49 resultaten

Hamersveld, van | 1436-05-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 270v, 427v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter van Hamersvelt maakt zijn zoon Gijsbert bij zijn vrouw jvr Mechtelt Splintersdochter van Everdinghen, de rechte nahant aan een kamp land gelegen in Zoes, strekkende van der Eme tot de Hoywech toe, geheten "die Grote Kamp", belend zuid: Heijn Sto[e]pe, noord: Ricout Ricoutsz, zoals Peter dit van de abdij te leen houdt "na dode Ghysberts [Peters ?] vaders"; 1443-06-21: hij maakt zijn zoon Lambert de rechte nahant aan een kamp land in Zoes, geheten "die grote kampe", belend zuid: Heijn Stoepe, noord: Ricout Ricoutsz nakomelingen

mannen: Goesen Bosch Willemsz, Jacob van der Weteringe, Jacob Nenninck Petersz; 1443: Soude van Rijn, Goessen van Schadijck

Herlaer, van | 1565-07-02

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden 242
Achternamenindex

Jan Arntsz van Herwinen presenteert jhr Adriaen van Herlaer 22 gld op aankomende Kerstmis; 1565-07-01: Maes Jansz aent hecken presenteert joncker Adriaen van Herlaer 42 R gld op 2 Kerstdagen te betalen; 1665-09-22: Adriaen van Herlaer 18 gld erftijns op Bamis 1571 tot tijnsrecht uit huis en hof waar hij op woont, losbaar met 300 Kar gld; in margine: promisit juffr Geertruyt van Herdt Palinex (?)dochter, volgt opsomming van betalingen; 1565-11-05: Goessen Gerritsz Brant belooft te betalen aan jonker Adriaen van Herlaer 9 R gld, dezelfde dag belooft Goesen Geritsz aan jonker Adriaen van Herlaer 9 gld te betalen vóór eerstkomende Kerstmis; 1565-05-15: Adriaen van Herlaer belending van een stuk land buitendijks tot Well, en overdracht van de Van Malsen's op Adrien van Herlaer een brief; 1567-02-04: Arien van Herlaer, momber van zijn broer Loeff van Herlaer, machtigt Dirck Claesz; 1567-04-07: Maes Jansz aen t hecken belooft jonker Adriaen van Heerlaer 3½ R gld per jaar te betalen uit de hofstad waar hij op woont

Ammerzoden

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 55, 58, 59, 59v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerit Doijs Willemsz 2 morgen tot Scalcwijck in het gericht van Kulenborg, belend boven: de heren van St Mertyn Utrecht, beneden: Henrick Geritsz van Kleve, onderdeeld met Johan Tullenz; - Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder mate, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs; - Johan van Beesde 10 morgen in de maelscap van Mauderic van de Perric tot aan de Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz en Dyerck Doys Gerijtsz, beneden: Henrick Doys van Mauderick; - Konegont die Jorden Doijs vrouw was 4 morgen tot Rijswijk en heeft zij Arnt Scelen opgedragen; - Jorden Doys 3 morgen en 1 ½ hont tot Ravenswade op de Zijl, belend boven: Otte Allartsz, beneden: de heer van Culemborg. - Konegont 3 morgen land en 1 ½ hont te Ravenswade; zij heeft dit land opgedragen en Jan Herman Potsz heeft het ontvangen. - Angnijse des heren zuster van Culemborg, vrouw van Wolter van Overrijn 3 morgen ½ hont op Rotte, belend noord: Doijs van Avezaet, zuid: Otte van Arkel en Scakenland, oost: Johan van Rossum

Welle | 1419-11-11 -1420-11-11

A.R.A. Graf Rekenkamer 2148/Rek Rentmeester Land van Arkel
Achternamenindex

landhuur te Gorinchem: - op Wolferen, dat Goesen Egonsz gebruikte, 8 morgen land in twee campen, had Wouter Wel per morgen voor 2 Holl scilde ¼ min facit 14 scilde; - de warande, 17 morgen had Wouter Wel per morgen voor 2 Holl scilde maakt 34 scilde; - 4 hont, dat van Rutgher Scoutenz was, heeft Wouter Wel voor 1 scilt, daarom hier 1 scilt; - een plac land tussen de Twiscilt en de dove Lingen, van de Dalemse brug ter Linghe toe, had Wouter Wel voor 4 Vr cronen, maakt 5 scilde; - de smale tienden in het schependom van Gorinchem hadden Wouter Wel en Claes van Utwijc voor 102 gld, maakt 42 scilde 28sc; landhuur te Arkel: - die elsen hadden Wouter Wel en Claes van Utwijc voor 4 nobel ½ quartier, maakt 10 scilde 17sc 6d; landhuur in Nulant: - de Quakernaec samen met Wouter Welle, houdt mijns heren deel 9 morgen; tienden te Gorinchem: - van Jan Oems lande tot mijns heren lande toe, 1½ morgen vrij en de tiende uit 2 morgen 4 hont, had Wouter Wel, maakt 4 scilde 35sc 8½d

Broekhuizen, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 21
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Reyners Kocs erfgenamen Reyners Kocs hofstede met 8 morgen land tussen de omloop en de vrouw van Jacob Fijenz en haar kinderen en 1 strijp van 1 ½ morgen, belend boven: Claes Neudenz, beneden: Lubbert Gijsbertsz. Beleend door de heer van Culemborg aan jvr Katherine Reyners Kocsdochter op voorwaarde dat de kinderen die zij bij Elyaes van Broechusen heeft of krijgt zullen erven na haar dood, en Aleyde haar dochter die zij had bij Aernt Coppier 25 £ tot haar lijftocht uit de hofstad en 8 morgen land daarnaast, strekkende tot aan de dijk; - 6 morgen land tussen Reyners Kocshofstede en de ommeloop, van de Pariser straat tot aan de dijk , belend boven: Claes Neudenz, beneden Lubbert Ghijskensz. waarmee Goesen Aerntsz van Culenborg beleend wordt, met de voorwaarde dat jvr Katherijn van Broechusen "luesenen mach tot Paschen naestcomende om 56 oude Vr Scilde, ende luesende si des niet so mach si dat ghelt 1 jaer daerna onder houden om als gheliken cost als si ghewinnen ... barnne ??"; - Margriet Elyaesdochter van Broechusen 14 morgen land met de hofstad op Goodbertingerveld, belend de heer van Culemborg en Jan Janz. , haar zusters Aleyde en Lysbet behouden hun lijftocht; hulde heeft Claes Holle gedaan

Kemp, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 13v, fol 84v, fol 20, 22v, 59v, 76, 15
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Wouter Henricsz 1 hoeve land gelegen op Lanxmervelt, belend boven: Goesen die Keijmp met leen van Culemborg, beneden: Mouris Zurmont en Willem Zurmont; - Clas Wynbout Henrics een tweedeel van een weer in Buesinchemervelt, belend boven: Alart Pot Heymericsz, beneden: Claes Wynbout. [latere aantekening: Jan die Keijmp Ottenz heeft dit erf ten onversterfelijk erfleen]; - Gerijt Trant Willemsz 4 morgen 1 ½ hont op t Hornicsvelt tot Mauderic, die Geryt die Keijmp en Heinric Sas opdroegen; - 1423: heer Gysbert die Keijmpe heeft een kamp (in het land van Bueren in het gericht van Malsen) van Gerit Wemmersz [zoon van Wenmer Wenmersz, kleinzoon van Wenmer Voornsz] gekocht, belend boven: Heinric van der Weijde met leen van Culemborg en beneden: de heer van Bueren (fol 59v); - Otte Ottenz 1 viertel land in het Vreedstro, strekkende van de Biscopgrave tot aan de Vreedstrose steeg. Na opdracht door Reyner die Hult (?), belend boven: Gosen van der Weteringe en Henrick die Haen, beneden: de heer van Kulemborg; 1420: - Gysbert die Keympe Ottenz beleend met dit viertel (na hem Geryt Cesar na opdracht door Gysbert); - Hyl Pieter Voernkensdochter 1 viertel in Ghelkenes, dit ruert van den goede van der Lecke, hulde doet Peter Keympenz

mannen (1417): Hubert van Goedbertingen, Arnt van der Weteringe, Willem van der Lochte, Gosen die Keijmpe (fol 1)

Rijn, van | 1452-07-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 86v, fol 90v, 91
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Zoude van den Rijn en zijn vrouw jvr Ave hem opdroegen de leenweer van een hoeve land aan de Oude Rijn in Langeraec in het kerspel van Vlueten, belend boven: Jacob Maesz, beneden: Aernt Gerytsz wijf was van der Mije, met haar kinderen, dat Tyman de Lange toebehoorde, en na zijn dood aan zijn zuster jvr Ave gekomen is; hun neef Otte van Slingelant wordt vervolgens beleend, behalve de lijftocht van Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave aan dit goed; 1452-07-10: Otte Slingelant draagt dit leen op, en vervolgens wordt Geryt van Rijn Soudenz met deze hoeve beleend, Geryts ouders behouden hun lijftocht; 1462-04-14: Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave droegen dit op tbv Geryt van Rijn Zoudenz, belend boven: Geryt Ricoutsz, Dirc Maesz erfgenamen, beneden: Jacob van der Horst, en voortyts Tymon de Lange plach toe te behoren en aan jvr Ave van haar broer Tyman aanbestorven was; "nu Heinrick van Duven per resignationem"; 1464: jvr Ave, weduwe van Zoude van Rijn draagt dit goed over aan hun zoon Geryt van den Rijn, die het tot lijftocht voor zijn vrouw Janna Jansdochter van Nijenrode maakt (fol 91)

mannen: Goeswijn van Scadijc, Henric Zael; 1462: Eerst van Drakenborch, Geryt Zoudenbalch, Goesen van Voerde, Volken van Baern, Jan van der Anster, Evert van Scadie; 1464: Goossen van den Voorde, Jan van der Anxster

Grawert | 1465

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 189
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van Oudmunster, wordt na dode van zijn broer Gherijt Grawert beleend met: 1) ½ van ter ouder Zijlhorst, 2) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Emmelaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 3) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 5) "Hoeveracker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) "Coepskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 7) "dat Huysstuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) "dat Winckelstuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyer Evertsz, 9) "dat stuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaeste", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, 10) de Duijstcampen, onderdeylt, tegen nyewe Zylhorst, belend zuid: Derick die Coninck, noord: Goesen van Voerde en Egbert die Beer, 11) een Duijstcamp, onderdeijlt met nijer Zylhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) stuk veen geheten "Henrickscamp", onderdeylt met nyer Zylhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) alsulke utslage en veen als totter Ouder- en Nyer Zylhorst hoeren, 14) an der helfte van den leen en goede ter Nyer Zylhorst: aan Evert Freijse van Dolre behoort de andere helft van deze goede; Melis uten Enge doet eed en hulde; ["item dit heeft nu Jan van Doornick ut infra fol 189"] 1468: overdracht aan Jan van Doornick

Doorninck, van | 1468

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"

mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel