9968 resultaten

Deijl, van | 1300~

Quellen Stift Xanten p 440, 464, 465
Achternamenindex

de siligine et avena ingon Bucholte (Boeckelt): bona Wichmudis de Deijle 3 vasa avene, bona Theoderici de Deijle ½ mal siliginis, bona Petri de Deye et Methildis ejus uxor ½ mal avene; decima in Udem: Rutgerus de Deijl 3 ½ mod siligis et 3 avene, Wolterus de de Deyl 5 mod siliginis et scop et 6 ½ mod avene

Deijl, van | 1400-1415

Quellen Stift Xanten p 360, 363
Achternamenindex

in parrochia Udem de curte Papenhoven: in bonis Rutgeri de Deil, 16 maldrata siliginis, 1e hand: Bela de Deil 2e: haar zoon Rutgerus; in bonis Wolteri de Deil, 18 maldrata, 1e manum: Theodeircus de Deil, 2e: zijn vrouw Greta, 3e: Gerardus ter Hoeven; in bonis dictis Deijl, 1e hand: Theodericus filius Rutgeri de Deijl, 2e: zijn vrouw Gesa, 3e: hun zoon Johannes

Deijl, van | 1475~

Quellen Stift Xanten p 583
Achternamenindex

bezit van Xanten in Altforst, 7 hont geheten "die heren gemenghe", bezit van Johannes Vytten, Gysbertus (credo de Heppert) et frater meus germanus Wilhelmus de Dyell, belend oost: terra capituli juxta die wetering

Deijl, van | 1567

Quellen Stift Xanten p 556
Achternamenindex

Droemmell: Angande boven Gerrit van Deels hofstat …..

Deijl, van | 1337<

Leen van Voorne no 678
Achternamenindex

Ghisebrecht Ghisebrechtsz van Deyl houdt van Voorne 8 morgen (zonder akte); 1347-02-13: Machteld vrouwe van Voorne beleent Ghisebrecht van Deijl met ½ hoeve te Ackoy, voorheen van zijn broer, naast het goed van Catharina vrouwe van Borne, haar nicht; 1361-07-08: de vrouwe van Voorne beleent Ghisebrecht van Deijl met dit leen, na zijn vader

Does, van der | 1628-09-23

G.A.Amsterdam Not Arch 397 fol 472, 474/notaris Nic. Jacobs
Achternamenindex

Symon van der Does en zijn zuster Maria van Buyren, weduwe van Willem van Buyren, verklaren dat de transportakte door Jan Claesz Bruijningh voor hemzelf en namens zijn zwager Bastiaen Niesen, tezamen erfgenamen van Jacob Thomasz van Dael, tbv Maria van Buijren gepasseerd is, medebrengende dat de getransporteerde actie of schuld ten laste van Artus van de Voorde en Willem van Cappelle als borgen komt

Daeij | 1734-1736

Bruinvis: Alkmaar no 400, p 24
Achternamenindex

schepen van Alkmaar: mr Hendrik Nanning Daey, stierf 1772-07-23

Dalem, van | 1519-11-21

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 25v/Caput Zeeland fol 9v
Achternamenindex

keizer Karel beleent Pieter van Dalem Cornelisz na de dood van zijn vader Cornelis van Dalem, priester, met 1/24 deel van Vossemaer, behalve die tiende in die oude Vosmaer, 1/24 deel van de tienden van Ouwe Vosmaer, zoals Anthonis Jansz van Wissekerke, die hield; daar Pieter nog onmondig is, doet Marinus Simonsz hulde voor hem; 1528-10-17: doet Pieter zelf de eed

Roon, van | 1569-01-16

Grote Raad van Mechelen E.A. Dossiers dl III Dossier 2749/6
Achternamenindex

Daen Willemsz, schout van Roon, schrijft jhr Willem van Roon, dat hij de pacht binnen 14 dagen moet voldoen; 1569-02-21: relaas van Lenaert Adriaensz, bode van Roon, die namens jhr Willem van Roon een bevel aan de schout Daen Willemsz heeft overgebracht; 1569-04-09: jhr Willem heeft te Utrecht een aanvanck op het omstreden land in de Allebrantswaard opgesteld nadat hij aan Daen Willemsz de pacht had opgezegd; 1569-05-03: verklaring van jhr Willem n.a.v. het omstreden stuk land bij diens huis; 1569-05-07: de procureur van jhr Willem gaat in appèl bij de Grote Raad van een vonnis door het Hof ten gunste van Daen Willemsz gewezen

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"