44 resultaten

Arkel, van | 1444-02 - 1445-02

Rek Rentmeester Land van Arkel no 2164
Achternamenindex

"uitgaen Arnde van Hellou, 16 november gezonden aan jhr van Gaesbeke die in Den Haag was bij de vrouwe van Bourgondië mit der w.a.r.rh (?) die gehuurd was voor schepenen van Gorinchem van die hun schade gegeven hadden die heer Jan de bastaard van Arkel [van Ravesteyn?] gedaan had aan hun beesten die hij hen genomen had van het erf van mijn genadige heer, geheeten de Twyscil, daarom hij uit was varende en na 4 dagen weerom kwam, verteerd 11 st; Diederick der stede bode van Gornichem 11-09 gezonden met een brief van Gorinchem aan Janne de bastaard van Arkel om de beesten die hij in Twijscil genomen had, 2 dagen 4 st; de rentmeester heeft in de kerken van Gorinchem doen gebieden dat al degenen die hem ...... waren van de schade die hem gedaen hadde Jan de bastaard van Arkel aan de beesten in Twijscil"

Boekel/Bokel | 1325-09-29

Reg Rotterdam en Schieland no 340
Achternamenindex

Geraerdt, pastoor der parochie te Hillegartsberghe en Didderick Buekel uter Nesse verklaren als uitvoerders van het testament van heer Jan van Meerlijn, in leven persoon te Ouderscye, het volgende overeengekomen te zijn omtrent het nagelaten land, gelegen tussen het land van vrouwe Ane Arnouds en dat van Willem Clarissensoen, waarvan het noordeinde strekt tot aan de Schyedijk en het zuideinde tot aan de Spaaanse weg in de parochie van Schie en in heer Ogiersambacht van Cralingen. Degene die dit dit land gebruikt, zal betalen 40 sch aan het altaar dat heer Jan zelf gesticht heeft en 10 sch aan de persoon van Schie, benevens jaarlijks een pond aan heer Geraerd van den Berge, na diens dood aan de parochie ten Berghe. De overige inkomsten van dit land zullen komen aan de kapel die Diederick Buekel beloofd heeft te stichten in de kerk van Schie. Diedderick Buekel uter Nesse verklaart bovendien te geven een stuk land, gelegen tussen Aelmarsland aan de noordoostzijde en het land aan Jan van der Spange en Jan Hoec gemeen aan de zuidwestzijde van de weg die naar de Schiedijk loopt, strekkende tot de wetering in Matenesse

Uytternesse

Benthem, van | 1594-10-28

Kroniek Hist Gen jg 1849 p 115-121
Achternamenindex

testament van Walburg gravinne van Nieuwenaer, Meurs, vrouwe tot Berdbur, Weerde: 1) prins Maurits van Orangien de grafelijkheid, stad, slot en goederen van Meurs en het huys te Krackauw, 2) haar neef Adolph, 2e zoon van haar broer Arnout graaf van Benthem, slot, stad en heerlijkheid van Bedbur, Geerstorp en Rosberg, en andere lenen van de keurvorsten en bisschoppen van Keulen, onze portie van de heerlijkheid Bodbergen etc, 3) haar neef en verkozen zoon Georg Eberhard graaf van Solms in de grafelijkheid Hoorn enkele heerlijkheden, Weerdt, Wissem Kortersom, Bockholt, de voochdie van Thoorn etc; hij moet legaten uit betalen aan: keurvorstin Amalia, gravin van Benthem, Anna geburen gravin van Benthem, Walburg, dochter van de graaf van Valkenstein, de weduwe vrouwe van Brederode, Hans Adolf, zoon van de graaf van Valkenstein, Herman Diederick van Milendochk, Balthasar van Milendonck, vrou Agnes van Milendonck, de kinderen van Willem van Wiele bij Magdalene van Bredenrode, jhr Aacht van Milendonck, Catarina van Alpen, kamerwijf, Anna van Brouck, Reynier Cant, Adriaen van Weerenstein, Johanna Coninx, weduwe van mr Jasper van Berch, Johan Innengenhoff, hofmeester, met uitgebreide beschrijving van de legaten

Baer, van | 1532-03-24

Leenregister Gelre
Achternamenindex

lenen van Gelre: - 1532-03-24: het goed te Wijnbergen in het kerspel van Doetinchem: Willem van Baer, bij transport Sweders van Wynbergen ontvangen de helft van Wynbergen, de andere helft is van Gerrit Horstinck. Eed vernieuwd: 1538-09-21, 1544-05-26, 1556-06-10; 1553-02-24: Anthonis Horstinck, erve van zijn vader Gerrit, belast de andere helft met 20 Joachimsdaler per jaar aan Willem van Baer, te lossen in 6 jaren. 1561-05-22: Willem van Baer, drost van Lingen, bij transport Anthonis Horstinx, ontvangt de helft zodat het weer één leen wordt. 1568-09-24: Frederick van Baer Willemsz krijgt uitstel, idem: 1569-01-20, 1570-01-20; 1571-06-29: Dirck van Baer erft het leen van zijn vader Willem; 1588-11-01: Willem, Fredrick, Eggerick en Willem van Baer met hun 4 zusters als erven van hun vader Diedrix beleend, en hun moeder Else Ripperda en haar hulder Giellis Englenen. 1625-08-30: Diedrick van Baer, onmondig, als erve van zijn beste vader Diederick en vader Fredrix beleend, zijn moeder Judit Ripperda gebrukende tot hulder Henrick van der Capellen. 1625-09-07: Eggerick van Baer als erve van zijn moeder Elsebe Ripperda beleend, stierf: 1625-09-22. 1637-05-27: Herman van Baer als erve van zijn broer Dirck beleend tot een vijfmarkleen volgens de oudste belening (1642-02-23: bevrijd van leenplicht)