10532 resultaten
Dalem, van | 1484-01-16 (1483)
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Zeeland fol 5/Reg Max. Philips fol 5
Achternamenindex
Max. en Philips belenen Cornelis Pietersz van Dalem, na dode van zijn vader Pieter Cornelisz van Dalem met 1/24 deel van de heerlijkheid van het land van Vosmair, tot een onversterfelijk erfleen, behalve het 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer, dat in deze belening niet begrepen is, na overgifte van Pieter in zijn leven onlangs gedaan, mee beleend is Anthonis Jansz van Wissekerke. Daar Cornelis nog onmondig is doet zijn oom en voogd Jacob van Dalem hulde voor hem; 1494-10-15: doet hij zelf de eed
Does, van der~ | 1635-05-19
G.A.Amsterdam DTB 765 fol 35
Achternamenindex
huwelijk Amsterdam: te Weesp ingetekend: Reijnier Hercksz van der Does [Doos?], Spaense stoelmaker, wonend in de Annenstrate en Lammertie Mathews, wonende te Weesp. Hij tekent: Reijniers Harck. "puije"
Dunis, van | 1253~
v.d. Bergh II no 587
Achternamenindex
verschillen in uitleg over nakoming van het verdrag van 1250 tussen Holland en Vlaanderen
gijzelaars: Arnulphus de Diest, Wirringus de Dunis en 4 andere ridders
Deze, van | 1388
De Raadt I p 375
Achternamenindex
Lambert van Deze, gerechtsman, zegelt een akte van de baljuw van Salland
Villattes, des | 1752
Inv Arch Marquette, Assumburg en Limburg Stirum no 1351
Achternamenindex
het geslacht des Villattes: Wigbold Jan Theodoor van der Does x Wilhelmina Margaretha van Wasssenaar, dochter van Marie Louise des Villates; August Alexander des Villattes x Louisa Christine von Kronemann, dochter Marie Louise x Carel Lodewijk van Wassenaer
Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)
Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex
"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."
Hagen | 1352-12-09
A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 28/Reg EL 25 fol 18v
Achternamenindex
"Ick Symon Hagen, poerter in Haerlem, make condt allen luden, dat ick getuucht hebbe in tiegenwooridicheden mijns liefs heeren Hertoge Willems van Beyeren etc, dat ¼ deel van dien cogge die voor Lusenborch bi Sceveningen brack des vridachs voor St Martynsdach in den winter, ende geheten was "God beraet", ende ¼ deel van wande ende van vrachte van dien cogge was en is Wonninge Elsteden van Hamburch en waer daer gebreck aen, of dat Woninge voers meer aen hem toge van den aengecomenen goede uyt dien cogge dan hem met rechte van dien ¼ deel toebehoerde, dat lant (?= sou't) Symon voers minen lieven heer voers te beteren met 200 goede scilde. In oerconde desen brieve besegelt met minen segele. Ende ick Wonninc voers, want Symon, mijn trouwe vrient, dese voerg. tuge ende loefte om mine vordering en bede gedaen heeft, soe love ick hem in goede trouwen daer scadeloes of te houden"; volgen de merken die op de zakken voorkomen. Verder heeft Wonninge betaalt aan Heynric Jansz, rentmeester van Aemsterland van ¼ deel van t hout van de cogge 3 £ 5 sc en van den gewande 4 £ 8sc, maakt 7£ 13sc
Haarlem
Suermond | 1304~
R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom Putten II p 266/Ons Voorgeslacht 1979 p 205 (no 239)
Achternamenindex
leen van Putten: in Zeeland: ver Gheijle des Sueters houdt in leen 6 gemeten land voor Jan heren Claesz dore [deur], zonder plaats
Dorcout | 1380-1390
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex
klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"