Tulle | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan van Sconauwen een viertel te Scalcwijk, die Jan Tullenz houdt van de vrouwe van Sconouwen (fol 21v); - Willem van Oestrum Jan Tullenzsz 2 morgen te Scalcwijc, belend boven: de heren van St Meerten te Utrecht, beneden: Willem zelf (fol 8v); - Sweder Petersz 2 morgen waar Willem Jan Tullenz.z. een luesse aan heeft, belend boven: St Mertyn, beneden Willem Jan Tullenz.z. (fol 4); - Jan Tullenz 2 morgen te Scalcwijck, erfleen (fol 24); - Geryt Doijs Willemsz 2 morgen te Schalckwijk in het gerecht van Culemborg, belend boven: St Mertijn, beneden: Henrick Geritsz van Cleve, samen met Johan Tullenz

Heumen, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 4v, 17v, 30

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hughe van Honswijc 1 viertel land gelegen tot Scalcwijc, belend boven: Gherijt van Oestrum met leen van Culemborg, beneden: Jan van Huemen, idem, (na hem is dit leen gekomen op Henrick Willemsz die het overdroeg aan Lambert Geritsz) (fol 4); - Geryt van Voern Swedersz een halve hoeve land gelegen op Achthoeven, belend boven: Jacob Voernsz, beneden: de kinderen van Huemen (fol 17v); - Jan van Huemen 1 viertel land, als die ghelegen is, belend boven: Lysbet van Honswijc, beneden: Angniese Gheenkens (fol 30); 1423: Jan Ghijsbertsz van Huemen draagt dit viertel op aan Jan van Beesde Hermansz, belend te Schalwijc boven: Lambert Gerytsz, beneden: Floris van Jutfaes

Zijl, van | 1385-03-23

S Muller: Reg Bisdom Utrecht II p 703

Achternamenindex

Goden van Lyenlar 1 mansum, Smeedshoeve geheten, gelegen op Amersfoorder-enge

Borre van Heemstede, Ponciaen van Zijl, Gerardus van Beest, Johannes van Oestrum Nicolaasz

Honswijk, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gelis van Baeck Heinricsz van Honswijc 1 viertel land te Scalcwijc, ten erfleen, met lijftocht voor zijn moeder (fol 52v); - Hubert Jansz (doorgehaald en vervangen door Wolter Koevoet van Bonendael) 4 morgen te Everdingen, van de Leckdyck afterwaerts gemeten, boven: de heer van Arkel, beneden: Geryt van Honswyck, erfleen (fol 52v); - Willem van Oestrum 1 viertel land boven in Scalckwijck, belend boven: de kerk van Scalckwijck, Willem van Mynden op het einde van de Goijerdijck en Kasijn die Heelt op het einde tot de Scalckwijcker wetering, beneden: Huge van Honswijck met leen van Culemborg (fol 60v); - Bertout de paep van honswijc 3 morgen, belend boven: Heinric Jansz en Herman Jacobsz, beneden: Herman Aerntsz (fol 36v)

Heelt, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 60v, 61v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem van Oestrum 1 viertel land boven in Scalcwijck, belend boven: de kerk van Scalckwijck, Willem van Mynden op het einde van de Goijerdijck en Kasijn die Heelt op het einde tot de Scalckwijcker wetering, beneden: Huge van Honswijck met leen van Culemborg (fol 60v); - Heinric die Heelt de overste helft van een hofstad en van 4 ½ morgen te Honswijk samen met zijn vrouw Trude Willem Henrickszdochter, strekkende van de halve middelsloot tot in het Botterdiep, belend boven: de heer van Culemborg samen met Heinric die Heelt, beneden: Henric die Heelt (1423: Henric beleend); - Trude Willem Heinrichsz dochter vrouw van Heinric die Heelt de nederste helft van voornoemde hofstad (1414, 1423: Trude heeft dit ontvangen op St Peter en Pouwels avond) (fol 61v)

