Dreischire, van | 1237-02-08

v.d. Bergh I no 362

Achternamenindex

de heer van Voorne verklaart op welke voorwaarden de abdij ter Does het land Bonne [Bommenede?] hun door zijn voorouders geschonken, in pacht gegeven heeft aan: Hugo filius Sapientis (¼ deel), Witto filius Bettonis fratris eius (¼ deel); ⅛ deel: Hugo filius Henrici, Wilhelmus filius dictus Verreloef, Martinus filius Hugonis de Duveland, Jacobus Cloet, Betto filius Bavin de Dreischire en hun erfgenamen, voor 32 £ jaarlijks. Tevens schenkt hij de pachters het schepenrecht

Duyveland, van | 1237-02-08

v.d. Bergh I no 362

Achternamenindex

de heer van Voorne verklaart op welke voorwaarden de abdij ter Does het land Bonne [Bommenede?] hun door zijn voorouders geschonken, in pacht gegeven heeft aan: Hugo filius Sapientis (¼ deel), Witto filius Bettonis fratris eius (¼ deel); ⅛ deel: Hugo filius Henrici, Wilhelmus filius dictus Verreloef, Martinus filius Hugonis de Duveland, Jacobus Cloet, Betto filius Bavin de Dreischire en hun erfgenamen, voor 32 £ jaarlijks. Tevens schenkt hij de pachters het schepenrecht

Cuyk, van | 1323-03-04

Noordbrabantse Charters p 78, 79

Achternamenindex

keizer Lodewijk bevestigt het leen aan Otto van Cuyk dat zijn voorouders van het keizerrijk in leen hielden, met uitzondering van de stad Grave, leenroerig aan de hertog van Brabant; 1323-06-24: Otto van Cuyk draagt Grave op aan de hertog van Brabant, terwijl het vroeger een vrij goed geweest was, en ontvangt dit weer in leen; 1323-07-07: Otto krijgt 500 £ Zwarte Tourn van de hertog hiervoor

Wilde, de | 1368-03-28

A.R.A. Inv Arch Heren van Voorne regest 624; R.A.H. no 48 fol 6/Reg Albrecht II fol 4v

Achternamenindex

Machteld, vrouwe van Voorne, beleent Diedewer Nellendochter met haar man Allekyn Roelofsz met het goed bedoeld in regest 631 [Nelle Sackendochter 3 maden bij O.Vr Sloot, Caput Friesland no 267], "Heyn Wilden lant" te Mijsen in het ambacht van Ursem, voorheen van haar moeder; 1402-06-11: de hertog beleent Wolfert Jacobsz na dode van zijn moeder Engeltruyt met "Heyne Wilden blijt" te Mysen, zoals Engeltruyt en haar voorouders van de heerlijkheid Voorne gehouden hebben

Does, van der | 1392-08-05

R.A.U. Hs Coll Booth 343 I fol 171

Achternamenindex

Costyn van der Does Gerytsz draagt aan Arent van Leyenberch heer van de Binchorst op en wordt door deze beleend met 6 morgen te Leiderdorp, belend westen: jvr Yda Gerrits weduwe van der Does en is geheten de cleijn Broeckmade, oosten: de heren van St Pancras en de gehele Rietacker, noord: het gasthuis te Leiden gemeen met Dirck de Bruyn, geheten de Grote Broeckamde, zuid: de Doeswetering, zoals Costyns ouders van zijn voorouders hielden; 1429: Dirck van Swieten beleent Costyn met deze 6 morgen

2e zijtak

Eyke, de | 1452-01-17

Inv Arch Kloosters Leiden regest 990

Achternamenindex

notaris Mathys Jansz te Delft instrumenteert dat Godefridus de Eyke en zijn vrouw Gheertruida de Werve filia Philippi te Tetrode bij Haarlem met toestemming van hun kinderen, o.a. hun zoon Coenradus tbv het convent Vallis b. Jeronimi buiten Leiden, afstand doen van het patronaatrecht der capelrie, gesticht door de voorouders van Geertruidis ter ere Gods, van Maria en Sanctus Quirinus Martyr in de kapel te Tetroede, genaamd Overveen [Er heeft dus geen St Quirinuskapel bestaan, maar er was een capelrie van St Quirinus in de kapel te Tetrode]

Zijl, van | 1473-11-24

mr van Overvoorde: Arch Kloosters regest 1527, 1526

Achternamenindex

Willem van Zijl verkoopt aan Lysbet Dirxdochter weduwe van Enghebrecht Claisz, en aan de voogden over haar weeskinderen, de Calvercamp, groot 2 morgen, en de Petten, groot 2 ½ morgen, gelegen bij Willemshofstede ten Zijle, tussen 's Gravenmade en de Zeverijnswerf in Leiderdorp, met het recht van gebruik van de Zijlken; dit land werd door Willem en zijn voorouders in leen gehouden van de heer van Wassenaer en was 23 november 1473 uit het leenverband ontslagen; jvr Katrijn Uten Ham gehuwd met Willem van den Zijl erkent voor leenmannen van de heer van Wassenaer afstand gedaan te hebben van de lijftocht op deze goederen

leenmannen: Florys van Alcmade en Jan Heynrix, zegels van: Willem van den Zijl, Huge van Zwieten en Adriaen van Zwieten

Nyenrode, van | 1495-03-12

Berigten Hist Gen IV p 114/Arch Nyenrode

Achternamenindex

Jan van Nyenrode, enige erfgenaam van zijn tante Janna van Nyenrode, vrouw van Gerrit van Rijn, draagt over aan de fabriek en kosterij te Breukelen 2 morgen te Maarsenbroek in het gerecht van Hendrik van Hoesden; verder ruim 3 morgen te Portengen in het gerecht van Frederik Utenham, bij de kapel van Nyenrode staande bij het koor [van de kerk] te Breukelen, om jaarlijks met een zielmis en een vigilie van 9 lessen met 9 brandende stalkaarsen op de graven, zijn memorie, die van zijn voorouders en nakomelingen te vieren, terwijl men dagelijks de grafstede van Nyenrode in de kerk te Breukelen zal visiteren met een Miserere en de Profundis en daarbij een collecte doen

Tucker | 1545-06-28

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 368-373v /Leenboek Egmond D

Achternamenindex

geschil tussen Claes Jansz Tucker en Henrick Aertsz Tucker, Dirck Aertsz, Rembout Jansz x Hildegont Aertsdochter, Maryken Aertsdochter en de nagelaten kinderen van Aleid Aertsdochter ter andere zijde, betreffende de hofstad tot Rijsesteijn in het land van Hagestein, met 16 morgen land op de Nes in de Gespe: Claes stelt dat dit leengoed is gehouden van de graaf van Egmond door zijn voorouders, de andere partij stelt dat Aert Jansz dit leengoed geruild heeft; arbitrale uitspraak: ieder de helft, Claes moet aan zijn ooms 70 Kar gld betalen, verder moet Claes aan deze overlaten de erfenis van zijn oude moeder Hanneken, weduwe van Aert Jansz (vgl 1557-06-18) NB: de uitspraak is gedeeltelijk genoteerd

arbiters: Cornelis van Santwyck, George Ludolphen, mr Pieter van der Borg; Thomas van Berge, Willem Dobbe, Pieter Symensz

Zevender, van der | 1534-08-01

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 89v, 92, 105v

Achternamenindex

jvr Soete Ruychrock van de Werve, met haar man mr Florens Gijsbrechtsz Zeeman, advocaat in het Hof van Holland, heeft opgedragen haar lijftocht aan ⅙ deel van ¼ deel en ⅙ van de gehele heerlijkheid van der Middelharnis met alle toebehoren, tbv haar broer mr Willem van der Zevender, die er vervolgens als leen van Putten mee wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen, zoals jvr Soete en haar voorouders, behoudelic jvr Soete haar lijftocht aan de heerlijkheid, haar leven lang. [Zij stond haar lijftocht dus niet af. In het 2e afschrift staat dan ook dat zij opdroeg sonder eenich recht daer meer an te behouden, dan alleenlyck haar lyftochte, een recht ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16de deel van de gehele heerlijkheid van Middelhernisse]

Dirck Cuebell van Loo, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen