Koevoet | 1381

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 276

Achternamenindex

leen van Vianen: no 624) acker land in Lexmond, boven: erven Evert Mathysz, beneden: Herman Porrekin, 1381: Daam Hendrik Ghelpertsz; 1392-08-11: dezelfden; 1420-03-13: Hendrik Ghelpert Daamsz, onmondig, boven: Koevoet Evertsz, beneden: Gozewijn van Nyestein

abusievelijk geplaatst onder de mannen van Goye

Schaep | 1596-09-28

Reg Leenaktenboeken Kwartier Veluwe no 122 p 414

Achternamenindex

de hof Ter Horst bij Middachten in Veluwe gelegen, ontving Henrick Petersz bij transport door Evert Mes Evertsz voor zich en vanwege Gijsbert Serris en Anna Mes als ouders van Jutte; met lijftocht voor zijn vrouw Elisabeth Schaep

Ellecom

Nyensteyn, van | 1381

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 276

Achternamenindex

leen van Vianen: no 624) een acker in Lexmond, belend boven: erven Evert Mathysz, beneden: Herman Porrekin, 1381 en 1392-08-11: Daem Hendrik Ghelpertsz; 1420-03-13: Hendrik Ghelpert Daamsz, belend boven: Koevoet Evertsz, beneden: Gozewyn van Nyestein

Porrekyn | 1381

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 276

Achternamenindex

leen van Vianen: no 624) akker land in Lexmond, belend boven: erven Evert Mathysz, beneden: Herman Porrekin; 1381, 1392-08-11: Daem Hendrik Ghelpertsz; 1420-03-13: Hendrik Ghelpert Daamsz, onmondig, belend boven: Koevoet Evertsz, beneden: Gozewijn van Nyestein

Bal | 1420-08-23, 1432, 1437

G.A Alkmaar Lade 10 vak 12, 13 10, 9, 8; Bruinvis p 17 en 23

Achternamenindex

schepenen van Alkmaar: Jan Jacobsz Bal, zegel; rozet waarin een teken, 1436-04-24 vroedschap van Alkmaar, 1437 schepen; 1433, 1436: Jan Jansz; 1430, 1438, 1440, 1442, 1444: Evert Evertsz; 1430, 1432, 1434, 1437, 1439: Jan Bartouts; 1429: Claes Lubbertsz

Clarenburg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 49v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Herman van den Rijn Evertsz 1 viertel land tot Jutfaes in die oude hofstad daar Heinric van den Rijn op woonde, belend boven: Heinric van den Rijn met een viertel geheten Borchviertel, beneden: Jacob van Clarenborch met een viertel

Knerf | 1706-02-13

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Alkmaar: Jan Evertsz Knierf 500 gld ten lijve van hemzelf, 37 jaar, vader Evert Knierf, moeder Vroutje Writsers fl 45; 700 gld ten lijve van Magteltje Simons Coninck, 18 jaar, vader Symon Pietersz Coninck en moeder Vroutje Cornelis fl 63

Horst, van der | 1468-07-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 184v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pouwels Aerntsz van der Horst daagt op: 1) de helft een ½ hoeve land gelegen tot Heesse, met bos, meent en utslach, dat hij met de nakomelingen van Peter Jansz gemeen had, en de lijftocht van zijn vrouw Gongeraet; Evert Petersz van Heesse draagt over: 1) een hofstede gelegen tot Heesse, die de broers Jan en Gysbert Evertsz toebehoorde, oost: Gysbert Evertsz met een gemene wech, zuid: een gemene wech, west: mr Reijer van Lodesteyn, noord: de gemeente van Heesse; vervolgens wordt hiermee beleend heer Jan van Deutijnchem, rector van het clerchuys St Johan tot Amersfoort, hulde en eed doet: Aelbert Dyer

mannen: Geryt van Rijn Soudenz, Peter van Zuylen van Koelenberch, Henrick die Wit

Zydenburch, van | 1592-05-25

Inv Arch H. Geest 's Gravenhage dl I no 843

Achternamenindex

Maarten Gerritsz als gemachtigde van Jan Evertsz en Josyna van Zydenburch verklaart aan de H. Geestmeesters te 's Hage 4 rentebrieven verkocht te hebben, elk groot 6 Kar gld: a) 1569-07-10, b) 1570-11-02, c) 1570-12-20, d) 1591-07-20, verzekerd op woningen en land in het ambacht van Wassenaar en Zuidwijk. De akte van 1591-07-20 is noch in de inventaris, noch onder de regesten opgenomen. Als dorsale aantekening stond op deze akte: Rentebrieven aangecomen bij coop en transport van Jan Evertsz tot Amsterdam en Josyna van Sydeburch, syne huisvrouw. Ook de akte van 1570-11-02 is niet opgenomen

Wilde, de | 1401-06-26

Rechtspraak Graaf van Holland III p 257

Achternamenindex

Aelbrecht Hermansz en Symon Evertsz, schepenen in Enghusen, oorkonden dat voor hen kwamen Pouwels Claes die Wildenz en Ysbrant Gherytz, [ende] "lieden Stevelijn van Linghen sculdich te wesen elx 60 Eng nobelen van goeder scoude"; 1402-11-13: ontkennen de beide schepenen de echtheid van deze brief