40 resultaten
Arkel, van | 1272-11-04
Arch Duitse Orde no 494/5 p 589; v.d. Bergh II no 244; Noordbrabantse Charters fol 4; Van Mieris I p 365, 366; Hist Episc Ultrj I p 226; Kerkelijke Oudheden Bisdom Utrecht II p 311; Mathaeus: Analecta V p 216
Achternamenindex
Johannes heer van Arkel bevestigt het Duitse Huis te Utrecht in het bezit van alle goederen en rechten te Schelluinen, geschonken door wijlen Theodericus van Altena ("zijns vaders") (1265-03-27 en 1268-05-02), die deze van Muloc gekocht had. [de toevoeging "zijns vaders" ontbreekt in het origineel in de archieven van de Duitse Orde onder 2476; Een afschrijver moet de woorden toegevoegd hebben. Hij zou dan geweten moeten hebben dat bv Dirc van Altena stiefvader van Jan van Arkel was, waardoor ook het verband van Arkel met Altena verklaard zou zijn]
testes: Wilhelmus de Horne en Otto de Heuclum patruus meus
Wateringe, van der | 1352-12-22
A.R.A. Leenkamer 32 (39 ?) Copie fol 28v/Reg EL 23 (25 ?) fol 19
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt: dat wi bevolen hebben heren Willem van der Wateringe, onse baljuw van Rynland en den lande van Woerden of wien hi in syn stede set, te vercoopene alle dergheenre lande die op den huse te Poelgeest leggen, mit twee mannen die onse stede van Leyden daertoe setten sullen, ende wat sij daer toe doen, dat sullen wi ghestade houden, ghelyc of wyt selve gedaen hadden. Ende alsulcke brieve daer of geven dat goet te waren alse denghenen denct diet copen dat si daermede verzekert zyn. Dit sal geduren tot onsen wederseggen, en de baljuw moet hem goede rekening doen [jaartal ontbreekt, = 1352]
Florentii de Borsalia filii domini Nicolai, Wilhelmi Heerman, Ysbrant [Bertouts]
Spijk, van | 1533-05-08<
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel fol 72v, 97v, 98v
Achternamenindex
Walraven Roeloffs heer tot Spijck verkoopt een losrente van 24 gouden Kar gld aan Cornelis Barthouts Jansz, losbaar de penning 16, belopende 384 Kar gld,waarvan de eerste rentebetaling zal moeten geschieden op 1533-05-08, en verbindt: de hoge en lage heerlijkheid van Spijck, aengaende van die Hoove aent Oosteynde, streckende westwaerts totter Linge toe, het slot geheten de Cloot met 10 hont land en de gehele tiende van alle Spijck, behalve de provende [datum ontbreekt evenals het slot van de akte]; 1533-01-20: hij verkoopt aan dezelfde een losrente van 36 g Kar gld op dezelfde heerlijkheid; 1533-05-21: bevestigd door keizer Karel als leen van de heerlijkheid Arkel
Brederode, van | 1671-11-16
G.A. Schagen Memoriaal
Achternamenindex
Wolfert van Brederoede, gebooren grave uytten graefelycke huyse van Hollant, souverain van Vyanen, Ameyde etc, erfburggraaf tot Utrecht etc, heere van Brederode, Schoorl, Camp Noordeloos, Haeften, Herwijnen, Hellouwe, der landen en heerlyckheden van Voshol, ritmeester, oorkondt dat voor joncker Cornelius Ascanius van Sijpesteijn heer tot Sypesteyn ende [canonic ? woord ontbreekt] ten Dom tot Utrecht, baljuw en houtvester van Brederode en stadhouder der leenen van Brederode, Aeltje Aeriens, weduwe van Jan Walich van Valckenooge, ende moeder mitsgaders ab intestato erffgenamen van haren enigen soon Aerjen Jansz Walich, beleend is met 3½ geersen lants gelegen in de ban van Valkenooge, geheten Maertensven, belend west: Willeboord Jansz, zuid: Pieter Cornelisz van Groenevelt, oost en noord: Jan Cornelisz van Schagen, haar aangekomen bij wijlen haar zoon Walich Jansz, die het in leen hield (vgl 1638-10-08)
