Alphen, van | 1364-07-27

Ons Voorgeslacht jg 1971 p 243

Achternamenindex

leen van het Domkapittel te Utrecht: no 18) Rijswijk, 1 ½ morgen, belend oost: Dirc van Alphen met leenland van de erfgenamen van de vrouwe van der Wateringen, west: Aernt Coenraets, noord: de Vlietwech, zuid: de Zwet, beleend Thynab Bartholomeusz; no 19) 1½ morgen land in den Hoec, strekkende langs de woning die vroeger van Dirc Nagel was, naast de 4 morgen die Pieter Heijenz in leen hield van heer Jacob van den Binchorst; 1364-07-27: Dirc van Alphen vermeld; 1392-07-04: Russent Dircsdochter van Alphen; 1449-05-27: Mercijn Willemsz bij dode van zin moeder Russent

Lienlaer, van | 1466-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 194

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aleid, weduwe van Claes van Lijenlaer, Jan Heynric Salenz, Bertholomeus Jacobsz van Lijenlair en Geryt Bertholomeusz van Lijenlair dragen op de erfelijke rente uit de hoeve tot Lijenlaer, "ende Jan Saell dat steenhuijs mitter grafte alse dat daer nu begrepen is. Ende Bartholomeus Jacobsz der malen renth mit allen horen toebehoren hij hadde uuter hoeve tot Lijelaer. Ende Gerrit Bartholomeusz die nijwe heije alse die gelegen leijt, elcx na uytwisinge der leenbrieve"; vervolgens wordt Lambert van Lyenlaer Claesz met al deze goederen beleend, die voortijds van de hoeve tot Lyenlaer gescheiden zijn

mannen: Peter Dijer, Heinrick van Duven

Blote, de | 1392-08-26

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 402

Achternamenindex

leen van Amstel: no 117) Mynden 8 morgen uit 16 morgen in het gerecht van Langerak in Otto Gysbertsz land, belend noord: heer Gysbert van Nyenrode, en 4 morgen in het land waar Roelof Arnoudsz op woont, Zeeburgscamp, zuid: de Paasdijk, 1392-08-26: Claas de Bloot Gerritsz bij koop na dode van Otto Gysbertsz; gehuwd met Ida; 1400-07-08: Gerrit de Bloot na dode van zijn vader Claes; 1429-07-01: Coenraad Bartholomeus na dode van heer Gerrit de Blote, priester; 1439-04-16: mr Pieter van Beoostenzwene van Renesse na overdracht door Coenraad Bartholomeusz

Assendelft, van |

Navorscher 1878 bl 200

Achternamenindex

Veertig der stad Leiden: Bartholomeus Willemsz van Assendelft, benoemd 1614-09-12 tot 1618-10-23, stierf 1626-03-15; Jacob Jansz van Assendelft 1615-07-07 tot 1618-10-23; Claes Jacobsz van Assendelft 1655-08-25, stierf 1661-01-01; Pieter Bartholomeusz van Assendelft 1656-11-10, stierf 1688-10-03; Nicolaes Claesz van Assendelft: 1670-07-14 blijft tot 1672-09-11; Pieter Claesz van Assendelft 1670-07-18, stierf 1683-03-16; Johan Adriaansz van Assendelft 1691-02-09, stierf 1728-08-14; Barthout Jansz van Assendelft 1709-03-11, stierf 1661-01-01; Adriaan Johansz van Assendelft: 1729-05-11 - 1748-10-18; Barthout Adriaan Adriaansz van Assendelft 1759-06-05. Zij voerden allen: in rood een stappend zilveren paard, allen pieter Barth.z kwarteleerde zijn wapen met dat van het geslacht van der Werf

Biggenkerke, van | 1437-05-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346v, 347, 347v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Andries en Cornelis, zoons van Bartholomeus van Bigghenkerke voor henzelf, voor hun oudste broer Claes, en voor de jongsten Peter en Wolfaert, worden na dode van hun vader beleend met het ¼ en ⅛ deel en 1/32 deel van ⅛ deel van alinghe die tienden in Biggenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 22 scell Coninx Tourn en 6 epenninck en een goede maaltijd; 1437-05-09: Andries Bartholmeusz van Bigghenkerke draagt over zijn ⅕ deel, een ¼ deel en ⅕ deel in ⅛ deel van ⅛ deel, en ⅕deel in een 1/32 deel in een ⅛ deel van der alinger tiende, die Andries van zijn oudste broer Claas gekocht had, vervolgens wordt Reijnier Willemsz beleend, pacht 4 scell; dezelfde dag draagt Cornelis Bartholomeusz van Biggekerke zijn delen (zie hiervoor) over, en wordt Johan Jan Willemsz.z ermee beleend, pacht 4 scell (vgl 1437-05-09 en 1437-05-11)

mannen: Hugo van Dorsche, Reynier Willamsz; Matheus Gysbertsz, Hugo van Dorschen; Reynier Willamsz, Andries van Biggekerke

Dalem, van | 1428~

R.A.H. Coll Aanw 99 Zeeland fol 12v en 13

Achternamenindex

de heren van Vosmaer: - 1/24 deel van de heerlijkheid Vosmaer, Hugo de Dalem resignavit et Cornelis ejus filius relevavit a ducissa, (ut patet libro IX no 142.); - 1/12 deel (quaere anno 16 libro III no 32 in Zeelant) Laurentius van Overvest obiit et Johannes Witte relevavit, (ut patet libro IX no 102) 1/4 deel daerof, facit 1/48 deel. Johannes Witte resignavit et Henricus de Groesbeke relevavit, (ut patet in libro IX fol 148); - hierof heeft Simon Dammas ontfangen een drie deel van het 1/12 e deel, te weten 1/16 deel, ende heeft die helft daerof overgegeven ad usum Ade Bertolomei,(ut patet libro IX no 171); Symon Thoma resignavit partem suum ad usum Margaretae filia (er staat filius) Symonis de Dalem, matris suae, qui relevavit, (Reg Alpha fol 1, 1441-04-08 (1440); - Adam Bartholomeusz heeft ook een deel van Vosmaer (275)