29442 resultaten

Coudekerke, van~ | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke

Stavenisse, van | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

Boudewijn van Stavenisse, Daniel dictus Vraet, Biggo van Coudekerke

Enkhuizen, van | 1319-04

R.A.H. no 33 Vriesland fol 54/Reg EL 10
Achternamenindex

item want wi verstaen hebben dat Pieter van Enghuzen ende sijn gheselscip die sluze opghesparret hadden, ende Doede Janinc die dore van der sluze opghesparret hadde van Oesterblockweer sonder varent op den dike ghehaelt hadde, ende Vordenaer Gerbrandssone die sluze bi Oesterleke opghesparret hadde, ende dat Jan Veeren Gheertrudensoen die sluze bi Scellinchout opghesparret hadde, ende dat Martyn van der Nieuwerwike die sluze te Hoerne bi sinen huze opghesparret hadde, ende dat Willam Hughe die sluse te Wrsem opghesparret hadde, ende dat Pieter van Wormaer ende Didde(..)aren Wolfaerdssoen die sluzen in Haren Hugendike ende Outorperdike opgesparret hadden, soe ghebreder wi hem van ons Heeren weghen des graven dat si dat verbeteren bi den rentmeester ende bi den dycgrave hof dat si te ghizel varen daer si se wisen sullen, ende Willaem Hughe salt verbeteren Jan van Berghe. (Peter van Enghuizen had sluizen geopend te Oosterblokker, er vindt een zoen plaats te Medemblik en hij moet te Leiden in gijzeling komen)

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Delft, van | 1357-09-10

De Raadt II p 114/Chartes Ducs de Brabant no 1385
Achternamenindex

Chretien van Horwinen reçoit, du Brabant, 1978 vieux écus, van coste dien ic ghedaen hebbe op den huse van Lilloe ende in den lande aldaer, soe binnen den tide dat her Goedvert van der Delf daer ruwaert was ende oec anders, van den beghinne des orloeghs teghen Vlaenderen tot nu toe

Does, van der | 1366-01-01

Inv Arch Rynsburg dl I regest 368
Achternamenindex

Dirc van der Does, schout van Voorburg, oorkondt dat zijn vader Jan van der Doesen diens vrouw Kerstine, verkocht hebben aan hun zwager Willem van Voorburch een rente van 10 sch per jaar, die Willaem de bastaerd en zijn vrouw Katerine toebehoorde. Met een brief van1351-01-25, die met de rente Katerine, weduwe van Willaem de bastaerd, Philip Aerntsz van den Dam en zijn broer Claes Hurst aan jvr Kerstine in eigendom overgaven

Voorburg

Dove | 1327-07-26

Ons Voorgeslacht 04-1986 p 308/Bijdr Hist Gen jg 1901 p 248/Reg EL fol 66r
Achternamenindex

huis en hofstede, waar de leenman op woont, binnen de gracht in Akersloot: Dove Willem Dovenz bij dode van zijn vader, die hield van Jan van Bergen; 1346-06-01: Dove Willem Doven in Akersloot, met de werf, belend noord: Thybaut ver Clarenz, west: Dove Willem Dovenz; 1390: Reynier Dovenz met de ledige hand; 1396-01-05: Dove Reiniersz bij dode van zijn vader Reinier Dovenz; 1401-04-23: Claes Symonsz krijgt na dode van Dove Reinersz dit leen ten eigen. Topografische aanduiding: 1390: in het zuideind van Molenbuurt

Woude, van den | 1287-09-17

v.d. Bergh II no 620
Achternamenindex

graaf Floris V belooft de poorters van Delf de vrijheden "die si bescreven ende beseghelt hebben van ons ende van onsen ouderen. Ende dat hem dat ane hoere vriheide niet letten we sal dat zii doer onser sonderliner bede Hughen van den Woude ontvaen hebben te hoeren portrecht"

Bennebroek, van | 1418-08-26

Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex

Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend