23530 resultaten

Hemert, van | 1544-10-08

Ons Voorgeslacht 06 1986 p 533
Achternamenindex

leen van Vianen: 4 morgen in Boeicop, Heilwig van Hemert na dode van haar vader Joost van Hemert; leeneed doet Jan Doem Henricsz voor haar

Weteringe, van der | 1459-03-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 157
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meus van der Weteringe verzocht zijn goed na dode van zijn moeder en maakt voor zijn zuster Eese 6 Joh Beyers gld erfrenten uit zijn leengoederen, die zij in leen ontvangt; "daerna ontfeng Eese dat heele goet, doe was die verlidinge doet; nu Eese zyn zuster, Jan Brantz wijf"

mannen: Goessen Bosch, Jacob Meusz

Donk, van der | 1514-05-09

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 528
Achternamenindex

leen van Vianen: [welk leen ?] Hendrik van der Donk voor Maria, dochter van Henric die Wilde, bij dode van haar moeder Jutte; 1517-04-28: Hendrik van der Donk voor Maria de Wilde tekomen op haar neef Jan van Heteren Bertoutsz of Dirkje Jansdochter; 1537-03-03: Cornelis van Zandwijc Swedersz voor Maria de Wilde na dode van Henric van der Donc

Heyden, van der | 1394, 1395. 1400, 1403

De Raadt II p 469
Achternamenindex

Chrétien van Rincbergh (Rimburg, uit Merode), chevalier, reçoit une rente sur Maestriecht; il append son sceau aussi à un acte dont nous avons oublié d'annoter la date, et qui l'appelle: Kersthen van Rengberghe, ritter, heere zu der Heyden, châtelain de Roede (Rolduc)

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Does, van der | 1427

Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex

dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde

1e zijtak

Duven, van | 1422-12-07

Leenregister Culemborg fol 92
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Mewe ⅓ deel van 6 morgen op Parijs samen met Willems erfgenamen van der Lochte, dat geheten is Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers mit hun kinderen, beneden: Heinric van Duven

Duven, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 38, 78v, 108, 109v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Dierck Coppier Jacobsz ⅓ deel van 6 morgen op Parijs, geheten Volfslant, met Haze Hugen en haar kinderen, belend boven: Henric Jacopsz en Jutte Coppers en kinderen, beneden: Henric van Duven (dit leen komt vervolgens aan Willem van de Lochte); - Reynalt van Mauderick 1 morgen in der maelschap van Mauderic die Dircks van Duven te wesen placht, belend boven: Reynald van Mauderick met leen van Culemborg en beneden: Geryt uten Weerde Roelofsz.Tijns van Culemborg tot Mauderic op 11-11: - Geryt van Duven van 1 oude weyde en 1 slach op die Weijde en 1 husmate, samen 5 morgen; - Geryt van Duven van husmaten, van 1 oude weyde en van een slage 9 d

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Abcoude, van | 1372

De Raadt I p 159
Achternamenindex

Jean, bâtard d'Abbekoude, promet de ne jamais se venger du duc de Juliers, dont il fut le prisonnier