50 resultaten

Schaep | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Evert Scaep 4 morgen in het overste van de Gheer in het Vreedstro bij de Bisschopsgrave (fol 43v); - Evert Scaep 1 viertel in t Vreedstro op de Bisschopsgrave; die heeft Elyaes die becker (fol 52); - Ghysbert van Culemborg bastaard: ½ morgen 85 roeden op Redichemervelt, belend boven Ghijsbert zelf en Gerrit Scaep, beneden: Jan van Vrancrijk en Peter Leest (fol 53v, 54); - Hubert van Mauderic: 13 morgen met een hofstede op Pariservelt, belend boven: Lambert Gerijtsz met leen van Culemborg en beneden: Gerijt Scaep (fol 57v)

Hamersveld, van | 1469-05-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 188v, 205
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Hamersvelt Gerijtsz wordt na dode van zijn broer Claes Hamersveld beleend met 8 dagmaet land gelegen in den gerecht van Zeldert, twee dachmaet belend west: Egbert die Beer, oost: Jacob Jansz, 6 dachmaet belend oost: Peter Lubbertsz, west: St Agatha te Amersfoort, aan het achtereinde: de Haersche Loedyck, zuid: Jacob Jansz; vervolgens maakt Jan Hamersveld dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Vrederic Bosschendochter; 1472-05-16: Geryt Hamertveld wordt beleend na dode van zijn ouders; verzuim wordt hem kwijtgescholden

mannen: Jan Brant, Henric van Duven; 1472: Jan van der Anxter, Tyman Mowuer van Heersel

Spronc | 1505-10-22

R.A.H. Coll Aanw 112 Arkel fol 144v
Achternamenindex

wijlen Elsebeel Jansdochter weduwe van Jan Spronck had in leen 2 percelen, 21 morgen, in het land van Arkel in Lederbrouck in Reijnercoep, de ene helft voor haar leven verkregen door koop van Pieter Hermansz, de andere helft van Godevert Vranckenz, onder conditie dat dit leen na haar dood zou vererven op de zoon van haar dochter Beatrijs Voscuijl, Mattheus Willemsz, die broeder van St Franciscusorde werd, en geen leen of eigendom mocht ontvangen; Beatrijs Voscuijl wordt daarom met dit leen beleend, belend: Gerrit Smoutriem en Gerijt Ruysch; voorwaarde: de helft te versterven op een leenvolger bij Willem Gerijtsz en voor de andere helft op de leenvolger bij haar huidige man Chrispiaen Ariaensz, als lijftocht

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 39v, 40, 51v, 52v, 54v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Doijs van Loel een tiende in de kerspel van Dyedam, zoals zijn vader hield. Mannen: Gysbert van Culemborg, bastaard, Dirc Doijs Henricsz. - Latere aantekening: Jan Kovoet Woutersz, na opdracht door Gerefaes van Grootvelt, 1 hof houdt 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Joest Doijs, beneden: Jan voors, strekkende van de dijk tot aan de Aude Weijde. - Heylwich Roelants 8 morgen op den Perrick, belend boven: Henric Doijs, beneden: Herman Ghybenz, hulde doet haar zoon Roelof [zie ook Hendrik Roelandsz]; - Doys Gerytsz ½ morgen tot Mauderic op de Meynte, belend boven: Doijs, beneden: Lysbeth Wadekens. - Doys Gerijtsz een meijnte die houdt ½ morgen, in Maudericker maelscap, strekkende van de Maudericker wetering aan de Husmate, belend boven: Jan Vranckenz en beneden: Dirc van der Wade. - Jan Zurmont 1 ½ akker, strekkende van de bandijk in de Lek, belend boven: Henrick Doijs, beneden idem

