76 resultaten
Heylo, van | 1215-08-28
v.d. Bergh I no 247
Achternamenindex
graaf Willem I beslist een geschil tussen Lubbertus abt en Willem zoon van Walterus van Egmond over de rechten van de advocaat van die kerk; "inter Aremersweth en Winnemersweth, feodo suo excepto, et super dimidia parte thelonei in dedicatione ecclesie, et super ⅓ thelonei in Alcmare", die Willem van Egmond voor 2 £ Holl per jaar in pacht houdt. Willem doet van alles afstand, maar behoudt het voor zijn leven. Met regeling van rechtspraak
testes: Aleydis Hollandiae comitissa, Wilhelmus de Theylinge, Theodericus, dapifer, Theodericus en Philippus de Wasnare, Theodericus Bokel, Otierus de Vorscoth, Albertus Baniardi, Jacobus de Heiligelo, Jacobus castellanus de Leiden, Arnulfus de Riswic, Johannes Persijn, Isbrandus de Harlem, Henricus presbiter de Ememsenkerka, Henricus sacerdos de Northke en Henricus persona de Flardinge, notarii curiae Hollandiae
Putten, van | 1246-02-26
v.d. Bergh I no 416
Achternamenindex
Nicholaas en Johannes, zoons van Wilhelmus Oboli (Penninc) krijgen in erfleen van Nicholaus de Putte: land genoemd Corendick, belend noord: Beninghe, west: Moerman, zuid: Dorenloet, oost: Wydele, en land in Spikenisse; met bepalingen over doodslag binnen dit gebied en andere bepalingen; 1296-11-18: deze brief tbv hun erfgenamen bevestigd: Nicolaus geeft de helft van het daarin genoemd land Corendik aan de erfgenamen van Nicolaus zoon van Willem Oboli, de andere helft behoudt hij zelf
bezegeld door Nicolaas van Putten, Wilhelmus graaf van Holland, N Persin, Th en Petro de Spikenesse, Hessele, Hugh, Joh de Maerlant et magistro Paulo
Weede, van | 1536-03-03
Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 313, 314
Achternamenindex
leen van Vianen: no 698B) 2 morgen strekkende van de voorste 6 morgen tot de Bolgerijse kade, belend boven: Hubert Jacobsz, beneden: Herman Danielsz, beleend Hubert Jacobsz na overdracht door Jacob Willemsz, die lijftocht behoudt; 1640-06-05: François van Weede bij dode van zijn moeder Maria van Sneek; 1647-12-05: Hubert van Heikop voor Hendrik Pieck van Wolfsweerd heer van Muiswinkel, voor Daniel van Weede bij dode van zijn vader François
Haestrecht, van | 1397-07-20
R.A.H. Coll Aanw 67 fol 14/Mem B.M. fol 10v; Taxandria jg 33 p 294
Achternamenindex
de vrouw van heer Pouwels van Haestrecht behoudt het goed in het land van Altena, afkomstig van haar eerste man, en alle goederen en renten in het land van Altena afkomstig van haar ouders; de renten die heer Pauwels in pacht had van de heren van Oudmunster zullen door deze heren en de rentmeester van Altena, Zadelboger, verkocht worden; uitgezonderd werd de huising in de heerlijkheid van heer Arentswbergen en wat hij had tussen Loon en der Sprongghen
misschien verloor hij bij de belegering in 1400 van zijn slot Venloon door Jan van Witthem het leven
Herlaer, van | 1424-12-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61
Achternamenindex
de abt oorkondt dat Vrederic van Drakenborch aan zijn zoon Jan, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Elisabeth heer Johansdochter van Herlaer, ridder, gemaakt heeft de nahand aan 26 Rein Arn gld per jaar uit de tienden op Emenesse, die Vrederic van de abdij in leen houdt. Vrederic maakt deze rente vervolgens tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Elisabeth. Sterft Jan vóór zijn moeder dan komt de rente aan zijn rechte leenvolger, maar zijn moeder behoudt haar lijftocht
