38 resultaten

Egmond, van | 1535

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 391
Achternamenindex

wijlen Aelbrecht van Egmond bewoonde de boerderij Poelenburch te Heemskerk, die leengoed was, als welgeborene was hij vrijgesteld van alle lasten. Na zijn dood werd de boerderij bewoond door nu wijlen Willem Kerstantsz en nu door diens bastaardzoon Bouwen Willemsz, va nwie nu betaling van de omslagen geeist wordt, die door Willem afgekocht waren; 1535-07-20: Bouwen Willemsz c.s. als welgeboren mannen te Heemskerk contra de pachters en huisluiden aldaar; zijn vader Willem Kerstantsz was als welgeboren man lid van de Vierschaar van Rijnland, hij verhuisde naar Heemskerk en bewoonde daar de ridderhofstede Poelenburch; anderen zeggen dat Bouwen Willemsz een onwettige zoon is en landbouw bedrijft

Bouchorst, van der | 1332-02-04

Van Mieris II p 510
Achternamenindex

Jan van Polanen, ridder en baljuw van Rijnland, Philips van Wassenaer, Floris van der Bouchorst, baljuw van Delfland en Scieland, Enghebrecht, rentmeester van Noordholland, Heynric heer Diericsz [van Wassenaer, ook genoemd uten Ketel], rentmeester van Kennemerland en Vriesland, Jan van der Spangen, baljuw van Schiedam en Gheret Aelwynsz verklaren dat zij het geld, ontvangen wegens de zoen voor degenen die te Vere dood bleven aan de nabestaanden hebben uitgekeerd: Ghizebrecht Boekel, Philips van Warmonde en Andries [verschrijving voor "anders", daar geen magen van Andries, noch de naam voorkomt in de akte] die met hem dood bleven ter Vere, en Willem Parysz van Noirtike, zoals het zeggen inhoudt

Beest, van | 1436-12-07~

Mem Rosa I-III p 358 no 689
Achternamenindex

Jan van Beest heeft zich met een supplicatie bij de Raad beklaagd dat Jan van Gellicum hem "ontbruect" heeft een stuk land, dat hij met brieven van de grafelijkheid in pacht had. daarna is hij door Jacob van Nyekerk gepand, omdat hij de pacht van dat land niet betaald had. Jan van Gellicum verantwoordt zich met te zeggen dat hij niet meer land gebruikt dan dat hij van de hertog van Gelre had. De Raad beslist, nadat in de waarheid bevonden is, dat het door Jan van Gellickom gebruikte land behoort tot hetgene dat Jan van Beest gepacht heeft, dat laatstgenoemde van het land dat hij niet gebruikt heeft, geen pacht schuldig zal zijn

Boekel/Bokel | 1333-04-13

Van Mieris II p 540
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat Olivier Roelandsz en zijn zoon Stoep een doodslag hadden begaan te Yselmonde op Heynkijn Heynrixz, dat Arnoud van den Dorpe, zijn baljuw, hier van een zeggen heeft gezegd, dat zij vervolgens na ⅔ van het zoengeld betaald te hebben, gevlucht zijn, doch nu onder geleide terug zijn, en met zijn toestemming een hoeve land in het oosteinde van Ghisebrecht Bokels ambacht te Ysselmonde verkocht hebben aan Dieric Bokel, Dieric den Visscher en Florens heer Dierix broeder, "omme een somme van penninghe die Olivier voor gherecht van Ysselmonden dat hem of voldaen was, ende gaf hem daar een vrie ghifte voor de rechter en voor de Heymraed, ende Herman van Zweeten ghaf hem mede de eigendom van ons wegen"

Bossche, van den | 1361-10-02

Liber 3 dl I fol 126v 214/Lams: Kennemerland 1664 p 660
Achternamenindex

heer Wouter van Heemskerk, ridder, en Herman van den Bossche, baljuw van Kennemerland, geven een zeggen in de geschillen tussen die van Hadel en die van 't zuideinde van Oostzaenden, op een boete van 1000 gld, half voor de graaf, half voor heer Wouter over hun dijken: - die van Hadel zijn iet schuldig te dijken met die van het Zuidend, naar de brief bezegeld door de heer van Egmond als baljuw van Kennemerland, van de Wermerdamme te verleggen op de Zanerdam, en dat die van de Hadel schuldig zijn te dijk met die van Wormer; - voor rust en vrede tussen de partijen zullen die van de Hadel die van Zuideinde 20 roeden dijk van het noordende, en daarvan eeuwig te ontheffen; vidimus hertog Albrecht St Bonifaciusdag 1394

Poelenburg, van~ | 1535

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 391
Achternamenindex

Bouwen Willemsz [van Poelenburch] bewoont te Heemskerk de boerderij Poelenburch, hij is een bastaardzoon van Willem Kerstantsz, die de op de boerderij rustende omslagen afgekocht zou hebben; de boerderij Poelenburch werd tevoren bewoond door Aelbrecht van Egmond, als leengoed; 1535-07-20: attestatie van welgeboren mannen van Rijnland, dat de ouders en grootouders van Bouwen Willemsz welgeboren mannen waren; 1535-1540: Bouwen Willemsz c.s. welgeboren mannen te Heemskerk contra pachters en huislieden aldaar; zijn vader Willem Kerstantsz was als welgeboren man lid van de vierschaar van Rijnland. Hij verhuisde naar Heemskerk en bewoonde daar de ridderhofstede Poelenburch (onder de baljuw van Brederode ?); verweerders zeggen dat Bouwen landbouw bedrijft en een onwettig kind is van Willem Kerstantsz. Bouwen was door het Hof van Holland tot betaling veroordeeld en in beroep gegaan

Zevender, van der | 1434-12-11

R.A.H. Coll Aanw 204 fol 573, 212 fol 305, 311v, 323v
Achternamenindex

Floris van Alkemade contra Jan van der Zevender, gedagvaard op 1434-11-15 met jvr Liesbeth van Vlueten, Willem van Bouchout, Jacobus van Dobben, Daniel Dirksz, schout van Langerak; 1434-12-11: Jan van der Zevender zal zich verantwoorden bij de Raad betreffende zekere brieven die Floris "ontzeyt ende verbernt waren bij zijnen wijve, ende geleyt hadden geweest onder de priorin van de Witte Vrouwen te Utrecht"; 1441-03-12 (1440): geschil van Jan van de Sevender van de Wael met Floris Willemsz en Henric van Alkemade over de erfenis van Florys van Alkemade, leengoed en tiende; Jan was te Den Haag verschenen doch de anderen niet; 1441-05-21: Jan is in het bezit van dit leengoed en hij verweert zich door te zeggen dat deze zaak voor leenmannen thuishoort; de Raad wijst sententie en Jan wordt in het gelijk gesteld omdat zijn brieven een jaar ouder zijn dan die van Floris en Henric

Werckendet | 1547-1550

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 465
Achternamenindex

Lieven Lenartsz Werckendet, te Zierikzee procedeerde voor het Hof van Holland tegen Michiel Thonis over de betaling van 3 £ 7st 4 penn voor levering van wijn; Lieven had volgens zijn zeggen al in 1529 en 1530 wijn aan Michiel geleverd zodat Michiel hem in 1530 nog 3 à 4£ schuldig zou zijn. Michiel cedeerde hiervoor een deel van zijn vordering op mr Jonker (levering van een schip); in 1532 levert hij opnieuw wijn voor 3£ 7st 4p waarvoor Pieter Jacobsz zich borg stelde. Toen Michiel niet betaalde, daagde Lieven hem voor het Hof: Michiel stelde dat hij de vordering op mr Joncker gecedeerd had om zijn schuld van 1532-03-02 af te lossen. Lieven had hem echter zijn schuldbekentenis niet teruggegeven. Michiel liet Lieven daarom gijzelen te Scherpenisse; Michiel overleed en zijn weduwe Digna Bouwensdochter, met haar dochter Appolonia Michelsdochter gehuwd met Cornelis Pietersz, zetten het proces voort; het Hof stelde Lieven Lenartsz in het ongelijk, en omdat hij te kwader trouw geprocedeerd had, kreeg hij ook een boete van 50 Kar gld en de proceskosten (1547-10-20 sententie); Lieven ging in appèl bij de Grote Raad (1548-01-10), hij overleed en zijn weduwe zette het proces voort

1532-03-02: borg voor Michiel Thonisz is Philips Jacobsz; gemachtigde voor Lieven: Wouter Christoffelsz