1808 resultaten
notaris | 1562-11-24
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 620/2
Achternamenindex
notaris te Gouda: N. Caron
Eem, van der | 1423-05-28~
Leenregister Culemborg fol 97v
Achternamenindex
leenregister Culemborg (1410~): - Henric van der Eme 3 morgen te Molderic, belend boven: Deuken van Eck Dircxz, beneden: Arnt van den Gruethuse
Gruijthuijse, van den | 1423-05-28~
Leenregister Culemborg fol 97v
Achternamenindex
leenregister Culemborg (1410~): - Henric van der Eme 3 morgen te Molderic, belend boven: Deuken van Eck Dircxz, beneden: Arnt van den Gruethuse
Persijn | 1262-05-01
v.d. Bergh II no 86/Reg XVIII Albertus fol 71
Achternamenindex
Johan Persyn beleent zijn neef Nicolaes van Rietwijk met al het goed dat Aernout van den Dunen was en dat vrouwe Hadewi van den Dunen nu van hem in lijftocht heeft; geschied te Haerlem
opschrift: Willem van Rietwijk
Cats, van | 1230-04-26
v.d. Bergh I no 320, 321
Achternamenindex
deken en kapittel van St Pieter te Utrecht verpachten aan het gasthuis van Emelisse een deel van hun tienden aldaar gelegen, die wijlen Hugo filius Reylaphi van hen in pacht hield
Pontiano et Alexandro de Emmelisse, Willelmo de Wella, sacerdotibus; Egidio filio Mathiae clerico et Petro clerico investito de Wissenkerke; Henrico de Catz, Tankardo filio Branti, et fratre eius Mathia, Hugone filio Wittonis, Henrico Rapeken, Tankardo filio Berthe de Wella, Willelmo filio Henrici de Voghelvliet
Eck, van | 1423-05-28
Leenregister Culemborg fol 97v
Achternamenindex
leenregister Culemborg (1410~): Henric van der Eme ontvangen 3 morgen te Molderic, belend boven: Deuken van Eck Dircxz, beneden: Arnt van den Gruethuse
mannen: Jan van Eck Woltersz, Lambert van der Weteringe
Grevenbroek, van | 1654-04-24
Navorscher jg 1893 p 91
Achternamenindex
blason de noble in de kerk van Oorschot: N. de Grevenbroek (uit het huis van Arkel) en zijn vrouw N. Aelbouts, overleden 1649-03-06
Putten, van | 1339-07-24
Reg Hann p 263, 280
Achternamenindex
Willem van Duvenvoorde heer van Oosterhout doet uitspraak tussen de vrouwen van Putten en van Rosendael en bepaalt hoeveel de laatste aan de heren van St Pieter zal betalen; 1341-10-09: de heer en vrouw van Putten schrijven aan het kapittel dat hun moei de vrouwe van Rosendael, een deel van het door hen gepachte goed overgenomen heeft en dus gehouden is, haar deel te betalen