24103 resultaten

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Egmond, van | 1429-05-16

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 217
Achternamenindex

leen van Honthorst: no O): 1 morgen te Alphen, belend noord: Pieter Dever Hendriksz met 2 morgen roerend van Brederode, zuid: dwarswetering, oost: Dirc van Egmond, west: een capelrie die de graaf van Holland begeeft; 1429-05-16: Pieter Dever Henricsz; 1490-03-27: Gerrit Boije Jacobsz na dode van Gerrit Dever Pietersz, zoon van zijn oudoom, die hield van Honthorst

Bennebroek, van | 1418-08-26

Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex

Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten

Does, van der | 1400-09-24

Arch Abdij Egmond Inv no 605
Achternamenindex

Dirc van Rollant oorkondt dat hij de abt van Egmond heeft opgedragen en wederom van hem in leen ontvangen "alle lienrecht ende toeseggen dat ic hebbe an datdeel der rottienden die wileneer Pieter van Rollant, myn oudoem, daer God die ziel of hebben moet, te liene helt van den Godshuus voirs, ende mij nu opbestorven is van Dirc Dircxz van der Does, minen neve, leste besitter van desen liengoede". Dirk van Rolland draagt op alle leengoederen, op het ⅓ deel van de rottiende na, die zijn oudoom Pieter van Rolland eertijds bezeten heeft en die hem van zijn neef Dirc Dircsz van der Does aanbestorven zijn; 1317-05-23: de abt van Egmond beleend Machteld dochter van Dirk van Rolland met de rottiende die haar vader in leen hield van de abt, te versterven op zoons of dochters

Dorp, van | 1658

J.A. Jaeger: A.R.A. Hs 3e Afd no 755 p 162
Achternamenindex

verklaring van Adriaen van Gustaff [sic !] baron van Lewijt, zoon van de graaf van Flodroff, voor het Hof van Holland afgelegd omtrent zijn duel met jhr Arent van Dorp, vaandrig in een compagnie gardes

Donk, van der | 1412-07-26>~

Codex Dipl Neerl dl 3 p 378
Achternamenindex

gebreken van hertog Jan van Beyeren tegen Gelre: - Jan van der Donck heeft 1 morgen op Reynoy, die Henric van Rijn vanaf 1410 gebruikt, - 26 morgen die de heer van Druten en Bruysten van Herwinen hem afgenomen hebben, en 26 morgen ongebruikt; - Jans huis van der Donck te Gorinchem, dat ze binnen dese vrede hebben afgebroken, 40 Eng nobels schade. Na 1413: schade van het kapittel van Gorinchem: Jan van der Donck goed te Herwinen en zijn zwager Danckert van der Wercken, dat Hack van der Polle gekomen is etc. Verder genoemd: Godevert van Drueten, vrouw van Herwinen Danckert van der Wercken, Dirc van Wij

Endegeest, van | 1422-02-08

Br vd Gesch Abdij Rijnsburg noot 1 bij regest 669
Achternamenindex

Gillis van Cralinge, baljuw van der Goude, en Ysbrant van Alkemade, baljuw te Oistgeest, doen, in overleg met Aernd van Alkemade, schout te Oistgeest en Pieter Florysz, op verzoek van Willem van den Dam en Machteld Jacobsdochter een arbitrale uitspraak, inhoudende dat het huis op den Ouden Vliet, aan Willem van den Dam vermaakt door zijn tante wijlen Lijsbet van Endegeest, diens vrije eigendom is. 1422-03-20: Lysbeth Jacobs dochter van den Dam staat aan Willem van Dam al haar aanspraken op dit huis af. Nogmaals over dit huis: 1422-05-07 en 1421-07-22, 1422-11-30

abdij Rijnsburg (niet gecoll)

Duven, van | 1422-12-07

Leenregister Culemborg fol 92
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Mewe ⅓ deel van 6 morgen op Parijs samen met Willems erfgenamen van der Lochte, dat geheten is Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers mit hun kinderen, beneden: Heinric van Duven

Herlaer, van | 1277-04-01

v.d. Bergh II no 331
Achternamenindex

Graaf Floris V regelt de dijkschouw in het land tussen Lek en Donk en benoemt 2 heemraden uit zijn gebied van de Zijdewinde tussen Lecke en Donck

Theodericus de Herlaer, Wilhelmus de Brederode, Henricus de Leck, Swederius de Abbecoude, Otto de Slingelandt, militum; Johannis de Arkel, Hugonis Botter, Arnoldus de Liesvelt, Hardenberni de Lede, Gysberti de Langerak, Wilhelmus de Moelnaers, Zigerus de Ryde, Hardenberni de Merwede, Theylings Colekijn de Nymantsvrient en Wilhelmus Blassekyns, famulorum

Abcoude, van | 1277-04-01

v.d. Bergh II no 331
Achternamenindex

Graaf Floris V regelt de dijkschouw in het land tussen Lek en Donk en benoemt 2 heemraden uit zijn gebied van de Zijdewinde tussen Lecke en Donck

Theodericus de Herlaer, Wilhelmus de Brederode, Henricus de Leck, Swederius de Abbecoude, Otto de Slingelandt, militum; Johannis de Arkel, Hugonis Botter, Arnoldus de Liesvelt, Hardenberni de Lede, Gysberti de Langerak, Wilhelmus de Moelnaers, Zigerus de Ryde, Hardenberni de Merwede, Theylings Colekijn de Nymantsvrient en Wilhelmus Blassekyns, famulorum