Maurik, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 57v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: Hubert van Mauderic: - een ½ hoeve land in Culemborgerbroec in het Vreedstro, belend boven: Hubert van Bemmale, beneden: Johansaltaar in de kerk van Culemborg, - 1 hofstat op de Wade te Mauderic van 5 meyen land, strekkende van de Runmingebrugge in het aude Rijnke, - 7 morgen te Mauderic in Pelmate, - 1 morgen in de Winckel, - 4 aude weyden waarbij Hubert Colentijn woonde, - 1 hofstat te Mauderic aan de Weijde met 3 morgen land, - 11 morgen, de Liescampen, liggende tussen de grote camp en de Tielse weg, - 17 morgen te Mauderic in Boutsham, van de Tielse weg tot aan Horincksvelt, - 13 morgen met hofstede op Pariservelt, belend boven: Lambert Gerijtsz met leen van Culemborg, beneden: Geryt Scaep, - 6 morgen op Parizervelt, hijzelf belend (later toegevoegd: Hubert draagt een halve hoeve land in Culenborgerbroec in het Vreedstro op tbv jvr Mechtelt dochter van Vrederix van Zulen, belend boven: Hubrecht van Bemmael en benden: St Jansaltaar)

Beest, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 62
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - heer Johan van Kulenborg opgedragen heeft tbv Johan van Beesde 1 hoeve land in Beesder broeck over die grave, belend beneden: de jonker van Kulenborg, boven: de kerk van Buesinchem; sterft Johan van Beesde kinderloos, dan zal de helft van dit leen komen op Splinter van Voern Johan Kupersz, of op zijn wettelijke leenvolger gekomen van zijn moeder Hildware vrouw van JohanKuper, de andere helft op Johan Gerijtsz, met lijftocht voor Katherine, vrouw van Johan van Beesde; - Johan van Kulenborg heeft opgedragen 1 viertel land in Beesderbroec, over die grave, belend beneden: Johan van Kulenborg, boven Johan van Beesde; - Johan van Beesde 1 viertel land dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wenmersz en het gasthuis van Culemborg; - Johan van Beesde den oversten viertel land van den drie viertelen in Kulenborger broeck achter op Paveijen in d'Aventuer geheyten die Korte Viertelen, belend: de heer van Kulenborch. Strekkende aan de Hollander weg en aan de vrije weteringe

Raes, van | 1422-08-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 282
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Henric van Raes draagt over ½ hoeve engelants gelegen te Heze als hise van Gheryt van Eck ontvangen had: 1) de paelacker, ½ mud saets, belend boven: de abt van St Pouwels, beneden: Jan Aelbert, 2) de Kromacker, 1 mud saets, boven: Jan Liebert, beneden: Jacob van Lichtenberch, 3) den Heijd acker, 1½ mud saets, boven: Roelof van Haghenouwen, beneden: mr Wouter, 4) de morre acker, 1 scepel saets, boven: Steven Liebert, beneden: de abt van St Paulus, 5) de Mattel acker, ½ mud saets, boven: Jacob van Lichtenberch, beneden: Steven Liebert, 6) den perre acker, 1½ mud saets, boven: de gemene wech, 7) de bosschacker, 1 mud saets, boven: mr Wouter, beneden: Jan Liebert, hof- en tijnsgoed, 2 scell per jaar in onsen hof tot Emmiclaer; de abt verleent dit goed aan Henric Bor Gerijtsz van Eck, als hij kinderloos sterft, komt het goed weer terug aan mr Henric van Raes; "item habet die Bijrct [het klooster in die Birct] folio 186, ende is nu leengoet"

