24911 resultaten

Doos | 1356-1357

G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex

stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam

Zeelander, de | 1415-06-23

Van Mieris IV p 340
Achternamenindex

hertog Albrecht doet op enige punten nader uitspraak over de doodslag op Simon van Zaenden te Haarlem; "overeede" zullen doen van Simons dood, o.a. Claes Zeelander; als Claes en Dirc Symons bastaarden gekomen zijn en overede gedaan hebben, zullen zij elk uit de zoen 50 £ ontvangen en Willem Hagen, Simons bastaardzoon 25 £. Weigeren zij dit te doen dan zal dit geld bijven bij Claes van Ruyven tot zij zich bereid verklaard hebben. "Item die voirzoen zal hebben Claes Zeelander met een deel van Symons magen, die daer cost om gedaen hebben. Item die machzoen sal men smaldeelen, is dats die mage niet eens en worden, bi Vranc van Zenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Sparnwoude, Claes Zeelander"

Stecke | 1470~

Quellen Stift Xanten p 501, 504
Achternamenindex

Stiftshöfe in Rindern: achter Ryneren tussen der lantweren end den dorp Ryneren een stuck land, daer die alde straet doer geet, gelegen mitter eenre syde lanx lant dat Roesselen, end dat nu is Wilhelmus van Ophuysen, ende mitter ander eynde allanx Goessen Stecken land"; Goessen Steck of zijn zuster, belending aldaar

Zuylen, van | 1250~

Sloet no 725
Achternamenindex

lijst der leenmannen van de graaf van Gelre in het gebied van Utrecht: Giselbertus de Zulen contulit Zulenbruck, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes

Egmond, van | 1379-09-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex

Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer

Woude, van den | 1287-09-17

v.d. Bergh II no 620
Achternamenindex

graaf Floris V belooft de poorters van Delf de vrijheden "die si bescreven ende beseghelt hebben van ons ende van onsen ouderen. Ende dat hem dat ane hoere vriheide niet letten we sal dat zii doer onser sonderliner bede Hughen van den Woude ontvaen hebben te hoeren portrecht"

Jode, de | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073
Achternamenindex

de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt contra Aernt van der Duijn (opschrift: Daem); 1468-07-27: Aernt die Juede contra Daem van der Duyn over het veer te Hardinxvelt door Aernt geerfd van zijn oude vader heer Arent van Gent; idem 1468-07-28 en 1468-08-11

Dever | 1380-02-02-1381-02-02

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 77
Achternamenindex

oudste kameraarsrekening der stad Utrecht: opgeboert van borgherscap. Dit sijn die nye borghers: Jan Dever

Donk, van der | 1466-01-22

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 297
Achternamenindex

leen van Vianen: no 665) te Lexmond: een viertel in Cortenover, waarvan 2 morgen gemeen met Jan Symonsz, belend boven: Jan van Lakerveld, beneden: Pieter Mathysz, 2 morgen gemeen met Luitgen Roelofsz, belend boven: Aleid van de Eem, beneden: de heren van Oudmunster; 1466-01-22: Wouter van Ingen [= van der Donk] na overdracht door zijn broer Jan van der Donk, neven van de leenheer; 1509-10-09: Goye van der Donk, na overdracht door haar vader Wouter van der Donk; 1543-12-18: Hendrik van der Donk voor zijn vader Hubert van der Donk, die oud en ziek is, na dode van diens nicht Goye van der Donk; gesplitst: 665BA) het eerste perceel 1545-09-14: Hubert Hendricksz van der Donk en zijn vader Hubert dragen dit leen over aan Cornelis Arnoutsz, voor zijn dochter Anna, belend boven: de erven Wouter van der Donk, beneden: de erven Arnoud Jansz; 665B) het tweede perceel, 1545-09-14: Gysbert Arnoutsz voor zijn zoon Jan, na overdracht door Hendrik van der Donk en zijn vader Hubert; 1569: Jan Gysbertsz

Arkel, van | 1397-08-06

Van Mieris III p 660
Achternamenindex

Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"