21241 resultaten
Endelsdorp, van | 1392-10-02
De Raadt I p 382/Urkunden Cleve-Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex
Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]. [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken uit de tol te Kaiserswerth]
Duvenee, van | 1320-10-29
Van Mieris II p 245
Achternamenindex
Willem grave van Henegouwen oorkondt "dat in dien tiden dat Lemmelijn Willaemssone van Duvenee was beneden sinen neghen jaren, ende op enen tijd ghinc eten, daer hi spize in die hand hadde, soe quam een groet hont, die omme dier spisen wille hem beet, ende scoerde een stuc van sinen luchteren oere, als wi wel ter waerhede verstaen hebben. Ende omme dat hi van den onghevalle voorsz. hier namaels ghien blame, noc scande hebben en moghe, soe hebben wi hem desen brief ghegheven open bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven in Middelburch"
Arkel, van | 1341-06-28
Arch Schoonhoven Inv no 196/Reg Hann p 280;/Versl Rijks Oude Arch 1918, dl I p 809/Wuller Zeper Regest 217
Achternamenindex
Jan van Beaumont en heer Jan van Arkel geven aan die van Bergambacht en nabij gelegen plaatsen een watergang te maken van de Lek naar Haestrecht; 1341-29-06: Jan van Henegouwen en Jan van Arkel komen overeen een waterloop te doen graven "die ave sal gaen ende beghinnen ane den Leckedijc, strekkende bij Ammerslane in dien Vliet doergaens door Scoenhouwen, door Stolwyck, doer Bilwijck ende doer Haestrechter lant westwaerts der vriheijt van Haestrecht doer dien dyck te halver Ysselen""
Stavenisse, van | 1269-07-29
v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex
Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is
Boudewijn van Stavenisse, Daniel dictus Vraet, Biggo van Coudekerke
Coudekerke, van~ | 1269-07-29
v.d. Bergh II no 188
Achternamenindex
Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is
bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke
Dorp, van | 1395-1396
Rek Baljuw Rijnland fol 7v, p 71
Achternamenindex
rekening baljuw van Rijnland: " jvr Margriet van Dorp gheven bi domproests beveel daer ic enen brief of heb van Margrieten voors. 20 £, diewelke mijn heer had doen heffen van haren renten omdat hi ghewaen had dat si Philips van Dorp geweest hadde, haers broeders"
Wateringe, van der | 1353-01-31 (1352)
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 44v/Reg EL 25 fol 28
Achternamenindex
hertog Willem beveelt heer Willem van der Wateringen, baljuw van Rijnland en het land van Woerden, om met het gerecht van Leyden, "te daghe dingen van onser wegen tjegens heren Gheryt van Poelgeest ende diegenen die op den huse van Poelgiest syn, en so wat si daer toe doen, dat sullen wi vaste ende gestade houden, ende gevel t dat ons dat huys te Poelgeest overgelevert worde mit den daghedinge, soe wat her Willem en onse gerechte voirs raden ende doen van dien huse is t te houden staende of te breken"
de heer van Egmond, Johannis de Noordeloose en Ysebrant Bertouts
Sparenwoude, van | 1528-01-08
Arch Heeremans; Hoekstra p 57
Achternamenindex
Gerrit van Sparenwoude schrijft: " den 8e dagh in January anno 1528 storff mijn lieve wairde huisvrou, joncfrou Jooste Floris Bollendochter des mergens omtrent 8 uyren, was out 29 jaar min 7 dagen. Wij trouwden den 11e dag in Mey anno XIV, dus hadden wij dair XIV jaer mit groeter vruntschap tesamen geleeft..."