mannen: mr Aelbert Baers, Wouter Jansz

Baarn, van | 1469-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 191
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern Roelofsz wordt na dode van zijn vader Roelof beleend met: 1) de venen in het gerecht van Zoes after Zoester enge, in de Grote Slage, Cleyne Slage en in Heserveen, oost: Reijner Lambertsz en Godevaert Heinric Botterz, west: Peter Hamertveld en Aernts erfgenamen van Amerongen, 2) ½ hoeve veen in Heserveen, oost: Pieter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Pieter Hamertvelt, 3) 8 vierdel veen in Zoeserveen in de Cleyne Slagen, zuid: erfgenamen van Steven van Zulen van Nyevelt, noordt: de gemene grafte, 4) 3½ morgen veen in de Cleyne Slage, zuid: nakomelingen van Henric van Rijn, noord: Henric Gysbertsz, 5) ½ van ½ hoeve veen in de Grote Slage, waarvan Henric Godevaert Botterz de andere toebehoort; Jan de Coninc Henricsz doet de eed voor hem totdat hij mondig is; "nunc filius ipsius Jodocus de Baern, ut in libro abbatis Matheus de Goch fol 12"; Roelof van Baern heeft verkocht aan Jan Gerijtsz een erve groot 2 morgen met een huisje, zonder toestemming van de abdij, daarom heeft hij zijn goed verbeurd (uitgebreide akte)

mannen: Henric de Wit, Goesen van Voerde, Jan van der Anxter

onder staat: "anno XCVIII heeft Rolof voors dese husinge ende hofstede (daar Jan Gerritsz mit eenre husinge opt oesteinde op woent nu anno 1497) ende Arnt Roelofsz heeft dit in leen ontvangen" [deze aantekening houdt verband met een ingeschoven papier]

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 55, 58, 59, 59v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerit Doijs Willemsz 2 morgen tot Scalcwijck in het gericht van Kulenborg, belend boven: de heren van St Mertyn Utrecht, beneden: Henrick Geritsz van Kleve, onderdeeld met Johan Tullenz; - Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder mate, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs; - Johan van Beesde 10 morgen in de maelscap van Mauderic van de Perric tot aan de Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz en Dyerck Doys Gerijtsz, beneden: Henrick Doys van Mauderick; - Konegont die Jorden Doijs vrouw was 4 morgen tot Rijswijk en heeft zij Arnt Scelen opgedragen; - Jorden Doys 3 morgen en 1 ½ hont tot Ravenswade op de Zijl, belend boven: Otte Allartsz, beneden: de heer van Culemborg. - Konegont 3 morgen land en 1 ½ hont te Ravenswade; zij heeft dit land opgedragen en Jan Herman Potsz heeft het ontvangen. - Angnijse des heren zuster van Culemborg, vrouw van Wolter van Overrijn 3 morgen ½ hont op Rotte, belend noord: Doijs van Avezaet, zuid: Otte van Arkel en Scakenland, oost: Johan van Rossum

Kaerman | 1451-03-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 186v, 185v, 187
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat Lubbert Kaerman Claesz als gemachtigde van het Regulierenklooster in de Birckt belening verzoekt na dode van Henric Jansz, met 2 acker land gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van die brenck in die Eem, belend boven: Gysbert Dirck Willemsz.z, beneden: Deric Stevensz, en hij wordt namens dit klooster beleend; 1468-11-29: beleend met de goederen vermeld in 2 leenbrieven (dd 1449-07-29, 1451-03-03): heer Henric van Tessel, prior van de Regulieren in de Birckt, na dode van de sterfman Lubbert Kaerman, Jacob van Voerde doet hulde en eed voor het klooster; de goederen: 1) ½ van een stuk veen after Zoesenge, onderdeylt met Geryt Jansz, dat van Noijde Veenhamer was, strekkende van den Hardenlande tot aan Hezerveen toe, zuid: Jacob Godertsz, noord: Meeus Lubbertsz en Jan Claesz, 2) land in de Slage, zuid: Goede Banne erfgenamen, noord: Rutger Jacobsz en Jan Gerijtsz, oost: de heren van Abcoude, west: de Eem, 3) 2 acker land in het kerspel van Zoes, strekkende van de Brinck in de Eem

mannen: Jan van Huekelem, Huge Bull; 1468: Jan van Amerongen, Henric van Duven