35 resultaten

Rijsoord, van | 1352-10-06

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"

Beresteyn, van | 1640~

Grafboek Oude Kerk no O.76 fol 114v (aangelegd 1640); Oude en Middelkerck no 131 oud fol 83/10e laag
Achternamenindex

grafboek Oude Kerk Amsterdam: Duyf Jacobs in t Hart- graf eigendom van Cornelis van Berestijn, van zijn vader Gysbert van Berestijn, oudste zoon in het huys genaamd het Hart in de Warmoesstraat, 1557-02-11 daarin begraven. Ook verder aan de kerkmeester getoond een attestatie van 1661-06-05 gepasseerd voor notaris Justus van der Ven op verzoek van Cornelis Gael, daarin Seger Fransz Claesi, toen grafmaker van deze kerk, getuigt dat Brechie van Berestijn dit graf had verzocht te transporteren aan de voorn. Cornelis Gael, de erfgenaam van haar vader, die anno 1636 daarin begraven was. Alsmede een akte ter secretaris tot Alcmaer van 1662-04-01, verleden door Pieter Hermansz van Boldewijn, kapitein majoor van Alkmaar die als erfgenaam van Brechie van Berestijn order geeft om dit graf aan Cornelis Gael op te dragen. Op 1685-07-23 is dit graf op naam gesteld van Susanna van Nut, weduwe van Cornelis Gael

Mekeren, van | 1420-12-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geheryt van Damassche erkent ontvangen te hebben van Ghysbert van Mekeren, rentmeester van het land van Gelre, de renten "van enen jaer St Martyns misse in den winter laetste verleden, als 12 g.g. oude Vrancr. scilden voer 3 goede vette beren sjaers die ons onse lieve ghenedige here die hertoghe van Ghelre jaerlix sculdich is van onsen ghericht van Lyenden ende van Driel"; 1420-12-06: Ghijsbert van Mekeren, overste rentmeester van het land van Ghelre, oorkondt dat hij kwijt gescholden heeft aan abt en goedshuis St Paulus en Tyman Willamsz "van allen zulken 100 scilden als wij dieselve heren gheloeft hadden int Tyman voirs voor zyn gefenckenisse tot behueff mijns alre liefsten genedichtsen heren s hertogen van Gulick ende van Gelre ende greve van Zutphen. En schelden den voirs. Tyman mede los, ledich en quyt an sijnre gevenckenisse wijtgesacht sijn oirvede die hi noch doen sall" (vgl 1420-11-30) [het geld zal niet werkelijk ontvangen zijn, maar gediend hebben als losprijs voor Tyman]

Rijn, van | 1536-10-07

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 473
Achternamenindex

Jan van Ryn, heer van Langen (graafschap Zutphen), Katharina Claes Comans: een horige van hem overlijdt en Jan verkoopt haar erfenis, land te Bodegraven, aan haar kinderen; 1537-1550: proces hierover: haar kinderen maakten aanspraak op haar erfenis en ook het St Elisabethsgasthuis te Haarlem [was zij daarin overleden ?]; 1536-10-07: arbitraal accoord te Bodegraven, verleden voor de schout en scheidsmannen, waaruit blijkt dat de erfgenamen van Katharina Claes comans, nl Claes Claesz, Anthonis Claesz, Jan Claesz, Cornelia Claesdochter, gehuwd met mr Jan Kaga, organist te Leiden, hun natuurlijke zuster Alyd Reyersdochter, uit de erfenis bestaande o.a. uit goederen in de banne van Bodegraven gelegen, hebben uitgekocht tegen 60 Kar gld van 40 gr; 1537-07-17: procuratie van Lucas Jansz, lyndrayer te Haarlem als man van Alyd Reyersdochter, natuurlijke dochter van Katharina Claes comans; 1541-02-02<: akte van verkoop door Jan van Ryn heer van Langen van de nagelaten goederen van Katharina Claes Comans aan bovenstaande erfgenamen; 1548-06-14: akte te Hazelune waarin Jan van Ryn verklaart aan Jan Claesz, Claes Claesz, Anthonis Claesz al de goederen van hun overleden moeder te hebben verkocht

haar kinderen: 1) Claesz, 2) Anthonis Claesz, 3) Jan Claesz, 4) Cornelia Claesdochter x mr Jan Kaga, organist te Leiden, 5) haar natuurlijke dochter Aleid Reyers x Lucas Jansz, lyndrayer te Haarlem

Zevender, van der | 1410~

R.A.U. Oudste Leenregister Ysstelsteijn (1409) no 1 ingeplakt bij leen no IX
Achternamenindex

de heer van Egmond heeft in het verleden aan Jan van der Zevender 6 morgen land ten eigen verkocht, welk land hij beloofd heeft te beleggen in Polsbroek en van hem in leen te ontvangen; "hierop is Stevens meijning omdat hij geern gequyt wert uter borchtochte als dat sijn neve sijns bruederssone copen soude tegen enen man geheten Loeff Hermansz, borger t'Utrecht, ende mijn here in voirtijden aengecomen was van Wouter Dienz, ende hij voort gaf Screvel ende Aernt Coppenz, 6 morgen lands gelegen in Polsbroec die hij van minen here te leen ontfangen soude in der vuegen als dat toebehoirde. Des soude myn here gunnen ende brieven geven denselven Loeff Hermansz ende sinen wive, dat sij hoer leven lanc bueren souden alle jaer 10 Aernh gld ut 6 mergen lants gelegen op t Oudelant, die Jan van minen here hout tot enen quaden lene, ende oft gebuerde dat Jan storve sonder wittachtige geboirte voir Loeff ende sinen wive, of dat die 6 mergen aen minen here quamen mit enigen recht, so sall mijn here mit goeden brieve ..... wesen, dat men dan die 10 gld alle jaer weder heffen ende bueren soude ut sulke guede als Jan houdende is van mijnen here van Egmonde of van minen here van Gelre gelegen binnen der heerlichede van Ysselsteyn so lange als Loeff off sijn wijff leveden"