16381 resultaten

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Grove, de | 1409

De Raadt I p 520/Düss Cleves Mark no 684
Achternamenindex

Arnd den Grove, dey Jonge, reçoit en fief du comte Adolphe de Cleves son alleu "mijn hus geheiten ter Hassele, dont le comte pourra s aider contre ses ennemis, sauf contre l'archevêque de Cologne", vgl de zegels van de Lede 1315, 1348

Does, van der | 1500-11-16

Inv Kerken Leiden II regest 2203, 2135
Achternamenindex

heer Theodericus de Does, clericus, bediende te voren de O.L.Vr vicarie in het OLVr gasthuis te Leiden; 1490-02-04: Theodericus Wilhelmi de Dues, priester

1e zijtak

Schellach, van~ | 1274-09-04

v.d. Bergh II no 277
Achternamenindex

deken en kapitel van St Petrus in Utrecht verpachten de tienden van 28 gemeten land te Schellach: " quam Rynboldus a nobis tenuit dum viveret" aan zijn zoon Johannes, tegen 2 nieuwe Vlaamse solidi per jaar

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Riebeek, van | 1423-07-29

Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex

leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Arkel, van | 1341-06-28

Arch Schoonhoven Inv no 196/Reg Hann p 280;/Versl Rijks Oude Arch 1918, dl I p 809/Wuller Zeper Regest 217
Achternamenindex

Jan van Beaumont en heer Jan van Arkel geven aan die van Bergambacht en nabij gelegen plaatsen een watergang te maken van de Lek naar Haestrecht; 1341-29-06: Jan van Henegouwen en Jan van Arkel komen overeen een waterloop te doen graven "die ave sal gaen ende beghinnen ane den Leckedijc, strekkende bij Ammerslane in dien Vliet doergaens door Scoenhouwen, door Stolwyck, doer Bilwijck ende doer Haestrechter lant westwaerts der vriheijt van Haestrecht doer dien dyck te halver Ysselen""

Rijswijk, van | 1380-1390

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 195
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "dit siin datt die doden, die den heer van Vyanen afgeslagen siin, eer er die van Arckel siin ontseghede vijant worden: item int Goye: Willam van Rijswijc"

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse