63 resultaten

glasemaker | 1406-02-14

Rechtspraak Graaf van Holland II p 207 e.v.
Achternamenindex

hertog Willem bepaalt het zoengeld voor de doodslagen in Haarlem: - Jan Willem zal betalen voor de kwetsingen van Jan Simons Zutphensz, 5 £ ; Willem Jansz die glazemaker krijgt voor zijn kwetsingen 20 £, die gelden zullen Dirc Symonsz van Zaenden de bastaard en Moey Allart, ieder de helft

Sparenwoude, van | 1380-04-10 - 1382-06-30

Rechtspraak Graaf van Holland p 176/Van Mieris III p 340, 365
Achternamenindex

van de doodslagen te Haarlem ontvangen van Willem de bastaard van Eggemonde, "van meester Clays smarte van Sperenwoude, die gheset was te ghelden 90 £ Holl daer behoert minen here bi ghevoeghe 10 £ Holl, facit 1 £ 13sc 4d gr" (1377-12-18, 1380-02-17: zeggen van de graaf)

Assendelft, van | 1381-02-15

Van Mieris III p 365
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: de dood van Heynric van Overcroft zal men gelden 600 £, waarvan Gerrits Moens magen de helft en Dirc Boudynsz magen Willem van Geervliets magen de ander helft; "en deze zoen zullen smaldelen Gheryt van Assendelft en Willem van Adrichem Barthoudt Hoenen broeder"

Haarlem

Oem | 1406-02-14

Rechtspraak Graaf van Holland II p 208 e.v. p 208, 210
Achternamenindex

hertog Willem bepaalt het zoengeld voor de gedoden en gekwetsten binnen Haarlem: - van Dirc van Kallens dood 500 £, betalen moeten elk ¼: Oem Dirc van Assendelfs, Gheryt Wouters Hertgensz, Jan Bledze en Meenstgen; Oem Dirc betaalt ook mee aan de 1200 £ betreffende de doodslagen op Dirc Philips van Cralingen en Claes Pietersz

Haarlem

Overcroft, van | 1381-02-15

Van Mieris III p 365
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem op o.a. Claes Martynsz, Jan Zeelander en Gheryt Jansz, die in het huis van Simon van Zaenden dood geslagen werden: van de dood van Heymix van Overcroft, 600 £, te betalen door Dirc Boudynsz magen en Willem van Geervlietsmagen elk ¼, Gerrit Moens magen de helft

Calf | 1406-07-25

Rechtspraak Graaf van Holland II p 220
Achternamenindex

hertog Willem verbant, wegens het niet betalen van het zoengeld voor de doodslagen binnen Haarlem, zaecweldich: o.a. Clais Symonsz van Zaenden bastaard, Jan Willem die men hiet Calfgen, Claes Hugen Jacobsz, zijn borg; Clais Buse Bertoutsz, Matheeus Gheryt Claisz.z en Wouter Florisz als zijn borg; Gysbrecht van Rietvelt en Jacob Hugen Jacobsz als zijn borg

Ban | 1384

Rechtspraak Graaf van Holland II p 177
Achternamenindex

doodslagen binnen Haerlem: van Verdebout Dirczs dood, hierof sijn ghebleven: zijn broer Gheryt Dirksz, Hughe Florensz, Dieric Florensz, Vrederic Verdeboutsz, Foyken Bannenz, Gheryt Hughenz; handdadig hieraan was o.a. Claes Dirc Valkenz.z; van Dic Florysz dood: hierof heeft gheloeft Bertolmeus Zijtsz alleen als hantdadige ende toghet daerof scepenen brieve, dat hi daer of mit recht quite ghewijst soude wesen

Haarlem

Bake | 1381-02-15

Van Mieris III p 365 e.v. en 465
Achternamenindex

uitspraak hertog Albrecht over de doodslagen te Haarlem: - Dirc Boudynsz dood 600 £, betaald door: Willem de Grebber, Willem Woutersz van Zaenden, Jan van Raephorst en Gheryt Baec met zijn magen, ieder voor ¼; 1387-07-16: hertog Albrecht vergeeft aan Hughe Baec hetgeen hij tegen hem misdreven heeft door het huis van de schout van Haarlem aan te vechten, eveneens vergiffenis voor Barthelmees Jacobsz, zijn knecht

Haarlem

Rietwijk, van | 1381-02-15

Van Mieris III p 366 e.v.
Achternamenindex

doodslagen binnen Haarlem: - Willem van Gheervliet, 600 £, waarvan ¼ Gysbrecht van Raephorst, Bertout Hoene en Huge van Rietwijk; de dood van Reyner van Riedwijc "om dat hi een goet clerc was, ende een eerzamich man ende en gheen vechter", 800 £, waarvan Dirc Willemsz van Zaenden ¾ en Willem Oem Jansz ¼; Hugo van Riedwijk en Willem de Grebber worden uit Haarlem verbannen tot de uitspraak van de hertog

Sparenwoude, van | 1381-02-15

Van Mieris III p 366, 367
Achternamenindex

van de doodslagen te Haarlem: van Jan Fyenz 400 £ , door Jan Louwerysz, Jan van Foreest en Gheryt van Sperrewoude; - Jan Dirksz van Sparendamme krijgt 2 gouden ponden, Jan van Sperrewoude met zijn magen; de kwetsingen van Dirc van den Woude, Ysebrant van Sperrewoude en Heynric Pontiaen; - "Jans quetsinge van Sparnewoude, die wi an ons hielden in der letster zoenen, zegghen wi quite, overmits dat wi claerliken gheen goet besceyt daerof en vinden"