32 resultaten

Rolland, van | 1347-11-21

Ons Voorgeslacht 02-1989 p 82
Achternamenindex

leen no 66): de zate, huizing, hofsteden, boomgaard en zaai- en maatland in Tetrode, in het ambacht van Hendrick van Brederode: Willem van Rolland die verkreeg van zijn broer Wouter, nadat hij de akte van Dirc Brecaes in de grote brand van Haarlem verloren had, en belast met 8£ Holl voor Floris Danielsz, zijnde het huis van Rolland; 1355-05-13: Arnout van Rolland krijgt een camp land in Tetrode achter zijn huis naar Wyk [sic !] ten eigen met lijftocht van Geertruida, vrouw van Wouter van Rolland aan de andere camp daarbij die zij nu beide had; 1356-04-16: Willem van Sparenwoude Claesz gehuwd met Geertruida, bij koop voor 200 oude schilden en 20£ Holl jaarlijks zoals hem toegezegd door de leenheer die aankwam van Arnoud van Rolland, met lijftocht van diens vrouw, omschrijving van het leen: "met de heemwerf, tesamen groot 8 morgen, een camp ten zuiden van het huis, 4 morgen ter Groenrebrug en 2 campen an 7 morgen en 2 hont" etc

Weent~ | 1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 513
Achternamenindex

Jan Wentsz: bij zijn huwelijk met Adriane beloofde haar vader Cornelis van Megen hun 2000 gld als bruidschat te geven, maar betaalde niet; na Cornelis dood kwam zijn weduwe Wyve in financiële moeilijkheden en verkreeg cessie; Jan vroeg preferentie voor zijn vordering; 1550-12-10: Jan Wentsz Jacobsz gehuwd met Adriana van Megen, dochter van Wyfve Cornelisdochter weduwe van Cornelis van Megen, waardin in de Hollandse tuin te Dordrecht; 1550-12-10 had Wyfve haar huis verhypothequeerd, als zekerheid voor haar schulden. Haar schoonzoon Jan Wentsz stelde zich als borg. In verband met haar insolventie verkreeg zij op 1551-08-08 van de vorst brieven van cessie, die in oktober d.a.v. ten uitvoer werden gelegd. Processen over de preferentie van de vorderingen: aan Jan Wentsz was bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1546-06-28 fl 2000 toegezegd, dat nog niet was uitbetaald. Dit laatste werd door Jenneke ontkend. Zij eiste van haar kant preferentie voor een bedrag van 166£ voor geleverde goederen, en 35£ voor een bedrag op haar als borg van Wyfve Cornelisdochter verhaald. Intussen werd ook geprocedeerd met Hans (Jan) Fobis die zo snel mogelijk contanten wenste te zien (eis afgewesen in december 1553) en met Andries van Baesroede e.a. Vermoederlijk deed de Grote Raad omstreeks 1562 uitspraak. Bijgevoegd onder f: attestatie van notaris Marten Omen van 1527-01-08, 1527-07-25, 1527-09-27 en 1531-07-08, betreffende de nagelaten goederen van Henricsken Jacobsdochter, weduwe van Jan van der Schore [de oude ?] tbv Jan van Scaftenberch e.a., erfgenamen onder beneficie van inventaris