Berkenrode, van | 1572-03-18/13

G.A. Heemstede Inv Arch Berkenrode Inv no 361; Not Arch Haarlem 1 fol 121

Achternamenindex

Anthonius van Berckenrode, concierge van het stadhuis te Haarlem, bekent 2 custingbrieven onder zijn bewaring te hebben

Haarlem

Berkenrode, van | 1634-02-11

G.A. Haarlem Not Arch protocol no 105 fol 45 ev/Notaris Willem van Trier

Achternamenindex

testament van jhr Henrick van Berckenrode, oud burgemeester van Haarlem, tegenwoordig weesmeester, wat siekelijk zijnde te bed liggende: - legaten aan Catharina en Janneken Heijnsdochters, zijn 2 dienstmaagden, 600 Kar gld en aan Janneken 100 gld; - Barent Hermansz Crampoel 600 gld; aan zijn natuurlijke zoon Adriaen van Berckenrode bij Maritgen Cornelisdochter vermaakt hij: 1) hofstede, huysing, boomgaert, plantagie in de ban van Schoten, met crofte land daaraan, samen groot 2 morgen, gebruikt bij Jacob Jansz, 2) 2 morgen 2 hont weyland, oostwaarts van de hofstede strekkende tot aan het Spaarne, verhuyrt aan Tryn Geritsdochter, weduwe van Ysbrant Cornelisz, 3) 3 hont land, streckende voor van de heerweg tot aan de hofstede of croft land, waarover het Sparendammer voetpad loopt en daer de Haudt op staet, ook gebruict door Trijn Geritsdochter, 4) 3 hont genaemt "het Luetgen" in de ban van Schoten, gebruict Cornelis Cornelisz Schoon, 5) een perceel lants gelegen in Schotervlielant, groot 3 morgen 364 roeden, gebruict bij Griet Schoonen en haar man, 2gld 4st 11 penn erfpacht aan Nicolaes Jansz Verwer, 6) land in de ban van Schooten in de Veenen, groot 5 morgen, gecomen uit de boedel van wijlen zijn moeije Maria Cornelisdochter, weduwe van Hubert de Vastringe, west: de Delft, noord: 5 morgen van de testateur, gecomen van wijlen zijn moeije Machtelt Cornelisdochter, vrouw van Pieter Nicolaesz van Hoorn, oost: de Balckweide, zuid: de erfgenamen van jvr Machtelt Bickersdochter, 7) land in de ban van Schoten aan Heussensvaert in de Veenen, groot 4 morgen, belast met 4gld 4 penn te betalen aan Johan van Schoterbosch, gekocht door de testateur van de erfgenamen van Gerrit van Berkenrode, 8) een thuyn buiten de St Janspoort aan de singel, in huur bij Simon Mathijsz, brouwer in de Roode Vos, groot 86 roeden, 9-14) losrentebrieven, obligaties, cleren, juwelen etc

Berkenrode, van | 1634-02-11

G.A. Haarlem Not Arch protocol no 105 fol 45 ev/Notaris Willem van Trier

Achternamenindex

testament van jhr Henrick van Berckenrode: tot zijn erfgenamen in al zijn andere goederen benoemt hij Weijnina en Johanne, nagelaten kinderen van wijlen zijn neef Cornelis van Thoornvliet, wiens moeder Catharina van Rhijn is, onder de last alle boedel- en doodschulden te betalen en de 30e penning, die op de goederen nagelaten aan zijn natuurlijke zoon, betaald moet worden, zodat hij ze onbelast verkrijgt. Tot executeurs benoemt hij zijn neven Dirck van Haerlem van Berkenrode en Georgius van den Velde, advocaat, die ook voogd zullen zijn over zijn natuurlijke zoon Andries, zij ontvangen daarvoor elk 400 Kar gld. Aldus gedaen ten huyse van de testateur gestaen aen t Marctvelt te Haarlem

getuigen: Aelbert Symonsz en Jan Claesz, beide cleermakers, poorters van Haerlem

Berkenrode, van | 1634-05-24

G.A. Haarlem Not Arch protocol no 105 fol 45 ev/Notaris Willem van Trier

Achternamenindex

testament van jhr Henrick van Berckenrode bevestigt testament dd 1634-02-11. Echter was enige dagen daarna Johanna van Thorenvliet, een van de dochterkens van wijlen zijn neef Cornelis van Thorenvliet, moeder was Catharina van Rijn, overleden. Zijn erfgename is nu de andere dochter Weijnina van Thorenvliet, als zij kinderloos overlijdt, te komen op de wettige kinderen van zijn oerleden neef Pieter van Blanckeroort, in zijn leven geweldige provoost generaal over de oorlochsschepen van Holland, en de kinderen van jhr Henrick van Berckenrode, en de kinderen van zijn nicht Catharina van Berckenrode, in leven huisvrouw van Nicolaes van Crabbemorsch, Agatha van Berckenrode in haar leven huisvrouw van wijlen joncheer Johan van Alckemade, jvr Erkenraet van Berkenrode, kinderen bij wijlen mr Johan Berck

getuigen: Aelbert Symonsz en Jan Claesz, beide cleermakers