23414 resultaten

Does, van der | 1319-09-11

A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex

Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor

hoofdtak

Does, van der | 1457-02-06

Inv Arch Kerken Leiden regest 254
Achternamenindex

Vranc van der Does verklaart van zijn zuster Katrijn Heinrics dochter van der Does gekocht te hebben 1 morgen land, genaamd de Woert aan de Notwech in Leiderdorp, en dat dit land voor de helft zal komen aan zijn zuster Dirc; 1508-05-15 draagt Yvona van der Boeckhorst deze morgen over aan kerkmeesters

1e zijtak

Storm | 1394

R.G.P. 182 p 88/Rek Rentmeester Noordholland fol 48v
Achternamenindex

" Ment ghehaelt bi Storme 59 scuten cleyes van Ryswyc daer men die viver binnen mede cleyede; Gerrit Woutersz 32 scuten en 6 scuten die Storme op der Spoy cofte, van elke scute 5 gr, facit 22£; betaelt Dirc Pyl by Storm van 8 corven en 5 berrijen daer men die aarde mede wech droech van den viveren daer t te doen was 24sc

Holland, van | 1420-1421

Rek Rentmeester Kennemerland 851 fol 10v
Achternamenindex

Floris Willemsz gegeven Florys ende Wildeman die hi brochte Boudyns Zwiets van de termyn Rerigu (?) ende Willem Symonsz myns liefs heer kokenmeyster van Boudyn ontvangen heeft, dair Dirc Hollant bewising of doen sal, 100 £; - Floris noch gegeven van de termyn voors. Dirc Holland na in hout der quitancie 450 £

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg I: "Item noch een ander clage, dair Gheryt Claesz, myn oem, ontboden wordt te comen bij myn gen. here van Beyeren tot Amsterdam, welk geboth hy gedaen heeft ende doe hij weder thuys trecken soude, soe wart hij jammerlic verraden ende dootgeslagen, daer Aernt die Wilde een upsetter aff was ende myn oem verraden heeft, daer hij claerlic aff bedragen is van der hantdadigen dieselve in die reyse geweest hebben, ende hem overgethuycht hebben voir vele sheren mannen" vervolg II

Ping | 1387-11-19

Rechtspraak Graaf van Holland II p 178
Achternamenindex

"19 dage in november doe bleef Willem her Dirc Piing aen minen here des hi misdaen mochte hebben voer tscoutenhuys van Haerlem"

Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)

Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex

"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."

Cuser, de | 1441-03-15

Mr van Overvoorde: Arch Kloosters regest 721, 767
Achternamenindex

Willem Kuyser van Bosschuysen en Joest Heynricsz, schepenen van Leiden oorkonden een verkoop van land aldaar; 1444-01-16: Willem Kuyser van Bosschuysen en Dric van der Does idem verkoop van een rente

Riebeek, van | 1423-07-29

Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex

leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"