Arkel, van | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 194-210

Achternamenindex

stukken btreffende de geschillen tussen de heren van Arkel en Vianen: klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel. Bij de uiteenzetting van de schade toegebracht aan Gerrit van Voorn Zwedersz is ingeba…t de geschiedenis der heerlijkheid Hagestein: volgt opsomming van heersers over Hagestein; "En alle dese heren der God ghenadich sij, hebben Voern Zweder Voernsoenssoen ende alle siin voervaders rustelic ende vredelic desen voerscr weert [een weert recht roerens boven Vyanen] laten gebruiken"

Vladeracken, van | 1655-02-10

G.A. Alkmaar Lidmatenboek

Achternamenindex

attestaties: heer Gerrit van Vladeracken, oud burgemeester, van Egmond aan de Hoeve naar Alkmaar (no 77); 1664-03-02 en 09: (no 70) nieuwe lidmaten Geldolphina Fladderacken, op de Nieuwe Sloot; 1687-02-26: jhr Gerhard van Vladerack, in de Hout; 1692-12-03: met attestatie van Haarlem Dorothea van Vladeracque Pietersdochter; 1723-09-01: (no 71) Maria Agatha van Vladderacke; 1724-03-01: Yda Johanna van Vladeracken, jhr Jan Anthonij van Vladeracken Pietersz [niet zonder controle gebruiken]

Gier, de | 1620-07-24

R.A. Arnhem Arch Ammerzoden Inv no 12 no 8a

Achternamenindex

getuigenis tbv Quirijn Aertsz Doorn dat een stuk land genaamd die Cleyne Weij die Ariaentken Jan de Gier of haar zoon Peter de Gier, bezitten of gebruiken, "tanderen tijden is gedeylt geweest in 11 loeten". Verklaart verder Gielis Brant dat de kinderen van Aert Martensz daarin is competerende 2 loeten; 1621: "nieuwe" schepen van Ammerzoden: Peter de Gier. 1621-08-20: Peter Jansz de Gier, schepen, oud 31 jaren; 1623-01-06: ingeboden van 's heren wegen: peter de Gier

Does, van der | 1479-04-20

Cartul St Jan Haarlem no 296, 317

Achternamenindex

het convent van St Jan te Haarlem oorkonden dat zij om "reformacie ons cloesters ende andere nootsaken van pleyten te sustineren" verkocht hebben aan Florys Pietersz, poorter van Leiden, 16 morgen in het ambacht van Leiderdorp, die Willem Jacop Lambrechtsz voortijds gebruikt heeft en zijn kinderen nu ter tijd gebruiken, belend aan de ene zijde: Willem van der Does en Jan Gheryt Lamsz van Berendrecht, en andere zijde: het klooster tot Leyderdorp en Dirck Wouter Danielsz. Vidimus van 1484-07-09. Nogmaals onder no 317

broder Clais van Schoten, commendeur, Aernt Aerntsz van Schoenhoven, prior, Florys Adriaensz, Jacob Claesz, Jan Jansz, Jacop Gerytsz ende Clais Claisz, conventualen en capittelaren van St Janshuis te Haarlem

1e zijtak

Vorenbroek, van | 1413-04-02

Reg Rotterdam en Schieland no 1871

Achternamenindex

Jacob heer van Gaesbeek heeft in erfpacht gegeven voor een halve Eng nobel per jaar aan Jan Wolfaertsz en Wolfaert Jansz het land, rietveld of slijk in Kathendrecht in Riederwaert langs hun nieuwe dijk, buiten de dijksloot doorgaande, 25 roeden breed, om daarop te poten wilgenbomen, rijs of riet, of het tot hun meeste voordeel te gebruiken, met bepaling dat zij de pacht niet schuldig zijn zullen, als hij enige polder aan dit land het dijken als winterland, en ingeval zij het zelf bedijken willen dat zij dit mogen doen op gelijke voorwaarden

Gouwer, de | 1339-04-02

R.A.H. Coll Aanw 35 fol 176-178/EL 32 dl I Caput Noordholland fol 27/Reg EL 5 fol 6v/Bijdr Hist Gen Utrecht jg 1901 p 131, 133

