32 resultaten

Clarenburg, van | 1450-12-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 78v, 81v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan van Clarenburch draagt op tbv zijn dochter Johanna van Clarenburch, die hij heeft bij zijn vrouw Alyt Jans Hoevendochter: de tiende te Bunschoten, gelegen in die Veenstrate, belend noord: Jan die Rode Jansz, of zijn nakomelingen, oost: die Lake, zuid: die Haerseweg, west: die Eme; Johanna wordt ermee beleend behalve de lijftocht voor haar vader Johan en haar moeder Alijt; sterft Johanna kinderloos dan zal het leen terugkomen op haar vader, behalve de 7 Vrancr scilden per jaar die Jacob van Amerongen Jacobsz als erfgenaam van zijn oudevader Henric Jacobs hieruit afzonderlijk in leen houdt (vgl 1430-12-24); 1453-10-13: jvr Lysbet van der Meer beleend met de tiende te Bunschoten, na dode van haar broer Jan van Clarenborch, Jan van Zulen doet de eed; 1453-10-14: Johanna van Clarenborch na dode van haar vader Jan "die ons leeck leenman was voor Johanna zyn dochter", beleend met een tiende te Bunschoten

mannen: Geryt van Vlueten, Roelof van Baern; 1453: Zoude van Rijn, Ot van Slingelant; Gheryt van Vlueten, Ott van Slingelant

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell