30399 resultaten

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Arkel, van | 1514-10-20

Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex

hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Enkhuizen, van | 1319-04

R.A.H. no 33 Vriesland fol 54/Reg EL 10
Achternamenindex

item want wi verstaen hebben dat Pieter van Enghuzen ende sijn gheselscip die sluze opghesparret hadden, ende Doede Janinc die dore van der sluze opghesparret hadde van Oesterblockweer sonder varent op den dike ghehaelt hadde, ende Vordenaer Gerbrandssone die sluze bi Oesterleke opghesparret hadde, ende dat Jan Veeren Gheertrudensoen die sluze bi Scellinchout opghesparret hadde, ende dat Martyn van der Nieuwerwike die sluze te Hoerne bi sinen huze opghesparret hadde, ende dat Willam Hughe die sluse te Wrsem opghesparret hadde, ende dat Pieter van Wormaer ende Didde(..)aren Wolfaerdssoen die sluzen in Haren Hugendike ende Outorperdike opgesparret hadden, soe ghebreder wi hem van ons Heeren weghen des graven dat si dat verbeteren bi den rentmeester ende bi den dycgrave hof dat si te ghizel varen daer si se wisen sullen, ende Willaem Hughe salt verbeteren Jan van Berghe. (Peter van Enghuizen had sluizen geopend te Oosterblokker, er vindt een zoen plaats te Medemblik en hij moet te Leiden in gijzeling komen)

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Bentheim, van | 1339-12-08

Van Mieris II p 626
Achternamenindex

heer Simon van Benten, houtvester van onsen houte van Hairlem, wordt door de graaf ontboden "dat ghi van onsen weghen betaelt jaerlix den Minderbroeders, die daer Terminariis jaerlix es tote elken Bamisse 10 sc Holl toit sinen barninghe (=brandstof) te helpen voir enen boem, die si pleghen te hebben te bornen uten Houte, ende dien wi hem wederseyt hebben, ende des neemt jairlix van hen ene kennisse jeghens ons mede te rekenen, dair mede sullen wi u van also vele quiten in juwer erster rekeninghe"

Deijl, van | 1400-1415

Quellen Stift Xanten p 360, 363
Achternamenindex

in parrochia Udem de curte Papenhoven: in bonis Rutgeri de Deil, 16 maldrata siliginis, 1e hand: Bela de Deil 2e: haar zoon Rutgerus; in bonis Wolteri de Deil, 18 maldrata, 1e manum: Theodeircus de Deil, 2e: zijn vrouw Greta, 3e: Gerardus ter Hoeven; in bonis dictis Deijl, 1e hand: Theodericus filius Rutgeri de Deijl, 2e: zijn vrouw Gesa, 3e: hun zoon Johannes

Jode, de | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073
Achternamenindex

de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt contra Aernt van der Duijn (opschrift: Daem); 1468-07-27: Aernt die Juede contra Daem van der Duyn over het veer te Hardinxvelt door Aernt geerfd van zijn oude vader heer Arent van Gent; idem 1468-07-28 en 1468-08-11