Koevoet | 1410~

Leenregister Culemborg: fol 43, 45, 52v, 59

Achternamenindex

leenregister van Culemborg: - Wouter Coevoet 1 viertel tot Lanxmeer, belend boven: de Witte Vrouwen, Wouter Heinricsz heeft die hahant daerane (fol 43); - Lysbet Wouter Koevoetswijf 1 viertel op Parijs; - Heymeric Koevoet een halve hoeve bij de Diefwech in die heerscap van Voern bi den Utvliet; - Hubert Lambertsz 1 viertel op Parijs, belend boven: vrouw van Wouter Koevoet, beneden: zijn broer Herman; - Herman Lambertz 1 viertel op Parijs, belend boven: zijn broer Hubert en beneden: Heinric Loefsz (fol 45); - Hubert Jansz (doorgehaald en vervangen door Wolter Koevoet van Bonendael) 4 morgen te Everdingen, van de Leckdyck afterwaerts gemeten, boven: de heer van Arkel, beneden: Geryt van Honswyck, erfleen; - Wouter de tienden op P(a)rijs tussen P(a)riser stege en Wolfslant; - Johan van Beesde 10 morgen in der maelscap van Mauderic, van der Perric tot aan Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz met een geweinde en Dyerik Doys Gerytsz metten anderen geweynde, beneden: Henrick Doys van Mauderick

Coppier | 1410~

Leenregister Culemborg fol 69,72v, 73v, 82

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henrick Coppier Dieriksz 3 morgen voor op Zogewijck, belend boven: Hase Hugen met haar kinderen en Peter Hendriksz met zijn broers, beneden: Symon de Haen met leen van Culemborg. Bij kinderloos overlijden te komen op zijn broer Arnt Coppier; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg, met lijftocht voor Willem Spierinck; - 1423: Aernt Coppier Dircsz 5 morgen tussen der Weyde en Lanxmeer, waarvan 4 morgen gelegen zijn in een hoeve die Sweder van Voern houdt en 1 morgen bij deze hoeve, belend boven: Willem Krolle, beneden: St Marie Utrecht. Bij kinderloos overlijden te komen op zijn broer Henric Coppier Dircsz; - Melis (Henrick) die Haen drie morgen op Zogewick, belend boven: Dirck Coppier Dirck Heijmansz, beneden: Dirck Coppier Aerntsz met zijn kinderen en Beatris Dirck Broecmansdochter met een gemeen eigendom

mannen: fol 72v: Gysbert van Kulenborch, bastaard, Dirck Coppier Jacobsz; fol 23v: Wolter Kovoet van Bonendael, Jacop Coppier, Dirck Coppier Jacopsz; fol 77: Willem va nRumelaer, Dirck Coppier Scoutenz

Schalkwijk, van | 1410~

Leenregister van Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Steven Aerntsdochter van Schalcwijc 4 morgen op Parijs, belend boven: Wouter Coevoet, beneden: Wouter bastaard van Culenborg; - Dirc Willem Ossenz 1 viertel op Parijs, strekkenden ter kade toe, waarvan een brief was van Steven Aerntszdochter van Scalcwijk (fol 3v); - Claes van Oestrum de hofstat te Scalcwijc die van Ghysbert van Scalcwijc was, samen 8 morgen (fol 24); - Jan van den Sande 1 hofstede die van Ghijsbert van Scalcwijc was, is een ½ hoeve; - Heinric van Scalcwijc 2 hoeven land bij de Diefdijc; - Ghysbert Heinrics broeder heeft een halve hoeve naast Willem van Everdinghen ontvangen; - Heinric van Scalcwijc zijn huis, hofstede en molen en het land (fol 47); - belend van Evert Loef: de kinderen van Arnt van Scalcwijck (fol 61v); - Johan van Eck Woltersz de tiende van Wolfsland en de tiende daarboven gelegen die Hubert van Lopick kocht van Gysbert van Schalckwijck, tussen de Diefdijck en Pariser tiend en heer Geryt van Veen, proost te Arnhem, van de heer van Culemborg hield (fol 63v)

Beest, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 2, 8, 36v, 98v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - 4 à 5 morgen, Geryt van Beesde Gerytsz , geheten de Tulsche Weijde, in het gerecht van Tule, belend: Heinrich van Apelteren en Willem Snellert. - Jan van Beesde 11 morgen Die Nyeslach in der maelschap van Mauderic, belend zuiden: de proosdij van Oudmunster, noorden: Heinric Buccinc Lambertsz van Leyden, strekkende van de Tielschen weg aen der Weteringe. Bij kinderloos overlijden te komen op Jan Gherijtsz zijn broeder. - Jorden van Derthesen 5 morgen tot Mauderic op den Perric, belend: beneden Hubert Coevoet en boven Henric Dorp van Mauderic. Dit goed heeft Johan van Beesde. - 1/4 deel van de tiende van Wolfslande en de tiende die daar boven gelegen is die Hubert van Lopic kocht van Ghijsbert van Scalcwyck, tussen de Diefdyc en Parisertiend en waarvan Wouter bastaard van Culemborg 3/4 deel houdt, het bovengenoemde 1/4 deel: die Hollander van Beesde. - Johan van Besde 10 morgen in der maelscap van Mauderic strekkende van den Perric an Zoelnre wetering, belend: Hubrecht Koevoet Woltersz met een geweynde en Dierck Doys Gerytsz met een geweynde; beneden: Heynric Doys van Mauderick

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 55, 58, 59, 59v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerit Doijs Willemsz 2 morgen tot Scalcwijck in het gericht van Kulenborg, belend boven: de heren van St Mertyn Utrecht, beneden: Henrick Geritsz van Kleve, onderdeeld met Johan Tullenz; - Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder mate, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs; - Johan van Beesde 10 morgen in de maelscap van Mauderic van de Perric tot aan de Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz en Dyerck Doys Gerijtsz, beneden: Henrick Doys van Mauderick; - Konegont die Jorden Doijs vrouw was 4 morgen tot Rijswijk en heeft zij Arnt Scelen opgedragen; - Jorden Doys 3 morgen en 1 ½ hont tot Ravenswade op de Zijl, belend boven: Otte Allartsz, beneden: de heer van Culemborg. - Konegont 3 morgen land en 1 ½ hont te Ravenswade; zij heeft dit land opgedragen en Jan Herman Potsz heeft het ontvangen. - Angnijse des heren zuster van Culemborg, vrouw van Wolter van Overrijn 3 morgen ½ hont op Rotte, belend noord: Doijs van Avezaet, zuid: Otte van Arkel en Scakenland, oost: Johan van Rossum

Eck, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 64v, 72v, 80, 75, 110

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wyck Ottenz een akker land in de maalschap van Rijswijck mit Wyfsdycxvelt, van de Wyfdijck tot aan de Broecsteeg, belend boven: Geryt van Wyck Ottenz, beneden: Jorden Doijs, na Ottens dood te komen op zijn zoon Jan (eerst zoon Willem, doorgehaald) bij Hadewich Dircxdochter van Ecke. Mannen: Jan van Eck Woutersz, Wouter van Overrijn; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg; - Johan van Eck Dircxz een huijsmate tot Mauderic, 8 hont, belend boven: Gerefaes van der Wade, beneden: jhr Peter van Culenborg; - 2½ morgen int Nijslach geheten die Gheren, belend zuid: Claes Ottenz en een altaar in de kerk van Eck, noord: die gemeyne Huetgrave, (dit land heeft Jo van Eck Derexz opgedragen ende die Huesmate van 8 hont land ontvangen jvr Belije, zijn zuster, en die 3 morgen heeft ontvangen Otte Claesz); - Reyner Reijnersz 4½ morgen dat Lampholle van Ecke opgedragen heeft, belend boven: Reyner Reynersz met 8 hont land, beneden: Roelof van der Eme. De tijns van Culemborg tot Mauderick: Deeuken van Eck van sinen goede 48d