Loenersloot, van | 1466-07-23
R.A.Arnhem: P v Schilfgaarde: Repertorium Lenen van Culemborg
Achternamenindex
leen van Culemborg: 4 morgen in t Goij in Dwarsdijk, genaamd Eersbil, strekkend zuid door de bandijk tot een waard van de leenheer: lijftocht voor Jutte Melijsdochter uijt den Enge, vrouw van Daniel van Loenresloot; 1467-10-05: Bernt Aryaen Velkenersz, onmondig, na dode van zijn vader, Aryaen Velkenair Henricsz is hulder; 1478-02-11: Margaryet Aryaen Valkenarsdochter, vrouw van Goessen van Bemmel, na dode van haar broer Bernt, haar man is hulder en haar moeder Jutte behoudt de lijftocht
Borssele, van | 1449-09-10
Berigten Hist Gen IV p 93/Arch Nyenrode afschrift
Achternamenindex
hertog Philips geeft aan Frank van Borssele de hoge heerlijkheid van ter Lucht, zijnde een zandige heide en onbewoonde duinen, nabij Noortigerhout aan zee gelegen, waarvan Frank de ambachtsheerlijkheid van de grafelijkheid in leen houdt. De lieden die daar wonen of zich er vestigen, zullen 7 jaren lang vrij zijn van de grafelijke beden, doch de graaf behoudt voor zich aan de heerlijkheid het recht van sonneramete, de klokslag, de zeedrift, het grove wild en de onthouden der gebannen lieden
Roon, van | 1366-10-07
Reg Rotterdam en Schieland no 898
Achternamenindex
Zweder van Apcoude, heer van Gaesbeke, Putte en Strijene en de broers Peter en Boudyn van Roden verklaren de uitspraak over hun geschillen over te laten aan arbiters, die bepaen dat de heer van Putte zijn heerlijkheden zal behouden, zoals de paal staat op de dijk in Roden, waarover de schouw van de graaf gaat, zuid: de paal die op de Wale staat tegen over de grote werg in Aelbrechtswairt; Pieter behoudt de heerlijkheid van Roden tot de genoemde palen
scheidslieden: Symon van Teylinge, Willem van der Marwede, riddres; heer Niclaes, pastoor van Roden, Jan Aernts van Abbenbroecke, Willem Zomerlant en Wouter heer Pouwelsz, rentmeester van het land van Putten en Strijen
Wena, van | 1449-09-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 353
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent jvr Meijn van Wena met haar man Jan van der Boechorst als voogd, na dode van haar broer Jacob Buekels van Wena, met de tiende van Bloemersdijck, van Cole en van Sonnevelt; vervolgens draagt zij deze tiende op tbv haar dochter jvr Hildegont Jhans dochter van der Boechorst, tot een onversterfelijk erfleen; jvr Meijn behoudt haar lijftocht hieraan zolang zij leeft; Jan van der Boechorst doet hulde
leenmannen: Jan van Hueckellem, Jan van der Anxter
Heukelom, van | 1424
Reg Geld Leenaktenboek 10e stuk p 539
Achternamenindex
60 morgen land in Tielreweert in het gerecht van Meteren en Malsen, de Rijsacker (26 morgen), Bergakker (20 morgen) en het Hontzgemet (9 morgen) geheten, ontvangen door Johan van Hoeckelom; 1427: Johan van Heukelom van Ackoy, als hij kinderloos overlijdt, te komen op zijn zuster Catrin van Ackoy, vrouw van Wolters van Emskerck; 1428: Catrina van Ackoy ontvangt dit leen, en een hofstad van 1 morgen aan de Marck, en 2 morgen aldaar; - op Malsenreoirt Rot 7½ morgen; - de Calenberch 4 morgen; 1461: Gerrit van Hemskerck, erve van zijn moeder Catrin, die haar lijftocht behoudt