Woltersz, Geryt van Killensteyn, Geryt Cesar; 1423-12-23: Peter van Kulenborg, onse broeder, Geryt van Culenborg, onse broeder, Jan van Culenborg, onse neve

Doijs | 1477-04-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 447

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Steven Doijs maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Hanniken Gerrit Krijxt dochter, "ut die heerlicke goederen die hij van ons te leen houdt geheten die Schalbrinck, die Rutger Gerijtsz nu ter tijt bruict. Noch een maet gelegen over die Eem dat Heyn Nagel bruyct, en 2½ schepel roggelants dat Aefken Gherbarts bruyct en noch 5 spijnt roggelants dat Willem Jansz bruyct", 10 gouden Rijns gld per jaar aan rente

mannen: Peter Dijer, Peter Willamsz, Evert van Heze

Beresteyn, van | 1472-12-05

Amsterdam Archief Weeskamer lade 17 B 23

Achternamenindex

Pieternelle Jacob van Berensteijns weduwe, en haar voogd Albert Ottenz aan de ene zijde en de drie kinderen bij Jacob, haar man zaliger, als Ghysbert, Oede (nonne bij de Oude Nonnen), Duve met Jacob Gherijtsz, haar voogd, en met Wouter Claesz, Willem Mathijsz, Albert Ottenz voornoemd en Jacob Gerijtsz voornoemd, haar vier vierendelen, bewijst hun vaderlijk erfdeel, o.a. het huis waar Peternella nu in woont in de Kerkstraat en een huis op de zuidhoek van de Molensteghe

Monijck, de | 1454-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 366v, 392v, 380, 398

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Claes die Monijck als momber van zijn neef Jan Gerijtsz in Borselen, ½ tiende in Hoegenlande, zoals heer Phillips van Borssele heer van Cortgene van ouds in leen hield, en aan zijn nicht de vrou van Poeck bestorven zijn, en bij wanverzoek van haar man heer Daniel van Boechout, aan de abdij vervallen waren, daarlaatstgenoemde deze halve tiende zonder consent van de abt aan Geryt Jansz des voirs Jan Jansz vader verkocht had, hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 groten oude Coninx Tourn; "heeft verzocht Claes Jan Betsz in eodem libro fol 398v"; 1472-07-21: beleend mr Henric Walichsz als momber van zijn neef Claes Jan Betsz, na dode van zijn oom Jan Gerytsz in Borssele; "dit heeft ontvangen Peter Cornelisz in libro abbatis de Stege fol 15"; 1473-03-25: beleend Petronella Goijert Mensendochter met haar man Joest zoene Dircsz, na dode van haar oom Jan Gerijtsz; "dit heeft Claes Beth"; 1478-06-21: beleend Claes Jan Bethsz, nu mondig

mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Schoenenburch; 1472, 1473: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell; 1478: Eerst van Meerten, Johan Taets

Borre | 1424-04-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 125v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Borre Claes Bannenz en Henric van der Bilte dragen op tbv Henric van Zanten Gerijtsz een stuk veen dat zij van de abdij in leen hielden, hen aangekomen na dode van zijn vader, gelegen in Zoeser Veen, strekkende van den herden lande tot aan Hezerveen, belend zuid: Gysbert Henrixz erfgenamen en Geryt Rutgersz van Hilhorst mit gemengeder voren, noord: Jan Borre met een vierdel veen; Henric ontvangt dit tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Aelbert van Baren, zijn zoon Volquin van Baren

Schaep | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Evert Scaep 4 morgen in het overste van de Gheer in het Vreedstro bij de Bisschopsgrave (fol 43v); - Evert Scaep 1 viertel in t Vreedstro op de Bisschopsgrave; die heeft Elyaes die becker (fol 52); - Ghysbert van Culemborg bastaard: ½ morgen 85 roeden op Redichemervelt, belend boven Ghijsbert zelf en Gerrit Scaep, beneden: Jan van Vrancrijk en Peter Leest (fol 53v, 54); - Hubert van Mauderic: 13 morgen met een hofstede op Pariservelt, belend boven: Lambert Gerijtsz met leen van Culemborg en beneden: Gerijt Scaep (fol 57v)