35 resultaten
Zael | 1400-02-29
G.A.Amsterdam Arch St Jorishof en Leprooshuis gemengd no 22, 23
Achternamenindex
schepenen van Amsterdam: Claes Zael Jacobsz en Meynaert Symonsz; 1400-05-28: Pieter Jacobsz en Claes Tsael Jacobsz
zegel van Pieter: 2 dwarsbalken, de bovenste beladen met 3, de onderste met 2 St Andrieskruisjes, in het schildhoofd links een …; zegel van Claes: idem met in het schildhoofd in het midden een ….
Pijl | 1475-10-07
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 227
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beerte Lambert Pijls weduwe en Herman Andries Botsz compareren voor de abt, waarna Beerte opdraagt vier schaer weijen en een stuk land geheten Kriexcamp, strekkende uit de Eem tot aan de bisschopswech toe, zuid: nakomelingen van Hubert van Pallaes, noord: de heren van Vrelant op beyden eynden ende midden een hoijwech; Herman draagt op 8 schaer weijen gelegen in een stuk land geheten Kriexcamp, strekkende uit de Eem tot aan de bisschopswech toe, belend noord: Beerte Rycout Willamszdochter met ⅓ deel van deze camp, zuid: die schut[ters] en Pieter Willamsz; vervolgens wordt Peter Andries Botsz met deze 4 en 8 schaer beleend, omdat hij onmondig is, doet Herman Andries Botsz de eed voor hem; Beerte Lambert Pyls weduwe behoudt haar lijftocht aan deze 4 en 8 schaer; "item van desen goeden hebben sommige personen tot Zoes als mr Sierc Arntsz ende noch hore drie, vier hofsteden in erfpacht"
mannen: Herman Berntsz, Johan van Helmont
Haerlem, van | 1248-10-16
G.A.Heemskerk Dossier/Ratelband: Bibliografie Zuid en Midden Kennemerland p 124/Kort: Inv der heren van Haarlem p VI/Van Foreest: Hof van Holland p 59-61, 69
Achternamenindex
graaf Willem Rooms Koning, draagt het Hofland te Heemskerk over aan Symon van Haerlem en Willem van Egmond [lees: Wouter van Egmond] "curtim nostram in Hemezkerke que vulgariter Hoflant dicitur", als allodium; Symon van Haarlem bouwde zijn versterkte huis te Heemskerk, waarvoor hij het terrein van de graaf in 1248 kocht (Van Foreest)
Groesbeek: volgens mij niet Oud Haerlem maar Meeresteyn
Egmond, van | 1248-10-16
A.R.A. Familiearch Van Vredenburch Inv 642/G. Ratelband,: Bibliografie van Zuid- en Midden Kennemerland p 124/H.A. van Foreest: Bijdr Gesch Oudheidkunde van Nederland 17e deel p 52 e.v.
Achternamenindex
Wouter van Egmond en Symon van Haerlem kopen van koning Willem II en zijn broer Floris, curtim nostram in Hemezekerke [Heemskerk] gewoonlijk "Hoflant" genoemd, als allodium, vidimus 1315-06-12 [niet Oud-Haarlem doch Meeresteyn]
Tengh | 1545-1555
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex
1540-08-02: Jan Tengh c.s. verzocht de gravers die aarde uit dit land weghaalden dit te doen uit het midden en niet langs de oever van de Merwede, doch zij weigerden; 1545-1555: Aernt van Cuyl Henricsz, Jan Claesz Tengh [ Teding ?] en Heynrick Gerritsz van Schoonhoven, mede [!] als voogden van de dochter van Osten Jansz, en Frans Kaerle, contra burgemeesters, regeerders en thesauriers van Gorinchem. Eisers pachtten op 1545-02-03 ¼ deel van een weiland genaamd "Ostiensweerd" van Gorinchem voor de tijd van 8 jaar, gelegen langs de Merwede tegenover Woudrichem, ¾ deel hadden ze in eigendom [eisers ?]. Toen eisers over 1546, 1547 en 1548 geen pacht betaalden, daagden de thesauriers hen voor schepenen van Gorinchem. Eisers voerden aan dat Gorinchem hen door het afgraven van hun land in hun bezit hadden gestoord. Processen voor het Hof van Holland. Op 1548-12-20 eisten zij vernietiging van de executie. In de loop van het proces verwierven eisers .. mandement, waarbij aan verweerders bevolen werd het kanaal, dat zij door hun land gegraven hadden te dempen en de schade te vergoeden. Een tweede proces voor het Hof. Eisers vroegen schadevergoeding voor verlies van aanwas en wegspoeling van hun land. Gorinchem verweerde zich met dat er in het belang van de stad gehandeld was. De Merwede stroomde vroeger nl langs de stad, maar nu had hij zijn loop verlegd. Hierdoor kon er geen tolgeld meer worden geind en ging de handel achteruit. Op 1544-07-03 verkregen ze octrooi om een kanaal te graven door een stuk land van de keizer, naast Ostiensweerdt gelegen. Verder hadden zij een kanaal tussen de Keysers weerd en een stuk land van de gravin van Hornes gedempt. Hiertoe hadden ze aarde gestoken uit het land van de eisers, maar zij hadden slechts de langs het water uitstekende stukken, die anders toch weggespoeld zouden zijn, gebruikt. Bij elkaar was het meer dan een hont, waarvan ¼ eigendom was van de stad. Ze boden daarom aan de waarde van ¾ hont te betalen. Ze ontkende dat zij gegraven hadden door eisers land en dat eisers vroeger meer aanwas hadden. De eis van de stad om de pacht te innen bij Job de Molenare, pachter van eisers, werd door het Hof 1549-05-12 niet ingewilligd. Het Hof verklaarde de executie nietig en veroordeelde Gorinchem tot de proceskosten. In het tweede proces stelde het Hof schadevergoeding aan eisers op 20 Kar gld. Eisers gingen vóór 1554-03-04 hiervan in appel bij de Grote Raad. Intussen gelaste het Hof op 1555-07-02 aan eisers de pacht te betalen