getuigen, leenmannen van Brederode: mr Jacob Wallis, Nicolaes le Feburen
Haerlem, van | 1259-02-22
v.d. Bergh II no 51
Achternamenindex
Aleid, voogdes van Holland, bevestigt de abdij Rijnsburg in haar bezittingen o.a. de tienden in Kerkwerve en Rijnsburg, door ruil met Theodericus miles dominus de Teylinghe verkregen
Henricus de Vorne, Wilhelmus de Brederode, Symon de Harlem, Johannes Persijn, Hugo de Nortghe; zegels van de gravin en Theodericus de Teylinge (ontbreekt)
Duvenvoorde, van | 1291-09
De Fremery no 280
Achternamenindex
Hugo van den Campe, heer Conraedsz van Monster, oorkondt dat hij afstand doet van alle recht en aanspraak op het patronaat der kerk van Monster, tbv de abdij van Middelburg
7 zegels, nog zichtbaar dat van domini F. dicti Ghalen, Tielmanni filii dominae Clementiae, Philippi de Duvenvoorde, de gravin van Holland (ontbreekt na 1880)
Campe, van den | 1291-09
De Fremery no 280
Achternamenindex
Hugo van den Campe, zoon van Coenraad van Monster, oorkondt dat hij " van alre claghen, die ic hadde jeghen den abbet ende t convent van den cloester in Middelburgh, van der kerken ende van der ghichten van Monstre, mi verteghen hebben ende buten hebbe ghedaen ewelike etc" afstand doet van alle recht en aanspraak op het patronaat der kerk van Monster, tbv de abdij van Middelburg
7 zegels, nog zichtbaar dat van domini F. dicti Ghalen, Tielmanni filii dominae Clementiae, Philippi de Duvenvoorde, de gravin van Holland (ontbreekt na 1880)
Vos, de | 1394
R.G.P. 174 p 51/Rek Rentmeester Rijnland fol 5
Achternamenindex
ontfaen in den lande van Woerden, binnen Woerden: scout Mathys de Vos, gecomen van den coster Bartelmeus die van den kerchove genomen wart daer hi of verborcht wart, ende hi niet in en quam, van der pene 300 £; item van boeten binnen deser stede 3 £, maken an densen payment 1£ 10sc. Buitenpoorters: item dat ghecomen is uten kerspel buiten Woerden om dat si mit hoere woenstat buten blive nsellen tot Meij toe ende nochtans hueren binnen allen dienst doen zellen ghelyc of si binnen woenden 181£. Ende uten kerspel Hermalen 100£ mit welken voorwaarden dat die van Hermalen buten blyven mogen zoalnge als Gheryt van den Vliet baeliu is, ende waert dat men se hierenbinnen in hebben woude mit der woene, soe soud men hem hoer gelt weder geven en des ontbreekt aan t kerspel van Woerden 14£ 11½ sc, en aen die van Hermalen 12£ 14sc. Facit 243£ 14sc 6d
Gale~ | 1291-09
De Fremery no 280
Achternamenindex
Hugo van den Campe, zoon van Coenraad van Monster, oorkondt dat hij afstand doet van alle recht en aanspraak op het patronaat der kerk van Monster, tbv de abdij van Middelburg
7 zegels, nog zichtbaar dat van domini F. dicti Ghalen [zegel een griffioen], Tielmanni filii dominae Clementiae, Philippi de Duvenvoorde, de gravin van Holland (ontbreekt na 1880)
Bekesteyn, van | 1530-01-07 (4)
Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex
testament Margriet van Bekesteyn: de kinderen van mr Jan de Jonge en wijlen juffr Anna van Bekesteyn ontvangen tesamen: 1) een losrente van 8 £ op Gerrit Jan Huijssersz op de stad Haarlem; 2) een losrente van 7 ½ R gld sjaers op Wouter van Bekesteyn op de stad Haarlem, brief dd 01-08-1472; 3) 1¼ Vrancr scilt op een huijs staende bij den Dael te Hoorn, belast met een erfpacht van 2 R gld 1 braspenning; 4) op Jan Meeuwsz de snijders huijs te Hoorn 9 blancken sjaers erfpacht, daer men voor betaelt 6 st 1 blanck; 5) 17 morgen lands met een huijs daerop staende gelegen tot Woggenom, bruyct Claes Allertsz om 112 R gld sjaers. Hier staet op 14 st sjaers erfpacht tot een toertys; 6) een stuk lants groot 5 morgen geheten die Biesche weyde (andere copie: Luscheweijde) mede gelegen te Woggenom ende bruijct Pieter Symonsz om 40 R gld sjaars; 7) 3 morgen 1 hont, gelegen tot Woggenom, ende bruijct Jan Allerstz Jan Saelssoon om 19 R gld sjaars; 8) 4 gaerden lants gelegen te Assendelft, ende bruyct Guert Dirc Huijsersz om 11 R gld en 12 R gld sjaers; 9) 5½ gaerden getaxeert voor 5 morgen in Assendelft ende bruijct Henric Dircsz om 16 R gld en 9 st sjaars; 10) 5 gaarden off 5 morgen in Assendelft ende bruijct Jan Arisz om 15 R gld 10 st sjaers; 11) 1½ morgen in Assendelft, bruijct Aernt Pietersz om 5 R gld en 8 st sjaers; 12) 2 morgen lants, bruyct Gerrit Claes Marten Simonsz om 8 R gld sjaars; 13) een pacht van 1 Eng nobel sjaers betaelt bij Dirck van t Hoff daer men voor betaelt 2 R gld en 10 st jaers; 14) ½ van twee halve landen en ¼ deel gelegen op geen sijde die Heemste beeck (de andere copie: die Heusde beeck) bij de Reguliers buijten Haerlem, ende elck ½ land is een morgen ende bruyct Machtelt Dirc Claesz weduwe om 7 R gld sjaers ende op dese helft staet te erfhuur 38 st en 5 duits, die sij mede betaalt; 15) 5½ maden lants in de Waert, onderdeelt met Henrick Jansz in 11 maden, en bruijct Pieter Dircsz ende Frans Dircsz om 11 R gld sjaars; 16) 5 geersen in Castricum in een stuk groot 8 geersen, en bruijct Nanne Gerritsz om 12 R gld sjaers; 17) 5½ maden 1½ hont gelegen in Wessanen en bruijct Willem Dirck Gerritsz om 14 R gld en 10 st sjaars; 18) ½ van een pachtbrief van 12 R gld sjaers op een stuk land in Wessanen en wordt betaelt bij Dirc Claesz op Wormerveer 6 R gld sjaers; 19) ½ bogartgen buyten St Janspoort, daer Wouter van Bekesteyn die ander helft of toebehoort, en bruyct Dirc Pietersz om 1 R gld sjaars; 20) 2 maden lands omtrent Haerlem buiten Sparwouderpoort bruijct Claes Rommersz om 5 R gld en 10 st sjaars; 21) 1/9 deel van 5 maden en 22 roeden lants gelegen in de Waert achter Dirc Jansz van Sloten, bruyct Claes Outgersz om 22 st sjaers; 22) 7 geersen 28 roeden goet land behalve dat snoode lant gelegen in Heyloo, bruyct de weduwe van Dirc Nannenz. om 9 R gld 10 st; 23) ontfangen van Henrick van Berchenroe 6 £ gr Vl. eens, in ruil voor de 8 £ gr op Haerlem, die hij aan de kinderen gaf, waarvoor Henric ontvangt 4 £ sjaers op de vleysaxcijs binnen Haerlem en noch 15 R gld op Haerlem (deze hele post ontbreekt in de eerste copie)
Haarlem en Heemstede