33 resultaten
Goede | 1355-09-13
Ons Voorgeslacht 06-1987 p 402
Achternamenindex
grafelijk leen in Rijnland: no 33) 9 morgen land in Alphen in de Geer, lijftocht van Elisabeth gehuwd met Jan Gode op de helft; 1390: Jan Gode Gysbertsz te Leiden met ledige hand; 1403-01-05: Jan Gode Gysbertsz niet te versterven, voor 26 nieuwe Holl scilden aan de tresorier; 1405: Arnout Jan Gode Gysbertsz bij overdracht door zijn vader; 1420-12-31: Arnout Jan Godenz; 1431-12-03: Arnout Jan Godenz met lijftocht voor zijn vrouw Clemense Jacobsdochter; 1439-08-31: Arnout Jan Godenz; 1451-05-05: Andries Arnout Jan Godenz bij dode van zijn vader; 1461-04-02: Elisabeth, dochter van Arnout Jan Godenz, bij dode van haar broer Andries, haar man Mathys van Cuijk, die in Noorwegen verblijft, zal binnen 14 dagen na zijn terugkeer hulde doen; 1484-02-24: Gerrit Ridder voor Maria Jansdochter van den Berge, bij dode van haar moeder Elisabeth Arnoutsdochter
Zandvoort, van | 1471-1472
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 93
Achternamenindex
Jacob van Zandvoort weigert bij te dragen in de aan den Haag opgelegde bede, zeggende dat hij poorter van Haarlem is, en als Raad in den Hove van Holland slechts als gast daar vertoeft; hij woont met zijn gezin al meer dan 18 jaar in den Haag, zonder ooit lastig gevallen te zijn, dat hij mede moet genieten van de aan Haarlem verleende privilegies blijkt uit de hem verleende patentbrief. Het gerecht in den Haaf stelt dat Jacob geen Raad ord. is, maar een van de rijkste mensen in den Haag. Hij heeft nooit betaald omdat zijn zwagers Philips en Willem Ruychrock tot voor kort baljuw van den Haag waren; 3 patentbrieven: 1456-08-10, 1469-08-22, 1470-08-03, dat hij al zijn rechten en privileges behoudt ook als hij buiten Haarlem verblijft; 1472-05-15: erkent de magistraat van Haarlem dat Jacob van Zandtvoordt poorter aldaar is
Arkel, van | 1359-05-29
R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex
Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken
Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft