22750 resultaten
Sparenwoude, van | 1528-01-08
Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex
Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."
Wilde, de | 1424~
Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex
vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"
Heteren, van | 1390-01-03
Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 2 p 225
Achternamenindex
Willem van Heteren en Peter Otte blijven Ghysbert heer van Vianen en den Goye borg, op een boete van 200 gld Geld, dat Johan Deys Korstiaensz binnen 13 dagen dood of levend binnen Vianen zal komen
Deym | 1315, 1316, 1334
Rek Hen Huis I p 17, 26, 183
Achternamenindex
ontvangsten rentmeester Noordholland: van landhuur in den Hage, in de meente te Eykendunen: Jan Willaem Deymensz 10 sc; 1316: idem Willem Deymensz 12 sc; 1334: idem
Deym | 1482-08-15
Ons Voorgeslacht 05-1991, no 416 regest 196
Achternamenindex
Dirc Jansz Deym legt verklaring af over door hem aan de abdij Leeuwenhorst betaalde pacht te Monster; ook verklaringen afgelegd door over pacht van land [in de Lier]: Aem Claesz, zijn vader wordt ook genoemd; Lysbeth weduwe van Aem Jansz, Jan Aemsz en Aem Claesz; Jacob Dircsz samen met Adriaen Jacobsz, Adriana vrouw (weduwe) van Dammas Claesz
Deym | 1542-07-12
Batavia Illustrata bl 1035
Achternamenindex
Jan Hallinck Ockersz en Meynart van Segwaart Bartholomeusz, schepenen in Dordrecht, verklaren dat Gerard van Nispen, zoon uit het eerste huwelijk van Gerard van Nispen Gerardsz met Catharina van Houte, bekend heeft ten volle betaald te zijn door Adriaan van Nispen, zijn halfbroer, zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader, met Margriete Willem Deymsdochter, van alles wat hij te vorderen had uit de nalatenschap van zijn vader
Deym | 1540
Batavia Illustrata bl 1026
Achternamenindex
Willem Deyms, dochter Margaretha Deyms, overleden 1540 x Gerard van Nispen
Dalem, van | 1478-10-01 - 1479-09-30
Rek Rentmeester van het land van Arkel no 2214, fol 45
Achternamenindex
reparaties aan het slot te Gorinchem: "Noch utgeven by den vors here Jacob [bastaard van Brugdamme] om die voge beneden aen die eerste spaedze van den blauwen torn te doen leggen van den blauwen groiten steenen omtrent den zelven torn te voeren liggende, om daer mit defensie te moegen doen tot bewaernisse van den voirn slote. Gegen Jan van Dalem die hierinne geoccupeert heeft 7 ½ dagen tot 4 stuvers per dag, facit 30 sc"
Schaffelaer, van | 1312-11-08
Registrum Guidonis p 164
Achternamenindex
Lubbrecht van Scaflaer, zijn broers Wlfgheer, Zegher, Meus van Scaflaer "dese leggen Vredelois van Ghizebrechts Duis doit, bi Veraerts Buis claghe, zijn broeder"
Donk, van der | 1312
Livre Feudataires de Jean II de Brabant p 35, 78, 170
Achternamenindex
Elisabeth van der Donc 5 quartaria prati et mansum cum appenditiis apud Lyre. Johannes Cluzekin prestitit fidelitatem tamquam mamburnus; - Giselbertus van der Donc, de terra Ghelrie, fidelis ducis Brabantie, de 10 £ Lov. annuatim recipiendis ad molendinum Brazii Lovaniense, in Nativitate Domin solvendis. Quas habet ex parte Ruthgeri de Asselt cujus filiam duxit in uxorem. Dies solutionis prima in Nativitate Domini MCCC decimo octavo; - Johannes van der Donc de bonis in Nieuwenhusen que fuerunt suum allodium et supportavit ea in manus ducis et iterum a duce recepit in feodum, et bona de Berlychoven, que sibi devoluta erant ab Henrico et postea de Johanne fratre suo, de Berlychoven