Achternamenindex

Philips van Wassenaer oorkondt dat de graaf van Holland het Burchgraafschap van Leiden verleend heeft aan Justine dochter van heer Hughe de Gouwer van Coudekerck, tot haar lijftocht, haar gemaakt door zijn oom en haar man Dieric burchgraaf van Leiden. Idem 1340-04-02. Verder zullen Philips en Justine ieder 2 mannen aanwijzen die een scheiding zullen maken tussen de eigen goederen, als ze hier niet uitkomen dan wijst de graaf overmannen aan. Voorts kan jvr uten Wairde, vrouw van Florijs van Cralingen, haar goed Oistgheest blijven gebruiken tot de graaf uitgemaakt heeft of zij dit goed terecht bezit

overmannen: Arnd van Gavere, Tielman de Moelnaer, Raesse van Liedekercke, Jan de Moelnair

Egmond, van | 1386-10-06

Reg Rotterdam en Schieland no 1109

Achternamenindex

Willem van Egmondt, ridder, heeft verkocht aan enige poorters van der Goude morgentalen veen onder Sevenhuysen en daaromtrent, en is met de stad van der Goude een overeenkomst aangegaan, zodat de poorters het veen mogen delven en hij het zal doen schouwen door rechters en heemraden van zijn ambacht van Sevenhuysen, dat zij morgengeld zullen betalen als het gewone burenland, dat zij het land zullen gebruiken als de gemene buren en het niet aan anderen dan aan burgers van der Goude mogen verkopen, en bezegelt de akte met zijn broer de heer van Egmondt en Ysselsteyn

Arkel, van | 1391~

Akten Gelre en Zutphen 1376-1392 p 304, 310, 319, 333 en 334

Achternamenindex

Otto heer van Arkel en Johan van Arkel heer tot Hagensteyn zijn zoon, geven een vrede aan hertog Willem van Gelre, heer Gysbrecht van Vyanen en van den Goye en heer Henrick van Vyanen heer van der Ameyde gedurende een jaar lang, en ieder zal gedurende die tijd rustig zijn lenen mogen gebruiken, uitgenoemden de slate ende erfnisse van Ameyden ende van Eversteyn, die in handen zullen staan van de heren van Holland en Gelre en de heer Ernst van Herwinen. Nog een stuk betreffende deze zoen geschreven te Woudrichem op Groten Vastenavont (zonder jaar), idem: 1391-02-12

Blokland, van | 1407-04-17

R.A.H. Coll 96, Caput West Vrieslant fol 179v en 180; Memoriale B.J. 1407/8 fol 37v, Coll Aanw 70 fol 52v

Achternamenindex

hertog Willem machtigt de rentmeester van Altena om aan Geryt van Giezen de vrije eigendom te geven van 10 morgen land in het gerecht van Andel in Daemshoeve, die Henrick van Andel van de hofstad van Altena in leen hield en die jvr Ave Henrics weduwe, jvr Lysbeth haar dochter en Jan van Bloclant nu bezitten en gebruiken, belend oost: Aernt Lemkensz en Louwerens Woutersz, west: Willem Dircksz en Engelram erfnamen van Andel, strekkende van de Hoecgrave ter wateringe toe. Ongeveer hetzelfde stuk met als datum 1407 -06-18 ook in het Memoriale etc, achter Jan van Bloclandt staat hier "hoir zwager"

Heukelom, van | 1424-11-16

R.A.H. Coll Aanw 105 Heukelom fol 19

Achternamenindex

Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen oorkondt dat hij aan zijn neef Dirck van Huekelem 1000 Vrancr oude schilden schuldig is, van de broederscheiding van wijlen zijn oom Dirck van Hueckelem, vader van deze neef Dirck, waarvoor hij hem bewijst: de Koudenhovenseweert of Corenweert met de Keetersweert, behalve zijn heerlijkheden, tienden en visserij in de Linge tussen de Hoofdijck en de Linge, met akkers, weiden, grienden, riede en steenplaatsen bij Vrieswijck in het land van Heukelom; Dirk zal deze weerden gebruiken totdat hem de 1000 schilden betaald zijn; sterft Dirck kinderloos, dan zal zijn moeder jvr Zweder haar lijftocht behouden (vgl 1474-03-08)

getuigen: onse lieve magen heer Dirck van Lyenden heer tot Hemeren, Otto van Haften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck de bastaard van Huekelom, Gerijt de bastaard van Ackoy, Bruijsten bastaard van Ackoy, Johan bastaard van Huekelum, Otte Henrics bastaardzoon van Huekelom, knapen