35 resultaten

Roop, le | 1746-10-14

Inv Arch Bennebroek no 237 p 103
Achternamenindex

verzoekschrift van Jan le Roop die onlangs huurder is geworden van den Zwarten Hond, ook wel genaamd het Regthuis, aan de heer van Bennebroek, om in den Zwarten Hond de tapnering te mogen uitoefenen. Dezelfde verzoeken van opeenvolgende casteleins: 1750-04-18: Hendrik Reynierse Penning, 1752-05-04 Claas Yselendoorn, 1755-04-18 Leendert van Keulen die aanstaande mei in den Swarten Hondt gaat wonen; 1743-04-18: verzoekschrift van Gysbert van Fulpen, hospes in de Dorstige Kuyl in Heemstede, voor zijn dochter Cornelia, aan de heer van Bennebroek om in den Zwarten Hondt de tapnering te mogen uitoefenen, als die herberg op 28 augustus door het vertrek van Leendert van Keulen verlaten wordt

Herlaer, van | 1584-04-07

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden 243 VIII a/3 fol 7, 7v
Achternamenindex

Frederick Cornelisz heeft gericht op Lambert Jansz voor 90 gld, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz (fol 7); 1584-05-17: Frederick Cornelisz koopt van Lambert Jansz goed voor gld, en verkocht Frederick Cornelisz (aan) Conraedt van Stenhuys Lambert Jansz goed; Conraerdt van de Stenhuys heeft dat zelfde goed met transport weer opgedragen Frederick Cornelisz, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz; 1584-06-02: Frederick Cornelisz heeft insettinghe gedaan in Lambert Jansz goed vermogens zijnen schepenschuldbrief, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz; 1584-06-06: Frederick Cornelisz als beseten wesende van Lambert Jansz geeft te kennen dat hij wil weten waarvoor Lambert Jansz hem beseten mach hebben, ofte bij alsoe verre nijet, soe presenteert Frederick dat Lambert hem laet lieggen [= liggen, = gijzelen] in een herberg

Ammerzoden

Arkel, van | 1426-07-10

Kroniek Hist Gen dl VII p 60 t/m 70
Achternamenindex

Dirk de bastaard van Arkel, hofmeester van Jan van Arkel, rekening archief Buren wat de heer van Arkel "ut sijns zelfs buijdel" gegeven heeft: heer Jan van Arkel reisde na zijn vrijlating uit Sevenbergen, van Brussel (waar hij geruime tijd in de herberg de Spiegel vertoefde) over Eeklo, Sluis, waar hij met de hertog van Bourgondië overvoer naar Zierikzee, Rotterdam, Delft (16 juli waar genoemd Jan van Ravestein), Leiden, Haarlem (hier genoemd Alfaert van Schonouwen, 24 juli) en aankomst op het slot te Oijen op 25 augustus); item Willem de bastaard krijgt 6 cromstraerte. Amsterdam: item gaf mijn heer Otto de bastaard 10 Holl sc, daer hi mijnen lieven heer bewisinge af doen sal. Op 23 augustus voer mijn lieve heer van Aemsterdam tot Herderwijc. Teruggegeven aan Heynric Jan Sandersz die aan heer Jan 500 sc geleegend had, 4 sc. Anthonis, mijns heren clerc en Floris Jansz mijns heren buttelgier

Does, van der | 1583-09-23

Hof van Holland no 561 akte 200/W.J. van Balen: Nederlands Voorhoede p 107
Achternamenindex

sententie Hof van Holland: proces van Josyna van Sydenburch in den Hage contra Franck van der Does, die een kind bij haar verwekt had en onwillig was gebleven haar te trouwen of het kind te onderhouden; 1582-03-21: had het Hof beslist dat hij haar binnen een maand moest trouwen of haar jaarlijks 60 £ uit betalen; 1582-04-03: had Vranck aangezegd haar niet te zullen huwen en waar gedaagde "een lopende jonckman" was en er dagelijks op zinspeelde dat hij buitenlands wilde gaan, waardoor voor Josyna het effect van de sententie van het Hof tot nul zou zijn gereduceerd, vroeg en verkreeg zij van het Hof het arrest van gedaagde. Aan hem was arrest aangezegd in de herberg de Swaen op de Plaets in den Haag alwaar hij door twee boden van het Hof werd bewaakt. Vranck ontkent zich wel verbonden te hebben, hij heeft aangenomen als "commissaris van de Vicres ofte Provianden voor het leger van H.H.Staten te dienen onder jr Aernt van Dorp als superintendent" en wil als zodanig zijn post gaan vervullen. Het Hof verklaart het arrest rechtmatig en Vranck zal moeten betalen volgens de uitspraak van 1582-03-21; [jongere zoon van Johan van der Does heer van Noordwijk en Anna van Nyenrode? Later op Ternate]

Dullaert | 1343, 1344, 1345

Grafelijke Rek Holland III p 415
Achternamenindex

rekening rentmeester Kennemerland: achterstallige renten van tienden: - Gheraert Dullaert van den thiende van der Zuytzyde van den Westenland 6 £ 11sc; 1344: bi myns heren sgraven brieve gegeven op St Luciendach 1344 te Haarlem betailt ende off geslegen Gheryt Dullairde, die mijn here hem gegeven heift ende quytgelaten van der scout die hi sculdich was 8 £; 1345: thesauriers rekening Duitse reis van de graaf: te coninxbergen bij Dirc van Pottes betaelt Heinric Piper van 1 paard dat hi van huys borcht hadde jegens Geraet Dullaert ende men here noch niet betaelt en hadde 30 scilden maken 45 sc Grote; 1345: rekening van Ysbout van de kost van sgraven herberg - van heren Floris van de Bouchorst bij mijns heren brieven van Beaumont gegeven in den Hage des Donresdags na St Bavendag 1345 om Gherarde Dullaert te betalen van alrehand provanchien die hij had doen bereiden tot mijns here behoef jegens die reyse om die Vriesen 54 sc 10 d gr. Item van Gheraert Dullaert ontfangen dat geld dat quam van den corne at Dirc, clerc an zijn broeder Gysbrecht vercoft hadde doe men weder van Vriesland comen was om te betalen t backen tot Oudewater ende tot Haerlem van mijnen heren brode dat men ter voorseyden reysen op die Vriesen ghevoert hade etc. maken 6 £ 18 sc 7d gr