18799 resultaten

Ghest | 1246-09-16

v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex

Nicholaus heer van Putte oorkondt dat Heinricus de Hord van hem in leen houdt 3/4 deel van een land genaamd Zuythord, tussen Scolvliet en Beeninghe, en waarvan Hugo de Ghest het 4e deel houdt. Bovendien houdt Henricus 2/3 deel van een land tussen Scolvliet en Westerlike, het derde deel hiervan houdt Allard zoon van Johannis. Na Hendriks dood zullen deze 2/3 komen op "Simon consanguineus suus". Ook houdt Henricus 1/4 deel van de tienden in Drenkwaard en van dit vierde deel verkrijgen Hugo de Ghest en Simon het vierde deel, en Allard zoon van Johannis 1/6 deel, maar na Hendriks dood zal zijn bloedverwant Henricus de tienden in Drenkwaard en 10 roeden land in Scolvliet van de graaf in rechten leen verkrijgen

Ammersoyen, van | 1497-02-15

Batavia Illustrata bl 841, 842
Achternamenindex

Kerstant en Cornelis Dirksz van Alkemade als wettige kinderen van Dirk Kerstantsz van Alkemade en zijn vrouw Margriete en Lauweris Hendriksz als man en voogd van Lysbeth Dirksdochter erkennen dat zij verkocht hebben meester Pauwels van Amerzoyen, als man en voogd van jvr Russent, onse medesuster, een woninge staande op de Schie in Ketelambacht over die Schiede [dijk?] tegenover de kerk van Ouderschie met allen toebehoren met de boomgaarden bij de stad Delf afgehouwen in de oorlog van Rotterdam om van dien blokhuizen te maken, en drie morgen en anderhalf hond land omtrent de Poeldykse capelle

Wilde, de | 1429-07-22

R.A.H. no 56 fol 195/Reg in Beyeren IX fol 103
Achternamenindex

gravin Jacoba beleent Aernt Willemsz die Wilde met ⅔ deel van de nabeschreven goede: 1) een huysinge mitter hofstede in Nuwelant, 2) 12 geersen lants gelegen in Valckencoech, tot een erfleen; en zijn broer Soyer houdt het derde deel van dit leen

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Riebeek, van | 1423-07-29

Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex

leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Egmond, van | 1379-09-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex

Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"

Dove | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143/Batavia Illustrata bl 1204
Achternamenindex

graaf Floris III geeft aan de abdij Egmond de kerk te Vlaardingen terug

Laici: Robbertus frater comiti, Theodericus Persin, Hugo de Teylingen, Isbrandus de Harlem et fratres eius Gerard, Malot et Meinzo, Simon Galo, Aelbrecht Banjaert, Dodo advocatus et fratres eius Theodericus, Bernoldus et Weremboldus, Wilhelm de Forenholda, Theodericus de Scoten, Odger de Riswic, Alard Ove (Oue), Bertolfus dapifer, Frethlif, Maurin, Ekbrecht Calvius, Lydolfus de Utgest, Stephanus, Adalard, Vastrud de Rinnighem, Isbrand Freso, Isbrand Ethelig