Scade | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Ghysbrecht Scade 3 ½ morgen ter Weijde, als lijftocht voor zijn vrouw Aleid (fol 29v); - Jan Hermansz van den Velde 3 hont te Buesinchem, belend boven Jan Hermansz en Ghysbrecht Scaden, beneden: Jan van Buren met leenland (fol 37v); - Ghysbert Scade het goed dat hij hield van Hagenstein, gelegen in het gericht van den Goije: 4 morgen, belend boven: de heren van St Marie en de erfgenamen van Wouter Scade van den Zande, belend beneden: de bisschop van Utrecht; Ghysbrecht Scade verkocht een morgen aan Hubert van Goodbertingen en de andere 3 aan een knape Jan Woutersz, die ontving ze van Sweder van Vianen; Jan Woutersz verkocht deze 3 morgen weer aan Gheryt van Oestrum, die ze van Sweder van Vianen ontving (fol 58)

Eck, van | 1445

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 290

Achternamenindex

leenregister abdij van St Paulus Utrecht: de abt oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten, Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt hem opdroegen "dat oude erff tot Scherpenzeel en dat getimmerde dat daer op staet, alsoe alset Willem Lambertsz te bruken plach, ende Deuken ende zijn voorvaders dat van ons en van ons abdien voirs te tijns gehouden hebben", belend oost: Jan Ottenz nakomelingen met Berckhorst en Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel met de derp van Scherpenzel en met Rynesse, noord: Ot en zijn bos, zuid: jonge Egbert die Beer met Winniclaer. Vervolgens wordt hiermee beleend Wouter die Beer tbv zijn vrouw Margriete van Huekelem; 1457-04-01?: dragen Wouter de Beer en zijn vrouw Margriet dit tijnsgoed over aan Dyerck van Oestrum. (Dit heeft nu: Egbert de Beer)

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe

Schalkwijk, van | 1410~

Leenregister van Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Steven Aerntsdochter van Schalcwijc 4 morgen op Parijs, belend boven: Wouter Coevoet, beneden: Wouter bastaard van Culenborg; - Dirc Willem Ossenz 1 viertel op Parijs, strekkenden ter kade toe, waarvan een brief was van Steven Aerntszdochter van Scalcwijk (fol 3v); - Claes van Oestrum de hofstat te Scalcwijc die van Ghysbert van Scalcwijc was, samen 8 morgen (fol 24); - Jan van den Sande 1 hofstede die van Ghijsbert van Scalcwijc was, is een ½ hoeve; - Heinric van Scalcwijc 2 hoeven land bij de Diefdijc; - Ghysbert Heinrics broeder heeft een halve hoeve naast Willem van Everdinghen ontvangen; - Heinric van Scalcwijc zijn huis, hofstede en molen en het land (fol 47); - belend van Evert Loef: de kinderen van Arnt van Scalcwijck (fol 61v); - Johan van Eck Woltersz de tiende van Wolfsland en de tiende daarboven gelegen die Hubert van Lopick kocht van Gysbert van Schalckwijck, tussen de Diefdijck en Pariser tiend en heer Geryt van Veen, proost te Arnhem, van de heer van Culemborg hield (fol 63v)

Oostrum, van | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem

mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz

Honswijk, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hughe van Honswijc 1 viertel land gelegen tot Scalcwijc, belend boven: Gherijt van Oestrum met leen van Culemborg, beneden: Jan van Huemen, met leen van Culemborg (na hem is dit leen gekomen op Henrick Willemsz die het overdroeg aan Lambert Geritsz) (fol 4v); - Willem van Honswijc, een akker land te Honswijc, belend boven: Willem van Honswijc met een akker, leen van Vyanen, beneden: Willem die Heelt (fol 13); - Jan van Huemen 1 viertel land, als die ghelegen is, belend boven: Lysbet van Honswijc, beneden: Angniese Gheenkens (fol 30); - Gerit van Honswijc treedt op als momber voor Johan Coppier Dircsz bij een belening te Honswijk (fol 51v); - Heinric Willemsz, 1 hofstat met 2 morgen te Scalcwijk, waar hij zelf op woont, belend boven: de heren van St Martinus, beneden: Heinric zelf, na hem wordt Jan Willemsz met dit leen beleend en opnieuw in 1423 (fol 53); - Volcwijn Scelenz 1 hofstat met 3 akker land in Ryswiker maelscap, belend boven: Deenken en zijn vrouw Heilwich, beneden: Heinric Willemsz (fol 39v)