50 resultaten

Swieten, van | 1397-07-08

Arch Kloosters bij Leiden regest 117, 1606/Arch Klooster Engelendaal Leiderdorp; Inv Arch Leiden p 215
Achternamenindex

Harman van Zwieten [Herman van Oosterwijk van Zwieten] erkent met medewerking van zijn verwanten aan heer Pieter van den Pol c.s. die wonen op de 5 morgen land, vroeger aan Danel van den Pol toebehorend, waar zij een klooster [Engelendaal] willen bouwen, toegestaan te hebben de vrije vaart door de vaart die onder zijn huis ter Mie loopt naar de Rijn in Leiderdorp, leen van Egmond, op voorwaarde dat zij voor de helft bijdragen in de onderhoudskosten van de brug over de vaart, bevestig door Jan die Weent, abt van Egmond; 1397-07-15: idem (1409-03-04); 1478-07-14: Coen van Oosterwijk is met het klooster overeengekomen om gezamenlijk wetering en brug te gebruiken

zegels van Dirc van Swieten, ridder, Costyn Gherytsz [van der Does], Gielis van Swieten; 1478-07-14: Coen van oosterwijc en zijn schoonzoon Willem van Boschuysen Florisz

Dalem, van | 1541-01/02

Arch Nassau Domeinraad regest 3014
Achternamenindex

Willem van Dongen verzoekt de prins van Oranje een scheiding te laten maken tussen hun beider moeren, daar hij volgens overeenkomst met zijn crediteuren, tot Pinksteren trachten zal zijn moeren te verkopen, hoewel hij wegens het verbod van 's prinsen vader om de moeren die hij te Dongen zelf bezit of aan anderen verkocht heeft, te gebruiken, geen kopers zal kunnen vinden. Voorts verzoekt hij de prins het hem toebehorende ⅓ deel van de warande en van verschillende cijnzen, welke door diens rentmeester met de andere ⅔ gezamenlijk verpacht werden, doch waarvan hij nooit betaling ontvangen heeft, van hem te kopen en hem te doen uit betalen, wat hem over de jaren 1526-1541 toekomt

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex

de broers Willem die Vreze van Oestende en Jan van Oestende worden binnen jaar en dag na dode van hun vader Willem van Oestende beleend met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] te leen hield, gelegen in de parochie van Welsingen, waarvan de abdij van Middelburch de handere helft in leen houdt, jaarlijkse pacht 6£ Zwarte Tourn; dezelfde dag worden zij ook beleend met ⅓ deel van tienden in dezelfde parochie, waarvan de abt ⅓ deel heeft en het derde deel door de erfgenamen van Johan heer Vranckenz en de abt gezamenlijk in leen gehouden werden; 1463: Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan zijn broer en Joest van der Ameijde

Polanen, van | 1356-09-25

Reg Rotterdam en Schieland no 733
Achternamenindex

Philips van Pollanen, ridder, en zijn geburen van Capelle en van der Nieuwerkercke, verklaren overeengekomen te zijn met Odzier van Cralingen en zijn geburen van Cralinghen, om gezamenlijk te maken een waterkering strekkende van de Vloetdijk tot aan de landscheiding in Ommoerden en deze waterkering te leggen op een weer land, geheten Harman Timmermansland, waarvan het gewone onderhoud door die van Cralinghen zal geschieden, en een kade, strekkende van de Yselweg tot aan de landscheiding van Ommoerden, waarvan het onderhoud eveneens ten laste van die van Cralingen zal komen, terwijl Philips en zijn buren van Capelle en ter Nieuwerkercke beloven de Yselweg, doorgaande tot aan de kade van Cortland te zullen onderhouden

Harft, van | 1648-11-10

Kroniek Hist Gen Utrecht p 309
Achternamenindex

notaris van Waai te Utrecht instrumenteert dat compareerde Agnes van Harft, weduwe van jhr Johan van Schurman, haar zuster Sibella van Harft, voor haarlzelf, mitsgaders jhr Johan Godschalck van Schurman, zijn zuster Anna Maria van Schurman (geboren 1607-11-05 te Keulen), onder hen beyde met eene hand bij representatie, in plaatse van wijlen hun moeder Eva van Harft, weduwe van jhr Frederik van Schurman, ook voor henzelve en voorts gezamenlijk als erfgenamen van wijlen Christina van Harft, weduwe van Driest [?], hun overleden zuster of moeije. Uit deze akte blijkt dat Jan en Frederick van Schurman getrouwd zijn geweest met een dochter van Harft, zodat Maria Schurman, tante van Anna Maria Schurman een zuster geweest moet zijn van Jan en Frederik Schuurman

Hogendorp, van | 1592-01-30

G.A. Amsterdam Not Arch no 22 fol 48/Notaris Jacob Gysberts
Achternamenindex

codicil van Simon van Hoghendorp, poorter van Amsterdam, "zieckelijck van lichame": hij keurt goed het testament van hem en zijn vrouw Maria Elberts, gepasseerd voor notaris Hamerode te Amsterdam. Legaten gaan naar: zijn broer Pieter van Hoghendorp, de voordochter van zijn broer, Fijgen Hogendorp (o.a. 2 canari vogelkens), Grietgen, dochter van zijn zuster, zijn neef Jacques Belsang, Hillegont Jansdochter weduwe van Cornelis Barentsz, kistemaker, die het huis in St Jacobstraet overt leege erf eertijts bezeten heeft; zijn broer Pieter krijgt een brief van 4 gld per jaar op het hoekhuis van de Vyff Vliegen Steegh, die zij gezamenlijk hadden, en nu voor zijn broer alleen; Geertgen de dienstmaagd van zijn broer krijgt 6 gld; opgemaakt ten huize van Peter van Hogendorp in de Warmoesstraet

Backer | 1622-02-22

Inv Arch Bennebroek no 25
Achternamenindex

overeenkomst tussen Gerrit Adriaensz en Schalck Adriaensz, duynmeyers en Adriaen Jansz Backer, als vaartmeesters van de nieuwe Zandvaart, gelegen aan de Roode Hel bij de hofstede van Nollenburgh en 53 zanders op de voors. vaart, waarbij bepaald wordt dat de zanders gezamenlijk de voorvaart zullen moeten schieten van de meer af tot naar de hofstede Nollenburgh en verder tot aan het duin, volgens de bestekken en ordonnantiën, door de voorsz. vaartmeesters daarvan gemaakt, en vervolgens de vaart op zijn behoorlijke diepte en breedte onderhouden. Het Hoofd aan de Meer zal ook door de zanders worden bekostigd, doch bij reparaties zal het benodigde hout door de vaartmeesters geleverd worden. Aan de heer van Heemstede zal verzocht worden dit contract te approberen. Ondertekend door partijen

Boschuysen, van | 1358-09-05

Bijdr Vad Gesch reeks 4 dl 10 p 304 en 305
Achternamenindex

Willaem Willaemsz draagt de graaf van Holland twee huizen binnen Leiden en een drietal jaarrenten op en wordt daarmee beleend. Vervolgens maakt hij dit zijn vrouw Bertrade tot lijftocht. Aantekening: dit goed houdt nu zijn zoon Simon Vrederic; 1359-01-11: na de dood van Willaem zullen zijn beide zonen Simon Vrederic en Harman gezamenlijk zekere lenen ontvangen. Deze Simon Fredrik testeerde 1390-12-04, bevestigt door zijn weduwe en erfgenamen, waarbij hij een capelrie op het altaar in de St Pieterskerk te Leiden sticht. Hij had o.a. een zoon Willem, vader van Simon Frederik Willemsz, die in een akte van 1457-12-24 spreekt van de vicarie gesticht door zijn grootvader; 1394-09-21 huwelijk tussen jvr Bartraet Symon Vredericsdochter [kleindochter van Willem Willemsz en Bertrade] met Jorgel Aert wijnsz, klerk en kamerling van hertog Albrecht, afkomstig uit Beieren

Asch, van | 1536-11-08

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 71v/Leenregister Egmond
Achternamenindex

Henrick Sweers van Sandwijc alias van Asch, inwoner van de stad Vianen, verklaart dat hij om te vermeerderen een zeker perceel leen, groot 6 morgen, gelegen in de Biesen in de heerlijkheid Hagestein, hem aanbestorven van juffr Udele van Asch, zijn grote moeder, uit zijn eigen goed heeft opgedragen 2 morgen land gelegen gemengder vuer en gemengder aerde met de voors 2 morgen, om voortaan gezamenlijk in leen te houden, de 8 morgen belend boven: de papelijke prove van Hagestein en Everdingen, beneden: Lubbert van Groenenwolt; - 3½ morgen in de heerlijkheid van Hagestein hem ook aangekomen van zijn grootmoeder, belend boven: de grachten van Hagestein, beneden: 3 morgen en 1½ hond eveneens door Hendrik van de graaf van Egmond in leen gehouden; Henrick maakt dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Machteld Potters; - uiterwaard van 8 morgen in het land van Vianen, buitendijks op Achthoeven, belend oost: het Agnietenconvent te Utrecht, west: de heer van Brederode, zuid: de Lekdijk

Veldt, van der | 1629-04-04

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 36v
Achternamenindex

Jan Willemsz als man van Feijtgen Cornelis weduwe van Philips Claesz, wonende in de Vogelesanc, ter ener, en haar kinderen bij Philips Claesz, Maritgen, 20 jaar, Neeltgen, 17 jaren, Claes, 14 jaren, Nanninck, 12 jaren, Jacob, 9 jaren, en Anneken Phillips, 6 jaren, voor hen compareren hun halfbroers Jan en Wouter Phillips, vóórzonen van Phillips Claesz, als naaste bloedvoogden van de 6 nagelaten kinderen, t.a.v. de erfenis van hun vader: zij ontvangen gezamenlijk een stuk land genaamd de Zudsse, groot 6 morgen in de ban van Vogelesanck, belend oost: Jan Cornelisz Blij, noordwest: Jacob Jeroensz, zuid: de wildernis, belast met erfpacht die de kinderen tot hun last nemen; hun stiefvader Jan Willemsz zal dit land nog 6 jaar mogen gebruiken zonder huur te betalen, waartegenover hij de kinderen zal opvoeden; 1649-11-05: verklaren de kinderen Claes Phillipsz, Jan Cornelisz x Maritgen Phillips, Naninck Phillips, Willem Jansz x Neeltgen Phillips, Claes de Boer x Jacoba Phillips, Claes Havicken x Anna Phillips dat zij voldaan zijn van hun vaders erfenis

Bloemendaal